ECLI:NL:RBAMS:2023:6117
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag en vergoedingen in verband met ernstig verwijtbaar handelen van werknemer
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, Jas Forwarding (Netherlands) B.V. [verzoeker] had een verzoek ingediend om een billijke vergoeding van € 10.502,91 te ontvangen, omdat hij meende dat zijn arbeidsovereenkomst in strijd met artikel 7:671 BW was opgezegd. De werkgever, Jas, had de arbeidsovereenkomst opgezegd wegens ernstig verwijtbaar handelen van [verzoeker]. De kantonrechter oordeelde dat de opzegging inderdaad in strijd met de wet was, maar dat [verzoeker] geen recht had op een billijke vergoeding. Dit was te wijten aan het feit dat hij sinds 14 juni 2022, na zijn detentie, geen recht op loon had en dat zijn ernstig verwijtbare gedrag, waaronder het plegen van strafbare feiten onder werktijd, de afwijzing van de vergoeding rechtvaardigde. Daarnaast werd de verzochte transitievergoeding en vergoeding voor onregelmatige opzegging afgewezen, omdat de omstandigheden van de zaak dit niet toelieten. De kantonrechter oordeelde dat [verzoeker] onterecht loon had ontvangen tijdens zijn detentie en veroordeelde hem tot terugbetaling van € 3.500,00 aan Jas. De proceskosten werden op [verzoeker] verhaald, omdat hij in het ongelijk was gesteld.