Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[bewindvoerder 1] ,
[bewindvoerder 2],
in hoedanigheid van bewindvoerder en mentor van de heer [eiser] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 februari 2023, met producties,
- de akte van [eisers] , met beslagstukken,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 24 mei 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 17 juli 2023 en de daarin genoemde stukken.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
eenhonderdtweeëndertigduizend euro (€ 132.000,00)en dit bedrag vanaf die datum schuldig te zijn aan de schuldeiser (…).
LooptijdDe geldlening is, behoudens de hierna sub 4 genoemde specifieke gevallen van directe opeisbaarheid, verstrekt voor een periode van dertig (30) jaar (de looptijd van de geldlening) en dient uiterlijk op twintig november tweeduizend vijfenveertig in zijn geheel te worden/zijn afgelost.
RenteVanaf twintig november tweeduizend vijftien is over de hoofdsom van de geldlening (…) een rente verschuldigd van vier procent (4%) per jaar, te voldoen in maandelijkse termijnen (…)
AflossingAflossing van de hoofdsom en betaling van de rente dient te geschieden op de genoemde rente-vervaldata, door middel van maandelijkse annuïteiten (rente en aflossing in één). De annuïteiten zijn op basis van de thans geldende rente elk groot zeshonderddertig euro en negentien eurocent (€ 630,19). (…)
Directe opeisbaarheidDe hoofdsom van de geldlening, respectievelijk het na aflossing casu quo eventuele kwijtschelding pro resto gedeelte daarvan, is direct in zijn geheel opeisbaar en dient met de lopende en de eventueel achterstallige rente te worden terugbetaald:
a. bij niet nakoming door de schuldenaar van enige verplichting uit deze overeenkomst van geldlening indien niet binnen acht dagen na ingebrekestelling de betrokken verplichting alsnog is nagekomen;
We vierden onder meer vakanties, Sinterklaas, en verjaardagen samen. Ik wist niet beter
[eiser] was werkelijk stapelgek op [gedaagde] . Dat maakte hij vaak kenbaar. [eiser] wilde ervoor
zorgen dat [gedaagde] financieel onafhankelijk was. Hij sprak altijd ronduit over geld en over
zaken. Hij had het er vaak over op bijvoorbeeld verjaardagen. Dat was soms wel een beetje
vermoeiend. Hij deed alles voor [gedaagde] en had alles voor hem over. [eiser] wilde [gedaagde] zijn
[eiser] , [gedaagde] en ik hebben Sinterklaas 2021 samen gevierd bij hen, althans bij [gedaagde] thuis.
Dat moet zijn geweest op zaterdag 4 december 2021. [eiser] had zichtbaar
gezondheidsproblemen want hij was slecht ter been. Tijdens mijn bezoek op 4 december
2021 vertelde [eiser] dat hij [gedaagde] het appartement had geschonken. Hij was daar zelfs trots
op. Hij vertelde dit uit eigen beweging en zijn geestvermogens waren toen zeker in orde.
geschonken. Dat heeft hij mij ook zo verteld. (…)
en dat ook heeft gedaan.
zaak geweest. [eiser] heeft mij toen een cadeau gegeven. Ik heb een normaal gesprek met
hem kunnen voeren. Zijn geestvermogens waren niet gestoord. Ik wil nog opmerken dat ik
twaalf jaar heb gewerkt als ziekenverzorgende op een PG-afdeling van de Zonnehuisgroep
Amstelland. Daar werkte ik met personen van wie de geestvermogens waren gestoord. Uit
was. Hij zag er op dat moment wel vermoeid en ziek uit. (…)
ik [eiser] en [gedaagde] leren kennen. We zijn goed bevriend geraakt. We zagen elkaar vaak.
gegeven moment heeft hij dat daadwerkelijk gedaan. Dat is enige tijd geleden. [eiser]
deelde mij indertijd mede dat hij het appartement voor [gedaagde] had gekocht en dat aan hem
[eiser] heeft altijd tegen mij gezegd dat [gedaagde] zijn erfgenaam is.
4.Het geschil
De verklaring van 2 december 2021 die [gedaagde] heeft overgelegd is niet van [eiser] . De handtekening is vervalst. Bovendien waren begin december 2021 de geestvermogens van [eiser] al dermate gestoord dat hij niet meer in staat was zijn wil te bepalen. [eiser] heeft het geld niet willen schenken en [gedaagde] heeft misbruik gemaakt van omstandigheden door een eventuele schenking wel aan te nemen.
5.De beoordeling
Bevoegdheid [eisers] om deze procedure te voeren
5.18. De rechtbank kan uit de door [eisers] overgelegde medische gegevens niet afleiden dat hij zijn wil niet meer kon bepalen op 4 december 2021. Het is wel duidelijk dat [eiser] op dat moment ziek was, maar of zijn ziekte toen zijn beoordelingsvermogen beïnvloedde is onduidelijk. In de medische gegevens staat dat [eiser] eind december 2021 ernstige beperkingen had in zijn psychisch functioneren, sociale redzaamheid en persoonlijke zorg, mobiliteit en huishoudelijk leven. Dat maakt echter nog niet dat zijn geestvermogens zodanig waren aangetast dat hij zijn wil niet meer kon bepalen.
- griffierecht € 2.277,00
- salaris advocaat
€ 3.760,00(2 punten x tarief € 1.880,00 (tarief V))
Totaal € 6.037,00