In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 3 oktober 2023, is de rechtbank geconfronteerd met een beroep van eisers, bestaande uit drie personen uit Amstelveen, tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen om omgevingsvergunningen te verlenen voor de omzetting van bedrijfswoningen naar burgerwoningen. De eisers stelden dat zij recht hadden op deze vergunningen op basis van een voorwaardelijke toezegging die in een eerdere brief was gedaan. De rechtbank had eerder op 16 mei 2023 een tussenuitspraak gedaan waarin het college de gelegenheid werd geboden om een motiveringsgebrek in de besluiten te herstellen. Echter, het college heeft aangegeven geen gebruik te maken van deze gelegenheid en heeft nieuwe stukken ingediend ter onderbouwing van hun standpunt.
De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat er geen sprake is van een toezegging die het college aan de eisers had gedaan, en dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt. De rechtbank heeft de argumenten van het college in hun reactie op de tussenuitspraak overwogen en geconcludeerd dat de nieuwe feiten rechtvaardigen dat de rechtbank terugkomt van haar eerdere oordeel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers niet voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat er toezeggingen zijn gedaan die hen recht gaven op de gevraagde vergunningen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de eisers niet in het gelijk zijn gesteld en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.