ECLI:NL:RBAMS:2023:6228

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
13/209677-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beslissing RC
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing tot ontruiming op vordering van de officier van justitie in het kader van het handhaven van het kraakverbod

Op 14 september 2023 heeft de rechter-commissaris in de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen op een vordering tot ontruiming van een pand in Amsterdam, ingediend door de officier van justitie. De vordering was gebaseerd op artikel 551a van het Wetboek van Strafvordering, in het kader van de handhaving van het kraakverbod. De vordering tot ontruiming was gericht tegen de krakers, waaronder de verdachten [verdachte 1] en [verdachte 2], die sinds juli 2023 zonder toestemming van de eigenaar in het pand verbleven. De officier van justitie had op 11 september 2023 schriftelijk gevorderd dat de rechter-commissaris de machtiging verleent voor de ontruiming van het pand, dat door de krakers werd gekraakt.

Tijdens de zitting op 14 september 2023 zijn de verdachten en hun advocaat, mr. J. van Lunen, gehoord. De advocaat betoogde dat de krakers een zwaarwegend belang hebben om in het pand te blijven, omdat zij geen alternatieve woonruimte hebben. Daarnaast werd aangevoerd dat de eigenaar van het pand, [bedrijf 2], geen belang heeft bij de ontruiming van het pand, omdat de sloopwerkzaamheden aan het pand vertraging oplopen door een conflict met de projectontwikkelaar. De rechter-commissaris heeft echter geoordeeld dat de eigenaar een gerechtvaardigd belang heeft bij de ontruiming, omdat de sloop van het pand noodzakelijk is voor de herontwikkeling van het terrein.

De rechter-commissaris heeft overwogen dat de belangen van de krakers, hoewel zij mogelijk op straat komen te staan, niet opwegen tegen het belang van de openbare orde en de rechten van de eigenaar. De vordering tot ontruiming is toegewezen, met de bepaling dat de krakers het pand uiterlijk op 18 september 2023 om 10.00 uur moeten ontruimen. De rechter-commissaris heeft de officier van justitie gemachtigd om de ontruiming te laten uitvoeren, met inachtneming van de voorwaarden die in de beslissing zijn opgenomen.

Uitspraak

Rechtbank amsterdam

rechter-commissaris in strafzaken
zittingsplaats Amsterdam
parketnummer : 13.209677.23
datum : 14 september 2023
Beslissing op een vordering tot machtiging voor een bevel tot verwijdering van personen en/of voorwerpen uit een woning, besloten lokaal of erf
(artikel 551a Wetboek van Strafvordering)

in de strafzaak tegen de verdachte(n):

NN (alle aanwezige personen in nagenoemd pand), namens wie zich bekend hebben gemaakt [verdachte 1] , geboren op [geboortedag 1] 2002, en [verdachte 2] , geboren op [geboortedag 2] 2002, en/of een of meer vooralsnog onbekend gebleven perso(o)n(en), hierna ook de krakers, woonplaats: Amsterdam.

Procedure

De officier van justitie heeft op 11 september 2023 schriftelijk gevorderd dat de rechter-commissaris de bovengenoemde machtiging verleent.
De officier van justitie heeft ter onderbouwing van de vordering een proces-verbaal met bijlagen overgelegd van Politie eenheid Amsterdam met kenmerk PL1300-2023155227-3 van 12 juli 2023.
De vordering heeft betrekking op het verwijderen door een opsporingsambtenaar van personen en voorwerpen die wederrechterlijk vertoeven in/op het pand/gebouw/lokaal/erf, gelegen aan de [straat] [perceelnummer 1] ( [postcode] ) te Amsterdam.

Beoordeling

De rechter-commissaris heeft op 14 september 2023 gehoord mr. J. van Lunen, advocaat van de verdachten, en de op de zitting verschenen verdachten [verdachte 1] en [verdachte 2] . Hiervan is een proces-verbaal opgemaakt. Tevens waren aanwezig: [persoon 1] , mede-eigenaar van het pand, en [persoon 2] , manager Vastgoed & Gebiedsontwikkeling bij [bedrijf 1] , die vragen van de rechter-commissaris heeft beantwoord.
Aan mr. Van Lunen is door de rechtbank tijdig een procesdossier ter beschikking gesteld.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van de Politie eenheid Amsterdam volgt dat op 11 september 2023 omstreeks 22.00 uur de oproepingsbrief is uitgereikt aan twee onbekend gebleven personen die zich in het pand bevonden. Die brief was gericht aan “NN alle aanwezige personen in het pand [straat] [perceelnummer 1] [postcode] AMSTERDAM”.
Aan de eis dat de krakers door de rechter-commissaris moeten worden gehoord is voldaan. Zij zijn opgeroepen te verschijnen voor het verhoor op 14 september 2023 om 10.00 uur. Twee van hen hebben zich gemeld. Bovendien is mr. Van Lunen namens de krakers verschenen.
Uit het dossier volgt dat de krakers sinds 4 juli 2023, althans in ieder geval sinds 10 juli 2023 wederrechtelijk, zonder toestemming van de eigenaar, in het pand verblijven. Namens de eigenaar van het pand - [bedrijf 2] - heeft [persoon 2] op 11 juli 2023 aangifte gedaan bij de politie. De strafbaarstelling heeft ten doel bescherming van het recht van de eigenaar van het pand en bescherming van de openbare orde.
Mr. Van Lunen heeft tijdens het verhoor, voor zover van belang, het volgende bepleit. Begin juli 2023 zijn de panden aan de [straat] [perceelnummer 1] en [perceelnummer 2] na langdurige leegstand door de krakers in gebruik genomen. De officier van justitie heeft alleen voor [perceelnummer 1] een machtiging gevraagd om te mogen ontruimen. De machtiging kan daarom niet zien op [perceelnummer 2] . Dit maakt dat de eigenaar van het pand geen belang heeft bij ontruiming van [perceelnummer 1] . Het is maar de vraag of de (sloop)werkzaamheden op korte termijn kunnen starten. In een artikel van 21 juni 2023 in het Parool staat dat het project ernstige vertraging oploopt door een slepend conflict tussen de projectontwikkelaar en ondernemers op het terrein. De officier van justitie dient onderzoek te doen naar het door de rechthebbende gestelde en de belangen van de krakers. De krakers hebben een zwaarwegend belang om in het pand te kunnen blijven. Zij hebben geen alternatieve woonruimte en komen op straat te staan. Drie krakers verblijven op dit moment in Albanië. Het ontruimen van het pand zal, bij toewijzing van de machtiging, door [verdachte 1] en [verdachte 2] gedaan moeten worden. Bovendien zijn de krakers pas sinds 11 september 2023 op de hoogte van de gevorderde machtiging tot ontruiming. Daardoor hebben de krakers zich nauwelijks op dit verhoor en een eventuele ontruiming kunnen voorbereiden. Mr. Van Lunen heeft in dat verband verzocht, subsidiair, in goede justitie een termijn te geven aan de krakers om het pand te ontruimen, zodat de krakers het pand vrijwillig kunnen verlaten en in goede orde achter kunnen laten. Primair vraagt zij de vordering van de officier van justitie af te wijzen.
De rechter-commissaris overweegt het volgende. Ter zitting heeft [persoon 2] desgevraagd meegedeeld dat de [straat] [perceelnummer 1] en [perceelnummer 2] één geheel vormen en kadastraal ook één geheel zijn. De officier van justitie heeft meegedeeld dat bedoeld is om het gehele pand te mogen ontruimen en dat dit voor de krakers duidelijk moet zijn geweest. Zo nodig heeft de officier van justitie verzocht de vordering uit te breiden, in die zin dat de machtiging ook ziet op [perceelnummer 2] . Geoordeeld wordt dat het de krakers duidelijk moet zijn geweest dat de gevorderde machtiging ziet op het gehele pand dat thans door hen wordt gekraakt. Ontruiming van slechts een deel van het pand zou zinledig zijn en er niet toe leiden dat de eigenaar van het pand kan starten met de (sloop)werkzaamheden. Dit betekent dat de gevorderde machtiging ook ziet op [perceelnummer 2] , althans op het gehele pand waarin de krakers zich thans bevinden.
De krakers hebben op grond van artikel 8 EVRM een huisrecht. Ontruiming maakt een ernstige inbreuk op dit recht. Het in artikel 8 lid 2 EVRM besloten proportionaliteitsvereiste brengt mee dat de rechter-commissaris moet toetsen of de in abstracto door de wetgever gegeven voorrang aan het belang van de openbare orde en de rechten van de eigenaren in de concrete omstandigheden van het geval proportioneel is. Dit vraagt om een afweging van de betrokken concrete belangen. Deze afweging kan alleen worden gemaakt als de verdachten uitzonderlijke omstandigheden aannemelijk maken die maken dat het huisrecht in dit geval voorrang moet krijgen boven het concrete belang bij de ontruimingsvordering. Ontruiming mag echter niet leiden tot ongerechtvaardigde leegstand.
Het gekraakte pand staat op een terrein waar meerdere panden staan. De bedoeling is dat al deze panden worden gesloopt en nieuwbouwwoningen worden gerealiseerd. Hiertoe is tussen de eigenaar van de panden en de gemeente Amsterdam een overeenkomst gesloten. De sloop van de panden op het terrein is reeds aangevangen. Dit gebeurt bloksgewijs. De sloopwerkzaamheden zijn tijdelijk gestaakt, omdat aanzienlijke hoeveelheden asbest in de panden werden aangetroffen. Inmiddels heeft een asbestinventarisatie plaatsgevonden. Alle formeel juridische vereisten om tot asbestsanering en de sloop van de panden, waaronder dus het gekraakte pand, over te gaan zijn rond, mede gelet op de ontheffing die de gemeente Amsterdam heeft gegeven aan de eigenaar van de panden. Tot de gedingstukken behoort een werkplanning waaruit blijkt dat de aannemer vorige week zou beginnen met het saneren van de aanwezige asbest. Niet gebleken is derhalve dat het pand aan de [straat] [perceelnummer gehele pand] na ontruiming (lange tijd) leeg zal staan. Ook is niet aannemelijk geworden dat de herontwikkeling überhaupt niet door zal gaan, zoals door mr. Van Lunen aan de hand van het Parool-artikel is gesteld.
De rechter-commissaris is in het licht van dit alles van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de eigenaar van het pand een concreet en gerechtvaardigd belang heeft bij spoedige ontruiming van het pand. De omstandigheid dat het voor de krakers moeilijk is andere huisvesting te vinden en dat de (aanwezige) kraker(s) na ontruiming mogelijk op straat komen te staan is geen omstandigheid die de belangenafweging in het voordeel van de krakers laat kantelen. Deze omstandigheid is door de wetgever al betrokken bij de keuze om in abstracto voorrang te geven aan het belang van de openbare orde, het beëindigen van strafbare feiten en de bescherming van rechten van derden, boven het huisrecht van de kraker. Andere bijzondere omstandigheden zijn namens de krakers niet aangevoerd. Dat de krakers zich overvallen voelen door de op handen zijnde ontruiming komt voor hun eigen rekening, omdat zij zich hebben afgesloten voor pogingen tot contact van de kant van de eigenaar dan wel de gemeente.
Dit betekent dat de vordering kan worden toegewezen op de gronden, op de wijze en onder de voorwaarden als hieronder in de beslissing omschreven, wat betekent dat de krakers het pand moeten ontruimen.
Wat betreft de ontruimingstermijn het volgende. Omdat het niet aannemelijk is dat de aannemer, ervan uitgaande dat hij via de eigenaar van het pand vandaag - donderdagmiddag - op de hoogte komt van deze beslissing, meteen al vrijdag 15 september 2023 in staat zal zijn om te starten met de werkzaamheden, zal het pand uiterlijk maandag 18 september 2023 voor 10.00 uur ontruimd moeten zijn, zodat de aannemer spoedig aan de slag kan. De krakers krijgen daarmee de gelegenheid om zelf tot ontruiming over te gaan, zonder dat de politie daar aan te pas hoeft te komen.
Beslissing
De rechter-commissaris:
wijst de vordering toe, met dien verstande dat de machtiging ingaat vanaf 18 september 2023 om 10.00 uur, en de machtiging ziet op de [straat] [perceelnummer 1] en [perceelnummer 2] te Amsterdam, althans op het gehele pand waarin de krakers zich bevinden,
machtigt de officier van justitie met inachtneming van het voorgaande overeenkomstig de vordering.
Deze beslissing is op 14 september 2023 genomen door mr. E.A. Messer, rechter-commissaris.