3.4.1Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
De B.V.’s en hun aandeelhouders/bestuurders
Live & Life is een besloten vennootschap met winkels in meubels, waarvan [naam stichting] (hierna: [naam stichting] ) vanaf 29 mei 2013 de enig bestuurder en vanaf 5 augustus 2013 ook de enig aandeelhouder is. Verdachte is sinds 11 augustus 2011 de enig bestuurder van [naam stichting] . Op 16 augustus 2013 heeft Live & Life de activa en de verplichtingen ten aanzien van de werknemers van [naam V.O.F.] overgenomen. Van 23 augustus 2013 tot 19 augustus 2014 is De Zeehoek ook een handelsnaam van Live & Life (voor de vestiging aan de [adres] ). Het bezoekadres van Live & Life is de [adres] en het postadres is de [adres] .
[naam stichting] is van 31 mei 2012 tot 10 oktober 2013 ook bestuurder geweest van [naam B.V.] (hierna: [naam B.V.] ) en verdachte was wettelijk vertegenwoordiger ten aanzien van de bankrekening met nummer [nummer] die op naam staat van [naam B.V.] . Van 9 juli 2013 tot 10 oktober 2013 was Action Meubel B.V. (hierna: Action Meubel) de handelsnaam van [naam B.V.] .Verder is [naam stichting] van 6 december 2011 tot 1 oktober 2013 ook enig aandeelhouder en bestuurder van Action Bed B.V. (hierna: Action Bed) geweest.Tevens is [naam stichting] van 20 februari 2014 tot 4 september 2014 enig aandeelhouder van PJ Beheer B.V. (hierna: PJ Beheer) geweest, welke is opgericht op 19 februari 2014 en vanaf 1 oktober 2014 gevestigd was op de [adres] . Daarna is verdachte van 4 september 2014 tot 5 oktober 2015 de enig aandeelhouder van PJ Beheer geweest. Van 19 februari 2014 tot 30 oktober 2015 is De Zeehoek B.V. de handelsnaam van PJ Beheer geweest.Tot slot is [naam stichting] van 28 februari 2014 tot 4 september 2014 enig aandeelhouder van LivingInn B.V. (hierna: LivingInn) geweest, welke is opgericht op 27 februari 2014. LivingInn gebruikt De Zeehoek ook als één van haar handelsnamen. LivingInn heeft de [adres] als één van haar vestigingsadressen gehad.
Faillissement van Live & Life
Live & Life is bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 25 september 2014 in staat van faillissement verklaard. In dit vonnis is P. Ingwersen als curator aangesteld in dit faillissement.
Administratie van Live & Life
Op 11 februari 2019 heeft de curator van Live & Life aangifte gedaan van faillissementsfraude.De curator geeft aan dat hij kort na de uitspraak van het faillissement het bedrijfsadres van Live & Life aan de [adres] heeft bezocht. Hij heeft daar geen voorraden aangetroffen. Ter plaatse is aan hem door een onbekend gebleven persoon medegedeeld dat de bedrijfshal vlak voor het faillissement is leeggehaald. De curator is op 29 september 2014 teruggegaan naar het bedrijfsadres. Verdachte vertelde hem dat alle activiteiten waren voortgezet door een collega-ondernemer in dezelfde bedrijfstak, maar volgens de curator heeft de boedel geen vergoeding ontvangen voor de daaraan onttrokken activa.
Op 25 september 2014 heeft de curator telefonisch en per e-mail aan verdachte verzocht om alle van belang zijnde stukken mee te nemen, in ieder geval de jaarstukken van de voorbije jaren, alle debiteuren- en crediteurengegevens en een inzicht in de huurverhoudingen.Op 30 september 2014 heeft de curator verdachte ook gevraagd de actuele administratie van Live & Life ter beschikking te stellen, maar die kon verdachte niet aanleveren.Op 1 oktober 2014 heeft de curator een e-mailbericht van verdachte ontvangen met een recente crediteurenlijst en twee balansen van 31 december 2012 en 30 april 2013. Deze balansen hebben betrekking op de periode voordat verdachte, door middel van [naam stichting] , Live & Life op 29 mei 2013 van de vorige bestuurders/aandeelhouders heeft overgenomen.
Op 9 april 2015 heeft de curator gesproken met de voormalig boekhouder van Live & Life, [naam boekhouder] (hierna: [naam boekhouder] ). Hij heeft aan de curator meegedeeld dat hem niet bekend is waar de administratie van Live & Life zich bevindt. De curator heeft van [naam boekhouder] wel een map ontvangen met daarin een balans van Live & Life van 1 mei 2014, waarop een voorraad stond vermeld ter waarde van € 220.000,00 en een orderportefeuille ter waarde van € 30.000,00.De curator heeft geen jaarstukken, grootboek, dagboeken als kas/bank/giro en voorraadadministratie ontvangen. De curator heeft alleen mappen ontvangen met kassa-afslagen over 2013. Hierdoor is het voor hem niet mogelijk gebleken om de rechten en verplichtingen van Live & Life vast te stellen waardoor volgens hem de schuldeisers worden benadeeld en de afhandeling van het faillissement wordt bemoeilijkt. Zijn onderzoek richtte zich op de periode vanaf mei 2013.Verder heeft de curator verklaard dat hij het opvallend vindt dat uit de jaarstukken van Live & Life, van vóór de periode dat verdachte leidinggevende was, blijkt dat sprake was van een “keurig bedrijf” dat “nette winst maakte”. De stukken die de curator op 30 september 2014 van verdachte kreeg, lieten een explosie van kosten zien die volgens hem geen verband hield met te rechtvaardigen omzetstijging.
[naam boekhouder] heeft als getuige verklaard dat de administratie bij Live & Life een rotzooi was. Hij heeft ook verklaard te hebben gezien dat de administratie van Live & Life tot en met juni 2014 is verwijderd. [naam boekhouder] heeft verder verklaard dat hij niet over de administratie van Live & Life beschikt.[getuige] (hierna: [getuige] ) heeft als getuige verklaard dat administratiekantoor [naam kantoor] op enig moment de administratieve verwerking van Live & Life heeft overgenomen van [naam boekhouder] , dat de administratie van Live & Life een zoekplaatje was en dat hij het gevoel had dat de gegevens van Live & Life onvolledig werden aangeleverd. [getuige] heeft verder verklaard dat hij het idee had dat verdachte bewust facturen niet liet zien, maar dat er wel overboekingen op de bank te zien waren.
Onttrekkingen van geldbedragen aan de boedel van Live & Life
Op 12 maart 2019 heeft [naam 2] namens ING Bank Nederland N.V. (hierna: ING) aangifte gedaan van onttrekkingen aan het pandrecht. Door ING is een onderzoek verricht naar bankrekening [nummer] op naam van Live & Life, waarbij ING een aantal opmerkelijke transacties heeft geconstateerd.Transacties naar vier (rechts)personen worden hieronder beschreven.
In de periode van 31 mei 2013 tot en met 14 juni 2013 hebben meerdere overboekingen plaatsgevonden van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life naar bankrekening [nummer] op naam van [naam B.V.] , ook bekend als Action Meubel. In totaal is een bedrag van € 138.500,00 overgeboekt met de omschrijvingen “aankoop goederen (overgemaakt in opdracht van dhr. [verdachte] )”.[naam boekhouder] heeft verklaard dat hij niet weet waarom Live & Life € 138.500,00 naar Action Meubel heeft overgemaakt en dat hij geen facturen heeft gezien voor de overname van de voorraad.Verdachte heeft in zijn gesprek met ING bevestigd dat de afzonderlijke overboekingen (optellend tot het bedrag van € 138.500,00), door personeel van Live & Life, in zijn opdracht zijn verricht.
In de periode van 22 oktober 2013 tot en met 8 september 2014 hebben meerdere overboekingen plaatsgevonden van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life naar bankrekening [nummer] op naam van Action Bed. De overboekingen hebben steeds een van de volgende omschrijvingen: “lening”, “huur”, “laatste betaling belasting volgens afspraak” of “energiekosten”. Per saldo is door Live & Life een bedrag van € 9.675,00 overgeboekt naar Action Bed.
In de periode van 28 januari 2014 tot en met 28 augustus 2014 hebben meerdere overboekingen plaatsgevonden van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life naar bankrekening [nummer] op naam van De Zeehoek. Uit de systemen van de Belastingdienst blijkt dat bankrekening [nummer] in maart 2014 van de eerdere rekeninghouder Live & Life (KvK-nummer [nummer] , behorende bij Live & Life) is overgaan op de nieuwe rekeninghouder De Zeehoek (KvK-nummer [nummer] , behorende bij PJ Beheer).Verdachte is de wettelijk vertegenwoordiger ten aanzien van bankrekening [nummer] .In totaal is vanuit Live & Life in voornoemde periode per saldo € 158.000,00 overgeboekt naar de bankrekening op naam van De Zeehoek met de omschrijving “overboeking” of “rekening courant”. Het betreft € 75.000,00 in de periode van 28 januari 2014 tot 1 april 2014 (tenaamstelling Live & Life) en (per saldo) € 83.000,00 in de periode van 1 april 2014 tot en met 28 augustus 2014 (tenaamstelling De Zeehoek).[naam boekhouder] heeft verklaard “geen idee” te hebben van deze overboekingen naar De Zeehoek met de omschrijving “rekening courant”.
In het jaar 2014 hebben meerdere overboekingen plaatsgevonden van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life naar bankrekening [nummer] op naam van [naam 1] , de zoon van verdachte. In totaal is € 34.492,00 overgeboekt naar de rekening van [naam 1] . Bij deze overboekingen wordt over het algemeen gebruikt gemaakt van de omschrijving “huur” en eenmaal de omschrijving “lening volgens afspraak”.[naam boekhouder] heeft verklaard dat hij geen huurovereenkomst heeft gezien die ziet op de overboekingen met de omschrijving “huur”.
Onttrekkingen van auto’s aan de boedel van Live & Life
In het dossier van de curator zit een afschrijvingsoverzicht van Live & Life over 2013. Daarop staan de volgende auto’s vermeld die in de periode 2013 en 2014 op naam hebben gestaan van Live & Life, te weten: [kenteken] Mercedes, [kenteken] Mercedes en [kenteken] Citroën Berlingo.De curator heeft verklaard dat hij onderzoek heeft gedaan naar de auto’s van Live & Life en dat in de loop van 2014 auto’s uit de boedel van Live & Life zijn verdwenen.
Uit het Belastingdienstsysteem Houderschapsbelasting (hierna: HSB), waarin de voertuiggegevens van de Rijksdienst voor het wegverkeer staan vermeld, komt naar voren dat de Mercedes met kenteken [kenteken] tot 26 augustus 2014 te naam gesteld stond van Live & Life en vanaf 26 augustus 2014 tot 23 april 2015 te naam gesteld stond van LivingInn.
Verder komt uit het HSB naar voren dat de Mercedes met kenteken [kenteken] tot 19 augustus 2014 te naam gesteld stond van Live & Life en vanaf 19 augustus 2014 tot 23 april 2015 te naam gesteld stond van LivingInn. Uit het HSB komt ook naar voren dat de Citroën Berlingo met kenteken [kenteken] tot 19 augustus 2014 te naam gesteld stond van Live & Life en vanaf 19 augustus 2014 tot 23 april 2015 te naam gesteld stond van LivingInn.
Uit de bankmutaties van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life en de bankmutaties van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life/ De Zeehoek B.V. komt niet naar voren dat Live & Life voor de overname van [kenteken] , [kenteken] of [kenteken] een vergoeding heeft ontvangen van LivingInn.Uit de notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van Live & Life van 13 maart 2014 alsmede de notulen van LivingInn van 28/31 maart 2015 en 29 april 2015 komt de overname van de auto’s met kentekens [kenteken] , [kenteken] en/of [kenteken] door LivingInn ook niet naar voren.
Op 6 februari 2014 is vanaf bankrekening [nummer] op naam van Live & Life € 20.900,00 overgeboekt voor de aankoop van een Volvo XC60 met kenteken [kenteken] . Uit de systemen van de Belastingdienst komt naar voren dat de Volvo met kenteken [kenteken] van 6 februari 2014 tot 10 april 2014 te naam gesteld stond van Live & Life en vanaf 10 april 2014 te naam gesteld stond van PJ Beheer. Uit de bankrekening van Live & Life komt niet naar voren dat voor de overname van deze auto een vergoeding is ontvangen door Live & Life. Ook zijn er geen betalingen op of omstreeks 10 april 2014 te zien met een omschrijving van een verkoop van een Volvo.Uit de notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van Live & Life van 13 maart 2014 komt de overname van de auto met kenteken [kenteken] door PJ Beheer ook niet naar voren.[naam boekhouder] heeft verklaard dat hij niet weet waarom de Volvo met kenteken [kenteken] is overgezet en waarom er geen vergoeding is betaald. Hij heeft geen inkoop- en verkoopfacturen gezien voor die auto.
Rol verdachte binnen Live & Life
Verdachte heeft verklaard dat hij de grote beslissingen nam binnen Live & Life en dat hij (onder meer) bepaalde wat er binnen moest komen en wat er betaald moest worden.[naam boekhouder] heeft verklaard dat verdachte samen met zijn echtgenote de dienst uitmaakte bij Live & Life, dat zij alles bepaalden en dat zij de opdracht gaven tot wat hij moest betalen voor Live & Life.[getuige] heeft verklaard dat verdachte de bestuurder was van Live & Life en dat verdachte degene was die alle beslissingen nam en zijn contactpersoon was.[naam contactpersoon] heeft verklaard dat zij verdachte als baas en aanspreekpunt zag.
3.4.2Bewijsoverwegingen
3.4.2.1 Beoordelingskader(s)
Aan verdachte is primair ten laste gelegd dat hij al dan niet tezamen en in vereniging opdracht of feitelijke leiding heeft gegeven aan het door een rechtspersoon (mede)plegen van een bedrieglijke bankbreuk.
Een rechtspersoon kan op grond van artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) worden aangemerkt als dader van een strafbaar feit als de desbetreffende gedraging redelijkerwijs aan die rechtspersoon kan worden toegerekend. Die toerekening is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een belangrijk oriëntatiepunt bij de toerekening is of de gedraging heeft plaatsgevonden dan wel is verricht in de sfeer van de rechtspersoon.
De in artikel 341 Sr (oud) gebruikte bewoordingen “ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers” brengen tot uitdrukking dat de verdachte het opzet moet hebben gehad op de verkorting van de rechten van de schuldeisers.
Pas nadat is vastgesteld dat een rechtspersoon een bepaald strafbaar feit heeft begaan, komt aan de orde of iemand als feitelijke leidinggever of opdrachtgever daarvoor strafrechtelijk aansprakelijk is. In feitelijk leidinggeven ligt een zelfstandig opzetvereiste op de verboden gedraging besloten.
3.4.2.2 Beoordelingskader(s) toegepast op de zaak
De rechtbank vindt dat het primair tenlastegelegde kan worden bewezen. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Onttrekkingen van geldbedragen en auto’s aan de boedel van Live & Life
Uit voornoemde feiten en omstandigheden blijkt genoegzaam dat voordat Live & Life door verdachte was overgenomen, in de woorden van de curator, een keurig bedrijf was dat nette winst maakte. Na de overname laten de stukken een explosie van kosten zien, waarna Live & Life op 25 september 2014, dus binnen anderhalf jaar na de overname, failliet wordt verklaard. Verder kan ook worden vastgesteld dat vrijwel direct na de overname vanuit Live & Life geldbedragen worden overgemaakt naar gelieerde (rechts)personen en auto’s vanuit Live & Life op naam worden gesteld van gelieerde rechtspersonen. [naam stichting] is namelijk – ten tijde van of vlak voor de voornoemde overboekingen – de enig aandeelhouder/ bestuurder van Action Meubel, Action Bed, PJ Beheer en LivingInn. Ook De Zeehoek B.V. is een gelieerde onderneming, aangezien Live & Life respectievelijk PJ Beheer de rekeninghouder van de bankrekening van De Zeehoek B.V. was. Ook blijkt dat verdachte de wettelijk vertegenwoordiger was van de bankrekeningen van [naam B.V.] /Action Meubel en De Zeehoek B.V. Verder blijkt dat door Live & Life geld is overgeboekt naar de zoon van verdachte en dat één van de auto’s – de Volvo met kenteken [kenteken] – is overgeschreven naar PJ Beheer. In de administratie van Live & Life, die aan de curator is overgelegd, zijn geen in- en verkoopfacturen, overeenkomsten of andere documenten gevonden die aan deze overboekingen van de geldbedragen ten grondslag liggen. Tevens is uit de bankrekeningen niet gebleken dat de onderneming een vergoeding heeft ontvangen voor de overname van de auto’s.
Verdachte verklaart hierover – samengevat – dat de overboekingen onderlinge verrekeningen in rekening-courant betroffen en dat hij en zijn echtgenote veel geld in de ondernemingen hebben geïnvesteerd, zodat zij in privé aanspraak konden maken op verrekening. Verdachte heeft dit echter op geen enkele wijze concreet per onttrekking toegelicht en met bescheiden of anderszins onderbouwd. Deze stellingen kunnen bij gebrek aan overgelegde administratie ook niet worden geverifieerd. Een zorgvuldige schriftelijke vastlegging van de grondslag voor deze onttrekkingen had temeer in de rede gelegen, omdat deze onttrekkingen onzakelijk ogen, aangezien het gelieerde (rechts)personen of familieleden zijn die ervan profiteren. Desgevraagd heeft verdachte ook niet kunnen aangeven onder welke (mondelinge) voorwaarden de gestelde leningen zijn verstrekt of de gestelde huur- en rekening-courantovereenkomsten zijn gesloten.
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande dan ook vast dat de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen en auto’s aan de boedel van Live & Life zijn onttrokken ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van Live & Life. Door op deze wijze goederen aan haar boedel te onttrekken, dat wil zeggen terwijl een grondslag daarvoor en een vastlegging daarvan ontbreekt, heeft Live & Life gehandeld met het opzet om de rechten van haar schuldeisers te verkorten.
Administratie van Live & Life
Uit de aangifte van de curator blijkt dat hij enige administratie heeft ontvangen, maar dat hij geen jaarstukken, grootboek, dagboeken als kas/bank/giro en voorraadadministratie heeft ontvangen. Uit de verklaringen van boekhouders [naam boekhouder] en [getuige] blijkt dat zij niet de volledige administratie van Live & Life ontvingen en dat de administratie een zoekplaatje was. Op grond hiervan stelt de rechtbank vast dat Live & Life niet heeft voldaan aan de op haar op grond van artikel 3:15i van het Burgerlijk Wetboek rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren en bewaren van de administratie en dat zij niet de volledige administratie aan de curator heeft uitgeleverd.
Verdachte verklaart hierover – samengevat – dat [naam boekhouder] als voormalig boekhouder van Live & Life verantwoordelijk was voor de administratie en dat hij stukken aan de curator heeft overgelegd en hem heeft gevraagd of hij alles heeft, maar dat de curator geen belangstelling had of niet reageerde.
De administratieve verplichtingen van een onderneming zijn bij uitstek een verantwoordelijkheid van de onderneming. Live & Life kan zich hierbij niet verschuilen achter haar boekhouder. Verder blijkt uit de aangifte dat de curator wel degelijk aan verdachte als vertegenwoordiger van Live & Life heeft gevraagd om de administratie. Daarbij komt dat de failliet ook uit eigen beweging de volledige administratie aan de curator dient af te dragen. Dit heeft Live & Life nagelaten. Live & Life heeft ook nagelaten om maatregelen te nemen om de boekhouding wel op orde te krijgen. Door het niet voeren van een volledige en deugdelijke administratie, waardoor er ook geen volledige en deugdelijke administratie aan de curator ter beschikking kon worden gesteld, heeft Live & Life gehandeld met het opzet om de rechten van haar schuldeisers te verkorten. Dit geldt in het bijzonder vanwege het feit dat er geen administratie is bijgehouden van de hiervoor genoemde onzakelijke onttrekkingen, waardoor niet inzichtelijk is geworden dat en waarom die onttrekkingen hebben plaatsgevonden en dat er – ten gunste van Live & Life – geen tegenprestatie is geleverd.
Strafbaarheid van de rechtspersoon en feitelijk leidinggeven
Zoals eerder is overwogen, moet eerst de vraag worden beantwoord of de verboden gedragingen, die gelet op het bovenstaande bewezen kunnen worden verklaard, aan Live & Life kunnen worden toegerekend en, zo ja, pas daarna of verdachte hiervoor als feitelijk leidinggever strafrechtelijk aansprakelijk is.
De onttrekkingen van goederen aan de boedel en het niet deugdelijk voeren, bewaren en tevoorschijn brengen van de gehele administratie zijn gedragingen die redelijkerwijs kunnen worden toegerekend aan Live & Life, omdat deze gedragingen in de sfeer van haar als rechtspersoon hebben plaatsgevonden, dan wel zijn verricht. Het overschrijven van geldbedragen, het overdragen van auto’s en het voeren, bewaren en ter beschikking stellen van een administratie zijn immers – bij uitstek – gedragingen die passen in de normale bedrijfsvoering en taakuitoefening van een rechtspersoon, en zij kon erover beschikken of de gedragingen al dan niet zouden plaatsvinden.
Dat Live & Life deze onttrekkingen opzettelijk heeft verricht volgt ten dele uit de omstandigheid dat de namens of ten behoeve van die rechtspersoon optredende natuurlijke personen met dat opzet hebben gehandeld. In dit verband kan gedacht worden aan de personen die de overboekingen feitelijk hebben verricht. Het opzet van Live & Life kan voor het overige worden afgeleid uit haar beleid dan wel de feitelijke gang van zaken binnen Live & Life. Hierbij kan gedacht worden aan de wijze waarop de administratie (niet) werd bijgehouden.
De rechtbank acht ook bewezen dat verdachte aan de verboden gedragingen van Live & Life, te weten de bedrieglijke bankbreuk, feitelijke leiding heeft gegeven, omdat hij via [naam stichting] de middellijk bestuurder was van Live & Life en omdat hij feitelijk de eindverantwoordelijkheid droeg. Verdachte nam namelijk de grote beslissingen binnen Live & Life. Hij bepaalde onder meer wat er betaald moest worden en hij was eindverantwoordelijk voor het voeren, bewaren en ter beschikking stellen van de administratie. Uit het dossier zijn ook geen andere personen naar voren gekomen die enige doorslaggevende zeggenschap zouden hebben gehad over wat er in en met Live & Life gebeurde. Verdachte heeft ook opzet gehad op de bedrieglijke bankbreuk door Live & Life. Er is immers sprake van structureel begane strafbare feiten over een langere periode. Hij was bovendien diegene die de geldbedragen en auto’s liet overschrijven zonder aantoonbare zakelijke onderbouwing daarvan en hij was er eindverantwoordelijk voor dat er geen volledige en deugdelijke administratie werd bijgehouden, bewaard en ter beschikking gesteld aan de curator, zodat hij geacht wordt bekend te zijn geweest met de verboden gedragingen en het plegen daarvan door Live & Life te hebben gewild.
De rechtbank vindt het primair tenlastegelegde bewezen. Verdachte heeft feitelijke leiding gegeven aan verboden gedragingen van Live & Life, die in staat van faillissement was verklaard, te weten het onttrekken van geldbedragen en auto’s aan de boedel en het niet voldoen aan de op Live & Life rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie en het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers.
Voor het medeplegen door Live & Life bevat het dossier onvoldoende aanknopingspunten zodat partiële vrijspraak voor dit medeplegen zal volgen. Het dossier bevat ook onvoldoende bewijs dat verdachte, als feitelijk leidinggever, nauw en bewust heeft samengewerkt met (een) andere (rechts)perso(o)n(en), zoals zijn echtgenote. Verdachte zal van het medeplegen van feitelijk leidinggeven dan ook partieel worden vrijgesproken.