Op 19 september 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Provinciaal Gerechtshof Palma de Mallorca, Spanje. De opgeëiste persoon, geboren in het Verenigd Koninkrijk, wordt verdacht van illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. De rechtbank heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld en vastgesteld dat de opgeëiste persoon recht had op een advocaat tijdens deze procedure. De rechtbank concludeert dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de strafprocedure en dat de weigeringsgrond van artikel 12 OLW niet van toepassing is.
De rechtbank heeft ook de strafbaarheid van het feit beoordeeld en vastgesteld dat het feit waarvoor overlevering wordt verzocht, valt onder de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW). De verdediging heeft betoogd dat de beschrijving van het feit in het EAB onduidelijk is, maar de rechtbank oordeelt dat het aan de uitvaardigende justitiële autoriteit is om te bepalen of het feit onder de lijst valt. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman en concludeert dat de overlevering kan plaatsvinden.
Ten slotte heeft de rechtbank de vraag van gelijkstelling met een Nederlander beoordeeld. De opgeëiste persoon voldoet niet aan de vereisten voor gelijkstelling, maar de rechtbank oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen. De rechtbank staat de overlevering toe, aangezien er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan.