Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
.
Rechtbank Amsterdam
In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, d.d. 4 oktober 2023, is de echtscheiding uitgesproken tussen partijen, die in 2009 in India zijn gehuwd. De man en de vrouw hebben beiden de Nederlandse nationaliteit en hebben samen een minderjarig kind, geboren in 2015. De rechtbank heeft de echtscheiding toegewezen op basis van de duurzaam ontwrichte relatie tussen partijen. De rechtbank heeft tevens de hoofdverblijfplaats van het minderjarige kind bij de vrouw bepaald, na afweging van de argumenten van beide ouders. De vrouw heeft aangevoerd dat zij altijd de zorg voor het kind heeft gedragen, terwijl de man heeft gepleit voor een hoofdverblijf bij hem vanwege de stabiliteit van de echtelijke woning. De rechtbank heeft de zorg- en opvoedingstaken gelijkelijk verdeeld volgens een voorgesteld schema, waarbij het kind afwisselend bij beide ouders verblijft.
Daarnaast heeft de rechtbank alimentatieverzoeken behandeld. De man is verplicht gesteld om € 356,-- per maand te betalen als kinderbijdrage en € 575,-- als partnerbijdrage, die ingaat op het moment dat de vrouw de woning verlaat. De rechtbank heeft ook het voortgezet gebruik van de woning aan de vrouw toegewezen tot 1 april 2024, zodat zij tijd heeft om een nieuwe woning te vinden. De verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap is eveneens besproken, waarbij de man de mogelijkheid heeft om de woning aan zich toe te delen onder bepaalde voorwaarden. De rechtbank heeft bepaald dat de kosten van de procedure door elke partij zelf gedragen worden.