Uitspraak
the Circuit Court of Toruń, Polen(hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the District Court of Toruńvan 5 november 2001 (referentie: VIII K 1152/01).
the District Court of Toruńvan
the District Court of Toruńvan 5 november 2001 heeft geleid. De weigeringsgrond van artikel 12 OLW is dus niet van toepassing op dit vonnis.
the Regional Court in Toruńvan 29 november 2002 veroordeeld. Uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) van 23 maart 2023 in de zaak LU (C514/21) en PH (C515/21), (ECLI:EU:C:2023:235), volgt dat dit vonnis ook aan artikel 12 OLW moet worden getoetst. De rechtbank stelt vast dat uit de door de uitvaardigende justitiële autoriteit verstrekte informatie blijkt dat de opgeëiste persoon ook in persoon is verschenen bij het proces dat tot dit vonnis heeft geleid. In de enkele stelling van de opgeëiste persoon dat hij bij dit proces niet aanwezig zou zijn geweest, ziet de rechtbank – gelet op het beginsel van wederzijds vertrouwen – geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van die informatie. De weigeringsgrond van artikel 12 OLW is dus evenmin van toepassing op dit vonnis.
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
6. Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder f, OLW
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Circuit Court of Toruń, Polen.