Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Regensburg,Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Regensburg(kenmerk III Gs 1437/23).
Senior Prosecutor/Head of MLA Department, verbonden aan de
Regensburg Prosecutors Office,bij e-mail van 13 juni 2023 de volgende informatie verstrekt:
4.Strafbaarheid; feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- het onderzoek is in Duitsland aangevangen;
- het bewijs bevindt zich in Duitsland;
- er zijn medeverdachten in Duitsland veroordeeld;
- het Nederlandse Openbaar Ministerie is niet voornemens de opgeëiste persoon in Nederland te vervolgen.
- aan de regeling van het EAB ten grondslag ligt dat overlevering de hoofdregel is en weigering de uitzondering moet zijn;
- de gedachte achter deze facultatieve weigeringsgrond is, te voorkomen dat Nederland zou moeten meewerken aan overlevering voor een zogenoemd lijstfeit dat geheel of ten dele in Nederland is gepleegd en dat hier niet strafbaar is of hier niet pleegt te worden vervolgd.
7.Artikel 9 OLW
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Regensburg(Duitsland) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.