Uitspraak
Rechtbank AMSTERDAM
1.De procedure
- [naam 1] , statutair directeur van Diebold Dutch Holding,
- [naam 2] , CEO van Diebold Global,
- mrs. Berkenbosch, Te Winkel en Pepels, advocaten voornoemd,
- mr. E.J. Schuurs, advocaat,
- [naam 3] , adviseur Jones Day,
- [naam 4] , adviseur Jones Day,
- [naam 5] , General Counsel van Diebold Global,
- [naam 6] , Vice President Legal van Diebold Global,
- [naam 7] en [naam 8] , adviseurs van FTI Consulting;
- [naam 9] , verbonden aan Davis Polk,
- mrs. M.J.C. Snethlage en A.J. Dunki Jacobs, advocaten te Amsterdam.
2.De feiten
New York Stock Exchangeen de
Frankfurt Exchange. Diebold Dutch Holding is een Nederlandse financieringsentiteit van de Diebold Groep. Zij heeft door zekerheden gedekte obligaties (
senior secured notes)uitgegeven op de
International Stock Exchange. Het bestuur van Diebold Dutch Holding wordt gevormd door de heer [naam 1] en mevrouw
term loans. De Diebold Groep is onder de verschillende financieringsfaciliteiten momenteel in totaal ongeveer USD 2,7 miljard verschuldigd, waarvan USD 2,631 miljard gedekt is door zekerheidsrechten. Er zijn momenteel 13 verschillende faciliteiten (de Kredietfaciliteiten), verstrekt door verschillende financiers aan verschillende groepsvennootschappen van de Diebold Groep, hoofdzakelijk aan Diebold Inc. en Diebold Dutch Holding. De Diebold WHOA Entiteiten zijn als hoofdelijk medeschuldenaar, respectievelijk garantieverstrekker, naast of met Diebold Dutch Holding aan te spreken voor de verplichtingen uit (nagenoeg) alle Kredietfaciliteiten. De Kredietfaciliteiten worden beheerst door het recht van de staat New York. De kredietverstrekkers onder de Kredietfaciliteiten hebben onderling afgesproken volgens welke rangorde zij zich kunnen verhalen op de verschillende vermogensbestanddelen van de Diebold Groep.
transaction support agreement(de TSA), op grond waarvan de schuldenlast van de groep zou worden geherstructureerd. In het kader van deze herstructurering, met als effectueringsdatum 29 december 2022, zijn twee nieuwe Kredietfaciliteiten aangegaan (waaronder de in 2.5 bedoelde
ABL Facility) en zijn obligaties ingewisseld. Als gevolg van deze herstructurering is de huidige financieringsstructuur ontstaan. Een groot aantal groepsvennootschappen heeft zich als garantiegever dan wel hoofdelijk medeschuldenaar verbonden voor de terugbetaling van de verschuldigde bedragen onder de Kredietfaciliteiten, waaronder Diebold Dutch Holding en de Diebold WHOA Entiteiten. Een gedeelte van de Kredietfaciliteiten betreft zogenaamde
stub debt;resterende schulden aan financiers die niet hebben deelgenomen aan de herfinanciering op grond van de TSA. De verschillende Kredietfaciliteiten en de daaronder verschuldigde bedragen zijn opgenomen in het volgende overzicht:
Asset Based Lending-faciliteit, met een looptijd tot juli 2026 (de
2026 ABL Facility). Deze
ABL Facilitydiende ter vervanging van eerdere doorlopende kredietfaciliteiten van de Diebold Groep. Het maximumbedrag van de
ABL Facilityis in 2023 verhoogd met een bedrag van USD 55 miljoen.
Chapter 11van de
United States Bankruptcy Code(het
Chapter11 Plan), in welk kader zij op 1 juni 2023 een verzoek tot opening van een
Chapter 11procedure heeft ingediend bij de
United States Bankruptcy Court for the Southern District of Texas, Houston Division.Het US Bankruptcy Court heeft inmiddels een
worldwide stayafgekondigd. Ook in het kader van het
Chapter11 Plan kunnen de financiële schuldeisers tot 28 juni 2023 hun stem uitbrengen.
3.De verzoeken
ABL Facility. Hoewel de Diebold Groep met deze herstructurering in 2022 beoogde om te voorzien in voldoende financiering om in ieder geval tot en met 2025 aan haar verplichtingen te kunnen voldoen, bleek de verstrekte liquiditeit begin 2023 alsnog onvoldoende om een meer omvattende herstructurering te voorkomen. De kosten van de herstructurering uit 2022 en een hogere werkkapitaalbehoefte dan geprognosticeerd om de productieachterstand in te lopen, waren de hoofdoorzaken van dit onverwachtse liquiditeitstekort. Om de acute liquiditeitsnood die als gevolg hiervan was ontstaan te adresseren, kwam de Diebold Groep met een groep van haar financiers overeen dat zij het maximale kredietplafond onder de
ABL Facilitymet USD 55 miljoen werd verhoogd (het
FILO Amendment). De aanvullende liquiditeit die met het
FILO Amendmentbeschikbaar kwam, werd verstrekt bij wijze van een korte termijn (
bridge)financiering. Het
FILO Amendmentstelde de Diebold Groep in staat om haar operationele kosten gedurende enkele maanden te betalen, zodat zij onderhandelingen met haar financiers kon voeren over een meer omvattende herstructurering. Deze aanvullende financiering is op 4 juni 2023 opeisbaar worden.
Superpriority Term Loan Facility,
First Lien USDen
EUR Term
2025 USDen
EUR Secured
2L Notes 2026.
debt-for-equity exchangeen een beperkte
debt-for-cash exchange. Een deel van de financiers zal zijn vorderingen op de Diebold Groep omzetten in aandelen in Diebold Inc. De totale schuldenlast van de Diebold Groep, en daarmee ook van Diebold Dutch Holding en de verschillende Diebold WHOA Entiteiten, zal als gevolg van de beoogde herstructurering met circa USD 2,1 miljard afnemen.
Chapter11 Plan en aan hun stemgerechtigde schuldeisers aan te bieden.
cross-defaults. In dat geval zouden financiers de bevoegdheid kunnen krijgen om over te gaan tot opzegging van de Kredietfaciliteiten en het ondernemen van verhaalsacties, waaronder het uitwinnen van zekerheden. Aangezien partijen binnen de sectoren waarin de Diebold Groep actief is, in het bijzonder de bancaire sector, zéér gevoelig zijn voor eventuele verstoringen in de dienstverlening, zouden uitwinningsacties een
going concernvoortzetting van de onderneming vrijwel direct onmogelijk maken. Klanten en leveranciers zouden hun vertrouwen in de continuïteit van de dienstverlening door de Diebold Groep dan namelijk verliezen. Doordat de verschillende rechtspersonen die samen de Diebold Groep vormen onderling sterk zijn verbonden in financieel, organisatorisch en operationeel verband, bestaat een groot risico dat uitwinningsacties van individuele schuldeisers jegens één of enkele groepsvennootschappen een domino-effect binnen de groep zullen hebben. Om te waarborgen dat Diebold Dutch Holding de verdere voorbereiding van het WHOA Plan en de meer omvattende herstructurering gedurende deze termijn kan voortzetten, is het noodzakelijk dat ten aanzien van Diebold Dutch Holding – en op grond van artikel 372 Fw ten aanzien van de Diebold WHOA Entiteiten – een afkoelingsperiode wordt afgekondigd. Het voornemen is om eerst het
Chapter11 Plan te (laten) homologeren en pas daarna de homologatie van het WHOA plan te verzoeken. Diebold Dutch Holding en de WHOA Entiteiten beschikken met de
Debtor in Possession (DIP) Facility,een onder strikte voorwaarden aan te wenden kredietfaciliteit van USD 1,25 miljard die onderdeel uitmaakt van de RSA
,en met de opbrengsten die zij gedurende het voortzetten van de onderneming genereren, over voldoende financiële middelen om de lopende verplichtingen gedurende de periode van de verzochte afkoelingsperiode te voldoen. Diebold Dutch Holding verzoekt de afkoelingsperiode alleen van toepassing te verklaren op de financiers van de Kredietfaciliteiten; een verderstrekkende afkoeling is niet noodzakelijk.
4.De beoordeling
- dit noodzakelijk is voor het kunnen blijven voortzetten van de onderneming tijdens de voorbereiding van en onderhandelingen over het akkoord;
- redelijkerwijs valt aan te nemen dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers met een afkoelingsperiode gediend zijn en derden met bevoegdheid tot verhaal op of
cashflow– prognoses – voldoende aannemelijk gemaakt dat zij haar lopende verplichtingen kan voldoen uit de
DIP Facilityen de opbrengsten die zij
going concernrealiseert. Ook in zoverre worden de schuldeisers gedurende het traject niet benadeeld. Bovendien acht de rechtbank het van belang dat Diebold Dutch Holding reeds een akkoord heeft voorbereid en dat dit ook al ter stemming aan de financiële schuldeisers is voorgelegd. Een groot deel van de financiële schuldeisers heeft – door middel van het aangaan van de RSA, zie 3.3. hiervoor – aan het onderhavige herstructureringsproces ook reeds zijn instemming gegeven, zodat ook op basis daarvan kan worden aangenomen dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers gediend zijn met de afkondiging van de verzochte afkoelingsperiode.
Chapter 11Plan, ziet de rechtbank verder aanleiding te bepalen dat de observator ten minste één keer per maand of zoveel vaker als hij dat nodig acht de rechtbank op hoofdlijnen informeert over de voortgang van, en belangrijke ontwikkelingen, in het WHOA traject.
5.De beslissing
- bepaalt dat de kosten van de observator ten laste van Diebold Dutch Holding komen;
- draagt de observator voorts op de rechtbank ten minste één keer per maand of zoveel vaker als hij dat nodig acht op hoofdlijnen te informeren over de voortgang van en belangrijke ontwikkelingen in het WHOA traject;