ECLI:NL:RBAMS:2023:6069

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
29 september 2023
Zaaknummer
81-110237-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedrieglijke bankbreuk door feitelijk leidinggever van een rechtspersoon met onttrekking van activa aan de boedel

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 28 september 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als feitelijk leidinggever van de rechtspersoon Live & Life B.V. wordt beschuldigd van bedrieglijke bankbreuk. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het onttrekken van in totaal € 340.667,00 en vier auto’s aan de boedel van Live & Life B.V. voordat het faillissement werd uitgesproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte geen deugdelijke administratie heeft gevoerd, bewaard en ter beschikking heeft gesteld aan de curator, wat heeft geleid tot een bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers. De rechtbank overweegt dat, gezien de ernst van de feiten en de LOVS-oriëntatiepunten, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in de rede had gelegen. Echter, vanwege de overschrijding van de redelijke termijn en andere strafmatigende omstandigheden, is besloten om een taakstraf van 200 uur op te leggen, met aftrek van voorarrest. Daarnaast is er een beroepsverbod opgelegd voor de duur van vijf jaar en zal het vonnis worden gepubliceerd in de registers van de Kamer van Koophandel. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het feit dat hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedragingen van Live & Life B.V. en heeft hem veroordeeld tot de opgelegde straffen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 81-110237-20
Datum uitspraak: 28 september 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1950,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 september 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.I.M. Geertsema en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.M. Veldman naar voren hebben gebracht.
Op de zitting van 14 september 2023 zijn de zaken van verdachte en [medeverdachte] (81-342854-21) gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld. De rechtbank doet in beide zaken vandaag uitspraak.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt er – kort gezegd – van beschuldigd dat hij in de periode van 31 mei 2013 tot en met 30 juni 2016 te Heemskerk (Nederland) en/of Kaprun (Oostenrijk)
Primair: (in vereniging) opdracht heeft geven danwel feitelijke leiding heeft gegeven aan het (mede)plegen van bedrieglijke bankbreuk door Live & Life B.V., die failliet is verklaard, doordat Live & Life B.V. ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers
  • vier geldbedragen (€ 138.500,00 naar Action Meubel B.V., € 9.675,00 naar Action Bed B.V., € 34.492,00 naar [naam 1] en € 158.000,00 naar De Zeehoek B.V. / Live & Life B.V.) en vier auto's (kentekens [kenteken] , [kenteken] , [kenteken] en [kenteken] ) aan de boedel van Live & Life B.V. heeft onttrokken en/of
  • niet heeft voldaan aan haar administratieplicht, door geen volledige deugdelijke bedrijfsadministratie van Live & Life B.V. te voeren, niet de gehele administratie van Live & Life B.V. te bewaren en/of niet de (gehele) administratie van Live & Life B.V. aan de curator in het faillissement uit te leveren.
Subsidiairis dit feit ten laste gelegd als (mede)plegen.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Inleiding
Live & Life B.V. (hierna: Live & Life) is bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 25 september 2014 in staat van faillissement verklaard. De curator, P. Ingwersen, heeft op 11 februari 2019 aangifte gedaan van faillissementsfraude, omdat de schuldeisers van Live & Life zijn benadeeld en de afhandeling van het faillissement is bemoeilijkt. Het Openbaar Ministerie is vervolgens een strafrechtelijk onderzoek gestart onder de naam ‘Zimmer Frei’.
De rechtbank moet primair de vraag beantwoorden of Live & Life zich schuldig heeft gemaakt aan bedrieglijke bankbreuk en, zo ja, of verdachte hieraan feitelijke leiding heeft gegeven. Subsidiair moet de rechtbank de vraag beantwoorden of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het (mede)plegen van bedrieglijke bankbreuk met betrekking tot Live & Life.
Wetswijziging en de beschuldiging
Per 1 juli 2016 zijn de bepalingen over de strafbaarstelling van bedrieglijke bankbreuk gewijzigd. De aan verdachte verweten gedragingen vallen, gelet op de tenlastegelegde periode, onder de oude wettekst.
3.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Live & Life, dat in staat van faillissement is verklaard, heeft ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers, geldbedragen en auto’s aan haar boedel onttrokken en niet voldaan aan haar administratieplicht. Verdachte heeft hieraan feitelijke leiding gegeven, zodat het primair tenlastegelegde kan worden bewezen.
3.3
Het standpunt van de verdediging
Verdachte betwist dat er geldbedragen en auto’s aan de boedel van Live & Life zijn onttrokken. De overboekingen betroffen verrekeningen in rekening-courant tussen verschillende bedrijven. Het was de intentie van verdachte om die bedrijven te consolideren en er één geheel van te maken. Hij heeft er alles aan gedaan om het faillissement van Live & Life te voorkomen. Met betrekking tot de administratie van Live & Life geldt dat verdachte alles aan zijn boekhouder(s) heeft overgelaten. Verdachte heeft stukken aan de curator overgelegd en aan hem gevraagd of hij nog meer stukken nodig had, maar het antwoord was steeds ontkennend of er kwam in het geheel geen reactie. Omdat verdachte niet heeft gehandeld met het opzet om de rechten van de schuldeisers te verkorten, moet hij integraal worden vrijgesproken.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
3.4.1
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
De B.V.’s en hun aandeelhouders/bestuurders
Live & Life is een besloten vennootschap met winkels in meubels, waarvan [naam stichting] (hierna: [naam stichting] ) vanaf 29 mei 2013 de enig bestuurder en vanaf 5 augustus 2013 ook de enig aandeelhouder is. Verdachte is sinds 11 augustus 2011 de enig bestuurder van [naam stichting] . Op 16 augustus 2013 heeft Live & Life de activa en de verplichtingen ten aanzien van de werknemers van [naam V.O.F.] overgenomen. Van 23 augustus 2013 tot 19 augustus 2014 is De Zeehoek ook een handelsnaam van Live & Life (voor de vestiging aan de [adres] ). Het bezoekadres van Live & Life is de [adres] en het postadres is de [adres] . [2]
[naam stichting] is van 31 mei 2012 tot 10 oktober 2013 ook bestuurder geweest van [naam B.V.] (hierna: [naam B.V.] ) en verdachte was wettelijk vertegenwoordiger ten aanzien van de bankrekening met nummer [nummer] die op naam staat van [naam B.V.] . Van 9 juli 2013 tot 10 oktober 2013 was Action Meubel B.V. (hierna: Action Meubel) de handelsnaam van [naam B.V.] . [3] Verder is [naam stichting] van 6 december 2011 tot 1 oktober 2013 ook enig aandeelhouder en bestuurder van Action Bed B.V. (hierna: Action Bed) geweest. [4] Tevens is [naam stichting] van 20 februari 2014 tot 4 september 2014 enig aandeelhouder van PJ Beheer B.V. (hierna: PJ Beheer) geweest, welke is opgericht op 19 februari 2014 en vanaf 1 oktober 2014 gevestigd was op de [adres] . Daarna is verdachte van 4 september 2014 tot 5 oktober 2015 de enig aandeelhouder van PJ Beheer geweest. Van 19 februari 2014 tot 30 oktober 2015 is De Zeehoek B.V. de handelsnaam van PJ Beheer geweest. [5] Tot slot is [naam stichting] van 28 februari 2014 tot 4 september 2014 enig aandeelhouder van LivingInn B.V. (hierna: LivingInn) geweest, welke is opgericht op 27 februari 2014. LivingInn gebruikt De Zeehoek ook als één van haar handelsnamen. LivingInn heeft de [adres] als één van haar vestigingsadressen gehad. [6]
Faillissement van Live & Life
Live & Life is bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 25 september 2014 in staat van faillissement verklaard. In dit vonnis is P. Ingwersen als curator aangesteld in dit faillissement. [7]
Administratie van Live & Life
Op 11 februari 2019 heeft de curator van Live & Life aangifte gedaan van faillissementsfraude. [8] De curator geeft aan dat hij kort na de uitspraak van het faillissement het bedrijfsadres van Live & Life aan de [adres] heeft bezocht. Hij heeft daar geen voorraden aangetroffen. Ter plaatse is aan hem door een onbekend gebleven persoon medegedeeld dat de bedrijfshal vlak voor het faillissement is leeggehaald. De curator is op 29 september 2014 teruggegaan naar het bedrijfsadres. Verdachte vertelde hem dat alle activiteiten waren voortgezet door een collega-ondernemer in dezelfde bedrijfstak, maar volgens de curator heeft de boedel geen vergoeding ontvangen voor de daaraan onttrokken activa. [9]
Op 25 september 2014 heeft de curator telefonisch en per e-mail aan verdachte verzocht om alle van belang zijnde stukken mee te nemen, in ieder geval de jaarstukken van de voorbije jaren, alle debiteuren- en crediteurengegevens en een inzicht in de huurverhoudingen. [10] Op 30 september 2014 heeft de curator verdachte ook gevraagd de actuele administratie van Live & Life ter beschikking te stellen, maar die kon verdachte niet aanleveren. [11] Op 1 oktober 2014 heeft de curator een e-mailbericht van verdachte ontvangen met een recente crediteurenlijst en twee balansen van 31 december 2012 en 30 april 2013. Deze balansen hebben betrekking op de periode voordat verdachte, door middel van [naam stichting] , Live & Life op 29 mei 2013 van de vorige bestuurders/aandeelhouders heeft overgenomen.
Op 9 april 2015 heeft de curator gesproken met de voormalig boekhouder van Live & Life, [naam boekhouder] (hierna: [naam boekhouder] ). Hij heeft aan de curator meegedeeld dat hem niet bekend is waar de administratie van Live & Life zich bevindt. De curator heeft van [naam boekhouder] wel een map ontvangen met daarin een balans van Live & Life van 1 mei 2014, waarop een voorraad stond vermeld ter waarde van € 220.000,00 en een orderportefeuille ter waarde van € 30.000,00. [12] De curator heeft geen jaarstukken, grootboek, dagboeken als kas/bank/giro en voorraadadministratie ontvangen. De curator heeft alleen mappen ontvangen met kassa-afslagen over 2013. Hierdoor is het voor hem niet mogelijk gebleken om de rechten en verplichtingen van Live & Life vast te stellen waardoor volgens hem de schuldeisers worden benadeeld en de afhandeling van het faillissement wordt bemoeilijkt. Zijn onderzoek richtte zich op de periode vanaf mei 2013. [13] Verder heeft de curator verklaard dat hij het opvallend vindt dat uit de jaarstukken van Live & Life, van vóór de periode dat verdachte leidinggevende was, blijkt dat sprake was van een “keurig bedrijf” dat “nette winst maakte”. De stukken die de curator op 30 september 2014 van verdachte kreeg, lieten een explosie van kosten zien die volgens hem geen verband hield met te rechtvaardigen omzetstijging. [14]
[naam boekhouder] heeft als getuige verklaard dat de administratie bij Live & Life een rotzooi was. Hij heeft ook verklaard te hebben gezien dat de administratie van Live & Life tot en met juni 2014 is verwijderd. [naam boekhouder] heeft verder verklaard dat hij niet over de administratie van Live & Life beschikt. [15] [getuige] (hierna: [getuige] ) heeft als getuige verklaard dat administratiekantoor [naam kantoor] op enig moment de administratieve verwerking van Live & Life heeft overgenomen van [naam boekhouder] , dat de administratie van Live & Life een zoekplaatje was en dat hij het gevoel had dat de gegevens van Live & Life onvolledig werden aangeleverd. [getuige] heeft verder verklaard dat hij het idee had dat verdachte bewust facturen niet liet zien, maar dat er wel overboekingen op de bank te zien waren. [16]
Onttrekkingen van geldbedragen aan de boedel van Live & Life
Op 12 maart 2019 heeft [naam 2] namens ING Bank Nederland N.V. (hierna: ING) aangifte gedaan van onttrekkingen aan het pandrecht. Door ING is een onderzoek verricht naar bankrekening [nummer] op naam van Live & Life, waarbij ING een aantal opmerkelijke transacties heeft geconstateerd. [17] Transacties naar vier (rechts)personen worden hieronder beschreven.
In de periode van 31 mei 2013 tot en met 14 juni 2013 hebben meerdere overboekingen plaatsgevonden van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life naar bankrekening [nummer] op naam van [naam B.V.] , ook bekend als Action Meubel. In totaal is een bedrag van € 138.500,00 overgeboekt met de omschrijvingen “aankoop goederen (overgemaakt in opdracht van dhr. [verdachte] )”. [18] [naam boekhouder] heeft verklaard dat hij niet weet waarom Live & Life € 138.500,00 naar Action Meubel heeft overgemaakt en dat hij geen facturen heeft gezien voor de overname van de voorraad. [19] Verdachte heeft in zijn gesprek met ING bevestigd dat de afzonderlijke overboekingen (optellend tot het bedrag van € 138.500,00), door personeel van Live & Life, in zijn opdracht zijn verricht. [20]
In de periode van 22 oktober 2013 tot en met 8 september 2014 hebben meerdere overboekingen plaatsgevonden van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life naar bankrekening [nummer] op naam van Action Bed. De overboekingen hebben steeds een van de volgende omschrijvingen: “lening”, “huur”, “laatste betaling belasting volgens afspraak” of “energiekosten”. Per saldo is door Live & Life een bedrag van € 9.675,00 overgeboekt naar Action Bed. [21]
In de periode van 28 januari 2014 tot en met 28 augustus 2014 hebben meerdere overboekingen plaatsgevonden van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life naar bankrekening [nummer] op naam van De Zeehoek. Uit de systemen van de Belastingdienst blijkt dat bankrekening [nummer] in maart 2014 van de eerdere rekeninghouder Live & Life (KvK-nummer [nummer] , behorende bij Live & Life [22] ) is overgaan op de nieuwe rekeninghouder De Zeehoek (KvK-nummer [nummer] , behorende bij PJ Beheer [23] ). [24] Verdachte is de wettelijk vertegenwoordiger ten aanzien van bankrekening [nummer] . [25] In totaal is vanuit Live & Life in voornoemde periode per saldo € 158.000,00 overgeboekt naar de bankrekening op naam van De Zeehoek met de omschrijving “overboeking” of “rekening courant”. Het betreft € 75.000,00 in de periode van 28 januari 2014 tot 1 april 2014 (tenaamstelling Live & Life) en (per saldo) € 83.000,00 in de periode van 1 april 2014 tot en met 28 augustus 2014 (tenaamstelling De Zeehoek). [26] [naam boekhouder] heeft verklaard “geen idee” te hebben van deze overboekingen naar De Zeehoek met de omschrijving “rekening courant” [27] .
In het jaar 2014 hebben meerdere overboekingen plaatsgevonden van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life naar bankrekening [nummer] op naam van [naam 1] , de zoon van verdachte. In totaal is € 34.492,00 overgeboekt naar de rekening van [naam 1] . Bij deze overboekingen wordt over het algemeen gebruikt gemaakt van de omschrijving “huur” en eenmaal de omschrijving “lening volgens afspraak”. [28] [naam boekhouder] heeft verklaard dat hij geen huurovereenkomst heeft gezien die ziet op de overboekingen met de omschrijving “huur”. [29]
Onttrekkingen van auto’s aan de boedel van Live & Life
In het dossier van de curator zit een afschrijvingsoverzicht van Live & Life over 2013. Daarop staan de volgende auto’s vermeld die in de periode 2013 en 2014 op naam hebben gestaan van Live & Life, te weten: [kenteken] Mercedes, [kenteken] Mercedes en [kenteken] Citroën Berlingo. [30] De curator heeft verklaard dat hij onderzoek heeft gedaan naar de auto’s van Live & Life en dat in de loop van 2014 auto’s uit de boedel van Live & Life zijn verdwenen. [31]
Uit het Belastingdienstsysteem Houderschapsbelasting (hierna: HSB), waarin de voertuiggegevens van de Rijksdienst voor het wegverkeer staan vermeld, komt naar voren dat de Mercedes met kenteken [kenteken] tot 26 augustus 2014 te naam gesteld stond van Live & Life en vanaf 26 augustus 2014 tot 23 april 2015 te naam gesteld stond van LivingInn.
Verder komt uit het HSB naar voren dat de Mercedes met kenteken [kenteken] tot 19 augustus 2014 te naam gesteld stond van Live & Life en vanaf 19 augustus 2014 tot 23 april 2015 te naam gesteld stond van LivingInn. Uit het HSB komt ook naar voren dat de Citroën Berlingo met kenteken [kenteken] tot 19 augustus 2014 te naam gesteld stond van Live & Life en vanaf 19 augustus 2014 tot 23 april 2015 te naam gesteld stond van LivingInn. [32]
Uit de bankmutaties van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life en de bankmutaties van bankrekening [nummer] op naam van Live & Life/ De Zeehoek B.V. komt niet naar voren dat Live & Life voor de overname van [kenteken] , [kenteken] of [kenteken] een vergoeding heeft ontvangen van LivingInn. [33] Uit de notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van Live & Life van 13 maart 2014 alsmede de notulen van LivingInn van 28/31 maart 2015 en 29 april 2015 komt de overname van de auto’s met kentekens [kenteken] , [kenteken] en/of [kenteken] door LivingInn ook niet naar voren. [34]
Op 6 februari 2014 is vanaf bankrekening [nummer] op naam van Live & Life € 20.900,00 overgeboekt voor de aankoop van een Volvo XC60 met kenteken [kenteken] . Uit de systemen van de Belastingdienst komt naar voren dat de Volvo met kenteken [kenteken] van 6 februari 2014 tot 10 april 2014 te naam gesteld stond van Live & Life en vanaf 10 april 2014 te naam gesteld stond van PJ Beheer. Uit de bankrekening van Live & Life komt niet naar voren dat voor de overname van deze auto een vergoeding is ontvangen door Live & Life. Ook zijn er geen betalingen op of omstreeks 10 april 2014 te zien met een omschrijving van een verkoop van een Volvo. [35] Uit de notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders van Live & Life van 13 maart 2014 komt de overname van de auto met kenteken [kenteken] door PJ Beheer ook niet naar voren. [36] [naam boekhouder] heeft verklaard dat hij niet weet waarom de Volvo met kenteken [kenteken] is overgezet en waarom er geen vergoeding is betaald. Hij heeft geen inkoop- en verkoopfacturen gezien voor die auto. [37]
Rol verdachte binnen Live & Life
Verdachte heeft verklaard dat hij de grote beslissingen nam binnen Live & Life en dat hij (onder meer) bepaalde wat er binnen moest komen en wat er betaald moest worden. [38] [naam boekhouder] heeft verklaard dat verdachte samen met zijn echtgenote de dienst uitmaakte bij Live & Life, dat zij alles bepaalden en dat zij de opdracht gaven tot wat hij moest betalen voor Live & Life. [39] [getuige] heeft verklaard dat verdachte de bestuurder was van Live & Life en dat verdachte degene was die alle beslissingen nam en zijn contactpersoon was. [40] [naam contactpersoon] heeft verklaard dat zij verdachte als baas en aanspreekpunt zag. [41]
3.4.2
Bewijsoverwegingen
3.4.2.1 Beoordelingskader(s)
Aan verdachte is primair ten laste gelegd dat hij al dan niet tezamen en in vereniging opdracht of feitelijke leiding heeft gegeven aan het door een rechtspersoon (mede)plegen van een bedrieglijke bankbreuk.
Een rechtspersoon kan op grond van artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) worden aangemerkt als dader van een strafbaar feit als de desbetreffende gedraging redelijkerwijs aan die rechtspersoon kan worden toegerekend. Die toerekening is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een belangrijk oriëntatiepunt bij de toerekening is of de gedraging heeft plaatsgevonden dan wel is verricht in de sfeer van de rechtspersoon.
De in artikel 341 Sr (oud) gebruikte bewoordingen “ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers” brengen tot uitdrukking dat de verdachte het opzet moet hebben gehad op de verkorting van de rechten van de schuldeisers.
Pas nadat is vastgesteld dat een rechtspersoon een bepaald strafbaar feit heeft begaan, komt aan de orde of iemand als feitelijke leidinggever of opdrachtgever daarvoor strafrechtelijk aansprakelijk is. In feitelijk leidinggeven ligt een zelfstandig opzetvereiste op de verboden gedraging besloten.
3.4.2.2 Beoordelingskader(s) toegepast op de zaak
De rechtbank vindt dat het primair tenlastegelegde kan worden bewezen. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Onttrekkingen van geldbedragen en auto’s aan de boedel van Live & Life
Uit voornoemde feiten en omstandigheden blijkt genoegzaam dat voordat Live & Life door verdachte was overgenomen, in de woorden van de curator, een keurig bedrijf was dat nette winst maakte. Na de overname laten de stukken een explosie van kosten zien, waarna Live & Life op 25 september 2014, dus binnen anderhalf jaar na de overname, failliet wordt verklaard. Verder kan ook worden vastgesteld dat vrijwel direct na de overname vanuit Live & Life geldbedragen worden overgemaakt naar gelieerde (rechts)personen en auto’s vanuit Live & Life op naam worden gesteld van gelieerde rechtspersonen. [naam stichting] is namelijk – ten tijde van of vlak voor de voornoemde overboekingen – de enig aandeelhouder/ bestuurder van Action Meubel, Action Bed, PJ Beheer en LivingInn. Ook De Zeehoek B.V. is een gelieerde onderneming, aangezien Live & Life respectievelijk PJ Beheer de rekeninghouder van de bankrekening van De Zeehoek B.V. was. Ook blijkt dat verdachte de wettelijk vertegenwoordiger was van de bankrekeningen van [naam B.V.] /Action Meubel en De Zeehoek B.V. Verder blijkt dat door Live & Life geld is overgeboekt naar de zoon van verdachte en dat één van de auto’s – de Volvo met kenteken [kenteken] – is overgeschreven naar PJ Beheer. In de administratie van Live & Life, die aan de curator is overgelegd, zijn geen in- en verkoopfacturen, overeenkomsten of andere documenten gevonden die aan deze overboekingen van de geldbedragen ten grondslag liggen. Tevens is uit de bankrekeningen niet gebleken dat de onderneming een vergoeding heeft ontvangen voor de overname van de auto’s.
Verdachte verklaart hierover – samengevat – dat de overboekingen onderlinge verrekeningen in rekening-courant betroffen en dat hij en zijn echtgenote veel geld in de ondernemingen hebben geïnvesteerd, zodat zij in privé aanspraak konden maken op verrekening. Verdachte heeft dit echter op geen enkele wijze concreet per onttrekking toegelicht en met bescheiden of anderszins onderbouwd. Deze stellingen kunnen bij gebrek aan overgelegde administratie ook niet worden geverifieerd. Een zorgvuldige schriftelijke vastlegging van de grondslag voor deze onttrekkingen had temeer in de rede gelegen, omdat deze onttrekkingen onzakelijk ogen, aangezien het gelieerde (rechts)personen of familieleden zijn die ervan profiteren. Desgevraagd heeft verdachte ook niet kunnen aangeven onder welke (mondelinge) voorwaarden de gestelde leningen zijn verstrekt of de gestelde huur- en rekening-courantovereenkomsten zijn gesloten.
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande dan ook vast dat de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen en auto’s aan de boedel van Live & Life zijn onttrokken ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers van Live & Life. Door op deze wijze goederen aan haar boedel te onttrekken, dat wil zeggen terwijl een grondslag daarvoor en een vastlegging daarvan ontbreekt, heeft Live & Life gehandeld met het opzet om de rechten van haar schuldeisers te verkorten.
Administratie van Live & Life
Uit de aangifte van de curator blijkt dat hij enige administratie heeft ontvangen, maar dat hij geen jaarstukken, grootboek, dagboeken als kas/bank/giro en voorraadadministratie heeft ontvangen. Uit de verklaringen van boekhouders [naam boekhouder] en [getuige] blijkt dat zij niet de volledige administratie van Live & Life ontvingen en dat de administratie een zoekplaatje was. Op grond hiervan stelt de rechtbank vast dat Live & Life niet heeft voldaan aan de op haar op grond van artikel 3:15i van het Burgerlijk Wetboek rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren en bewaren van de administratie en dat zij niet de volledige administratie aan de curator heeft uitgeleverd.
Verdachte verklaart hierover – samengevat – dat [naam boekhouder] als voormalig boekhouder van Live & Life verantwoordelijk was voor de administratie en dat hij stukken aan de curator heeft overgelegd en hem heeft gevraagd of hij alles heeft, maar dat de curator geen belangstelling had of niet reageerde.
De administratieve verplichtingen van een onderneming zijn bij uitstek een verantwoordelijkheid van de onderneming. Live & Life kan zich hierbij niet verschuilen achter haar boekhouder. Verder blijkt uit de aangifte dat de curator wel degelijk aan verdachte als vertegenwoordiger van Live & Life heeft gevraagd om de administratie. Daarbij komt dat de failliet ook uit eigen beweging de volledige administratie aan de curator dient af te dragen. Dit heeft Live & Life nagelaten. Live & Life heeft ook nagelaten om maatregelen te nemen om de boekhouding wel op orde te krijgen. Door het niet voeren van een volledige en deugdelijke administratie, waardoor er ook geen volledige en deugdelijke administratie aan de curator ter beschikking kon worden gesteld, heeft Live & Life gehandeld met het opzet om de rechten van haar schuldeisers te verkorten. Dit geldt in het bijzonder vanwege het feit dat er geen administratie is bijgehouden van de hiervoor genoemde onzakelijke onttrekkingen, waardoor niet inzichtelijk is geworden dat en waarom die onttrekkingen hebben plaatsgevonden en dat er – ten gunste van Live & Life – geen tegenprestatie is geleverd.
Strafbaarheid van de rechtspersoon en feitelijk leidinggeven
Zoals eerder is overwogen, moet eerst de vraag worden beantwoord of de verboden gedragingen, die gelet op het bovenstaande bewezen kunnen worden verklaard, aan Live & Life kunnen worden toegerekend en, zo ja, pas daarna of verdachte hiervoor als feitelijk leidinggever strafrechtelijk aansprakelijk is.
De onttrekkingen van goederen aan de boedel en het niet deugdelijk voeren, bewaren en tevoorschijn brengen van de gehele administratie zijn gedragingen die redelijkerwijs kunnen worden toegerekend aan Live & Life, omdat deze gedragingen in de sfeer van haar als rechtspersoon hebben plaatsgevonden, dan wel zijn verricht. Het overschrijven van geldbedragen, het overdragen van auto’s en het voeren, bewaren en ter beschikking stellen van een administratie zijn immers – bij uitstek – gedragingen die passen in de normale bedrijfsvoering en taakuitoefening van een rechtspersoon, en zij kon erover beschikken of de gedragingen al dan niet zouden plaatsvinden.
Dat Live & Life deze onttrekkingen opzettelijk heeft verricht volgt ten dele uit de omstandigheid dat de namens of ten behoeve van die rechtspersoon optredende natuurlijke personen met dat opzet hebben gehandeld. In dit verband kan gedacht worden aan de personen die de overboekingen feitelijk hebben verricht. Het opzet van Live & Life kan voor het overige worden afgeleid uit haar beleid dan wel de feitelijke gang van zaken binnen Live & Life. Hierbij kan gedacht worden aan de wijze waarop de administratie (niet) werd bijgehouden.
De rechtbank acht ook bewezen dat verdachte aan de verboden gedragingen van Live & Life, te weten de bedrieglijke bankbreuk, feitelijke leiding heeft gegeven, omdat hij via [naam stichting] de middellijk bestuurder was van Live & Life en omdat hij feitelijk de eindverantwoordelijkheid droeg. Verdachte nam namelijk de grote beslissingen binnen Live & Life. Hij bepaalde onder meer wat er betaald moest worden en hij was eindverantwoordelijk voor het voeren, bewaren en ter beschikking stellen van de administratie. Uit het dossier zijn ook geen andere personen naar voren gekomen die enige doorslaggevende zeggenschap zouden hebben gehad over wat er in en met Live & Life gebeurde. Verdachte heeft ook opzet gehad op de bedrieglijke bankbreuk door Live & Life. Er is immers sprake van structureel begane strafbare feiten over een langere periode. Hij was bovendien diegene die de geldbedragen en auto’s liet overschrijven zonder aantoonbare zakelijke onderbouwing daarvan en hij was er eindverantwoordelijk voor dat er geen volledige en deugdelijke administratie werd bijgehouden, bewaard en ter beschikking gesteld aan de curator, zodat hij geacht wordt bekend te zijn geweest met de verboden gedragingen en het plegen daarvan door Live & Life te hebben gewild.
Conclusie
De rechtbank vindt het primair tenlastegelegde bewezen. Verdachte heeft feitelijke leiding gegeven aan verboden gedragingen van Live & Life, die in staat van faillissement was verklaard, te weten het onttrekken van geldbedragen en auto’s aan de boedel en het niet voldoen aan de op Live & Life rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie en het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers.
Voor het medeplegen door Live & Life bevat het dossier onvoldoende aanknopingspunten zodat partiële vrijspraak voor dit medeplegen zal volgen. Het dossier bevat ook onvoldoende bewijs dat verdachte, als feitelijk leidinggever, nauw en bewust heeft samengewerkt met (een) andere (rechts)perso(o)n(en), zoals zijn echtgenote. Verdachte zal van het medeplegen van feitelijk leidinggeven dan ook partieel worden vrijgesproken.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 3.4.1 in de voetnoten opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat:
Primair:
Live & Life B.V., die bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 25 september 2014 in staat van faillissement is verklaard, op tijdstippen in de periode van 31 mei 2013 tot en met 30 juni 2016 in Nederland, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers,
- enig goed aan de boedel heeft onttrokken, immers heeft Live & Life B.V. in voornoemde periode:
- een geldbedrag van in totaal € 138.500 overgeboekt naar bankrekening [nummer] van Action Meubel B.V. en
- een geldbedrag van in totaal € 9.675 overgeboekt naar bankrekening [nummer] van Action Bed B.V. en
- een geldbedrag van in totaal € 34.492 overgeboekt naar bankrekening [nummer] van [naam 1] en
- een geldbedrag van in totaal van € 158.000 overgeboekt naar bankrekening [nummer] van De Zeehoek B.V. / Live & Life B.V. en
- een auto met kenteken [kenteken] en
- een auto met kenteken [kenteken] en
- een auto met kenteken [kenteken] en
- een auto met kenteken [kenteken]
aan de boedel onttrokken en
- niet voldaan heeft aan de op haar rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en/of het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld, immers heeft Live & Life B.V.
- geen volledige deugdelijke bedrijfsadministratie gevoerd, in elk geval de administratie niet zodanig gevoerd dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van Live & Life B.V. konden worden gekend en
- niet de gehele administratie van Live & Life B.V. bewaard en
- niet de gehele administratie van Live & Life B.V. (op verzoek van de curator) aan de curator in het faillissement uitgeleverd en ter beschikking gesteld,
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijke leiding heeft gegeven.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straffen

7.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van voorarrest. Verder heeft zij gevorderd dat aan verdachte het recht wordt ontzegd een bepaald beroep uit te oefenen voor de duur van vijf jaren. Deze ontzetting houdt in dat verdachte gedurende deze periode wordt verboden op te treden als bestuurder of aandeelhouder van rechtspersonen. De officier van justitie vordert ook dat het vonnis wordt geregistreerd bij de Kamer van Koophandel (hierna: KvK).
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar een taakstraf eventueel in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Verder heeft zij verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met de omstandigheid dat de strafzaak al heel lang heeft geduurd en dat verdachte zijn huurwoning kwijt kan raken als hij de gevangenis in moet.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich als feitelijk leidinggever van een Live & Life schuldig gemaakt aan bedrieglijke bankbreuk door – voordat het faillissement van Live & Life werd uitgesproken – in totaal € 340.667,00 en vier auto’s aan de boedel van Live & Life te onttrekken en geen deugdelijke administratie te voeren, bewaren en ter beschikking te stellen aan de curator, telkens ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers. Op het moment dat Live & Life in staat van faillissement werd verklaard was er daardoor minder geld in de boedel aanwezig om over de schuldeisers te verdelen. Schuldeisers kunnen hierdoor in de problemen komen met het betalen van hun eigen rekeningen en zelf eventueel ook failliet gaan. Door als feitelijk leidinggever van de vennootschap geen deugdelijke en volledige administratie bij te houden en dus ook geen volledige administratie aan de curator te kunnen overleggen, heeft hij de werkzaamheden van de curator bemoeilijkt. In het nadeel van verdachte weegt ook mee dat de bedrieglijke bankbreuk een behoorlijke periode heeft geduurd, dat verdachte het strafbare feit niet uit eigen beweging heeft beëindigd en dat hij een leidinggevende rol heeft gehad. Dit rechtvaardigt, mede gelet op het hoge benadelingsbedrag, in beginsel de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Andere relevante omstandigheden
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie van verdachte van 30 augustus 2023. Hieruit blijkt dat hij recent niet is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten, maar in 2014 (en in 2016 in België) wel eerder onherroepelijk is veroordeeld voor bedrieglijke bankbreuk.
Als uitgangspunt voor het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf is ook gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS) die de rechtbanken hebben vastgesteld. Het oriëntatiepunt voor fraude met een benadelingsbedrag tussen € 250.000,00 tot € 500.000,00 is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tussen de 12 en 18 maanden.
Daarnaast houdt de rechtbank in strafmatigende zin rekening met de overschrijding van de redelijke termijn. Als uitgangspunt geldt een termijn van twee jaar tot het wijzen van eindvonnis in eerste aanleg. De redelijke termijn is aangevangen op 15 december 2020, de datum van het eerste politieverhoor. De rechtbank wijst op 28 september 2023 vonnis. De redelijke termijn van twee jaren is in deze zaak dus met ruim negen maanden overschreden. Verder weegt de rechtbank in strafmatigende zin mee dat de curator de zaak niet voortvarend heeft opgepakt. Zo heeft de curator ruim 4 jaar nadat het faillissement van Live & Life is uitgesproken pas aangifte gedaan.
Verder houdt de rechtbank ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder zijn hoge leeftijd en kwetsbare gezondheid.
De straf
Gelet op de ernst van het bewezenverklaarde en de LOVS-oriëntatiepunten had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in de rede gelegen, maar vanwege de overschrijding van de redelijke termijn en de overige strafmatigende omstandigheden vindt de rechtbank dat een andere strafmodaliteit op zijn plaats is. Aan verdachte wordt daarom een taakstraf voor de duur van 200 uur, met aftrek van voorarrest, opgelegd.
Daarnaast ziet de rechtbank, net als de officier van justitie, aanleiding om een onvoorwaardelijk beroepsverbod aan verdachte op te leggen, in die zin dat verdachte het beroep van (middellijk of onmiddellijk) bestuurder van rechtspersonen niet mag uitoefenen. Daarvoor is van belang dat verdachte zich in deze zaak als middellijk bestuurder van een rechtspersoon heeft schuldig gemaakt aan bedrieglijke bankbreuk, waarbij onder meer geld is overgeboekt naar andere vennootschappen waar verdachte ook de middellijk bestuurder van was. Het verbod zal gelden voor de duur van vijf jaren.
Tot slot zal de rechtbank als bijkomende straf de publicatie van dit vonnis in de registers van de KvK gelasten, na het onherroepelijk worden van het vonnis en met vermelding van de personalia van verdachte. Hierbij is gelet op aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de wijze waarop verdachte heeft gehandeld, zoals hiervoor weergegeven. Aangezien met de publicatie van het vonnis in de KvK geen of verwaarloosbare kosten gemoeid zijn, zal de rechtbank de kosten van openbaarmaking op nihil schatten.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 22c, 22d, 28, 31, 36, 51, 57 en 341 (oud) Sr.

9.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het primair bewezen verklaarde levert op:bedrieglijke bankbreuk, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij, verdachte, feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 200 (tweehonderd) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 100 (honderd) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
Legt als bijkomende straffen op aan verdachte:
-
ontzettingvan de uitoefening van het
beroep van – middellijk of onmiddellijk – bestuurder van een rechtspersoonvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
- gelast de
publicatie van dit vonnis, na het onherroepelijk worden daarvan, met vermelding van de personalia van verdachte,
in de registers van de Kamer van Koophandel, waartoe het Openbaar Ministerie dit vonnis dient aan te bieden aan de beheerder(s) van die registers. De kosten van openbaarmaking worden geschat op nihil.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.H.E. van der Pol, voorzitter,
mrs. M.R.J. van Wel en N.M. Simons, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van der Mark, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 september 2023.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.AMB-001, DOC-002 en DOC-003.
3.AMB-002 en DOC-014.
4.AMB-005.
5.DOC-025.
6.AMB-003 en DOC-009.
7.AMB-014 en DOC-041.
8.DOC-001.
9.DOC-001.
10.DOC-001.
11.RC-verhoor P. Ingwersen d.d. 21 juli 2022.
12.DOC-001.
13.AMB-001 en DOC-001.
14.RC-verhoor P. Ingwersen d.d. 21 juli 2022.
15.G-003-01.
16.G-004-01.
17.AMB-002.
18.AMB-002 en AMB-005 (inclusief bijlage 3). Hieruit blijkt dat vanuit Live & Life de volgende bedragen naar Action Meubel zijn overgemaakt: (i) op 31 mei 2013 € 30.000,00; (ii) op 3 juni 2013 € 60.000,00; (iii) op 6 juni 2013 € 16.500,00; (iv) op 10 juni 2013 € 22.000,00; en (v) 14 juni 2013 € 10.000,00. Dit is een totaalbedrag van
19.G-003-01.
20.DOC-007-A.
21.AMB-005 (inclusief bijlage 4). Hieruit blijkt dat vanuit Live & Life de volgende bedragen naar Action Bed zijn overgemaakt: (i) op 22 oktober 2013 € 800,00; (ii) op 23 oktober 2013 € 600,00; (iii) op 9 december € 3.025,00; (iv) op 20 december 2013 € 2.500,00; (v) op 11 februari 2014 € 500,00; (vi) op 10 maart 2014 € 500,00; (vii) op 7 april 2014 € 500,00; (viii) op 7 mei 2014 € 500,00; (ix) op 8 juli 2014 € 250,00; (x) op 13 augustus 2014 € 250,00 en (xi) op 8 september 2014 € 250,00. Dit is een totaalbedrag van
22.DOC-002.
23.DOC-025.
24.AMB-010.
25.DOC-027-C.
26.AMB-002, AMB-005 (inclusief bijlage 5) en AMB-010 (inclusief bijlage 1). Hieruit blijkt dat vanuit Live & Life de volgende bedragen naar De Zeehoek zijn overgemaakt: (i) op 28 januari 2014 € 15.000,00; (ii) op 30 januari 2014 € 20.000,00 (iii) op 5 februari € 10.000,00; (iv) op 25 maart 2014 € 30.000,00; (v) op 4 april 2014 € 30.000,00; (vi) op 7 april 2014 € 20.000,00; (vii) op 5 mei 2014 € 8.000,00; (viii) op 7 mei 2014 € 9.000,00; en (ix) op 28 augustus 2014 € 17.000,00. Dit is een totaalbedrag van € 159.000. Vanuit De Zeehoek is op 23 mei 2014 een bedrag van € 1.000,00 overgemaakt naar Live & Life BV. Per saldo gaat het dus om een bedrag van (€ 159.000 - € 1.000 =)
27.G-003-01.
28.AMB-010 (inclusief bijlage 1). Hieruit blijkt dat vanuit Live & Life de volgende bedragen naar [naam 1] zijn overgemaakt: (i) € 10.810,50 en (ii) € 23.681,50. Dit is een totaalbedrag van
29.G-003-01.
30.AMB-007 en DOC-028-D.
31.G-001-01.
32.AMB-007.
33.ZD-001-02.
34.AMB-007, ZD-001-02, DOC-001-G, DOC-020 en DOC-029-C.
35.AMB-005 en AMB-007.
36.ZD-001-02 en .
37.G-003-01.
38.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 14 september 2023.
39.G-003-01.
40.G-004-01.
41.G-005-01.