In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 augustus 2023 een beschikking gegeven over de wijziging van kinderalimentatie in het kader van een ontbonden geregistreerd partnerschap. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.H. Bialkowski, verzocht de rechtbank om de kinderalimentatie voor hun minderjarige dochter te verhogen naar € 479,- per maand, met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2022. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.H.M. de Vries-Veringa, verzet zich tegen dit verzoek en vraagt om veroordeling in de werkelijke proceskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen een gelijke verdiencapaciteit hebben en dat van hen kan worden gevergd deze capaciteit te benutten. De rechtbank heeft de feiten in overweging genomen, waaronder de ontbinding van het geregistreerd partnerschap op 19 oktober 2017 en de eerdere beschikking van 12 januari 2022, waarin de bijdrage van de vrouw op nihil was gesteld. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er een relevante wijziging van omstandigheden heeft plaatsgevonden, onder andere door de verkoop van een gezamenlijk pand, wat invloed heeft gehad op de financiële situatie van beide partijen.
De rechtbank heeft de behoefte van de minderjarige vastgesteld op € 714,- per maand, en heeft de draagkracht van beide ouders beoordeeld. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat de vrouw € 357,- per maand moet betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, met ingang van 2 december 2022. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.