ECLI:NL:RBAMS:2023:5944

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
8448234 CV EXPL 20-7002
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor aanpassing van huurwoning naar gasloze verwarming met warmtepomp

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 8 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, Stichting Ymere, en gedaagde, een huurder. Eiseres vorderde toestemming om haar huurwoning aan te passen door de huidige gasgestookte cv-ketel te vervangen door een warmtepompboiler van het type Daikin Altherma 3 R all electric 4. De aanpassing is bedoeld om de woning gasloos te maken en de huurder heeft daarbij een aantal wijzigingen voorgesteld, waaronder het plaatsen van een separate warmtapwatertank in de keuken. De gedaagde, Ymere, heeft zich verzet tegen deze wijziging van eis en betoogd dat de voorgestelde aanpassingen in strijd zijn met de goede procesorde en dat toestemming van de Vereniging van Eigenaren (VvE) noodzakelijk is. De deskundige die in de zaak is ingeschakeld, heeft echter geconcludeerd dat de warmtepomp een goed alternatief is voor de gasgestookte installatie en dat de verhuurbaarheid van de woning niet in het geding komt. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, onder de voorwaarde dat de installatie voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit. Ymere is veroordeeld in de kosten van het geding, inclusief de kosten van de deskundige. De uitspraak benadrukt de mogelijkheid voor huurders om aanpassingen aan hun woning te doen in het kader van verduurzaming, mits deze aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8448234 CV EXPL 20-7002
vonnis van: 8 september 2023
fno.: 515

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres,
nader te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. H.M. Meijerink,
t e g e n

stichting STICHTING YMERE,

gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te noemen: Ymere,
gemachtigde: mr. S. Baggen.

VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Op 6 mei 2022 is een tussenvonnis gewezen. Ter uitvoering van dat tussenvonnis is door de deskundige een rapport opgesteld, dat op 22 februari 2023 bij de rechtbank is binnengekomen.
Eiseres heeft bij akte gereageerd op het deskundigenbericht en daarbij tevens haar eis gewijzigd.
Gedaagde heeft bij akte gereageerd op het deskundigenbericht.
Bij rolmededeling van 31 maart 2023 is een mondelinge behandeling bepaald, die op 6 juli 2023 heeft plaatsgevonden. [eiseres] is verschenen, vergezeld van haar gemachtigde. Ymere is verschenen bij de heer [naam 3] en haar gemachtigde. [eiseres] heeft bij die gelegenheid schriftelijke aantekeningen overgelegd. Vervolgens is de behandeling aangehouden teneinde partijen in de gelegenheid te stellen een minnelijk regeling te treffen. Partijen hebben daarna bericht daarin niet te zijn geslaagd en hebben beiden, zoals afgesproken, een akte genomen.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Beoordeling

1. Bij tussenvonnis is aan de deskundige verzocht de volgende vragen te beantwoorden:
Zal na uitvoering van het door [eiseres] gepresenteerde plan van 18 oktober 2020:
a) De warmtecapaciteit in de keuken voldoende zijn?
b) De woning voldoende verwarmd kunnen worden?
c) Het elektrisch vermogen in de woning voldoende zijn voor de uitvoering van de plannen?
d) Het thermisch comfort van de woning dalen?
II Heeft u naar aanleiding van uw onderzoek verder nog opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zijn?
2. De deskundige heeft in zijn rapport van 20 februari 2023 de vragen als volgt beantwoord, voor zover hier van belang:

Antwoord op de vraag “Wordt de verhuurbaarheid beperkt?”
Uit de vraagstelling zijn de volgende onderdelen geselecteerd;
  • Originele voorstel met warmtepomp
  • Aangepaste voorstel met IR-panelen.
Volgens 1e voorstel (met warmtepomp)
Het gekozen systeem was een warmtepompboiler welke de warmte haalt uit de afgezogen lucht uit de woning. Het tekort aan warmte uit ventilatielucht wordt bij warmtepompboilers aangevuld met buitenlucht waar warmte uit gehaald wordt. In dit geval was sprake van lucht afkomstig uit de kruipruimte, waardoor COP langer hoger is dan 1 dan bij een volledig gebruik van buitenlucht.
Het opgewekte warme water wordt gebruikt voor het verwarmen van de radiatoren in het appartement.
Bij een tekort is een elektrische spiraal aanwezig om het water op temperatuur te houden. Uit de warmteverliesberekening (dhr. [naam 1] , van de firma OFME en in opdracht van Woon) is voor het verwarmen van de woning 3300 W nodig, afgerond is dat 3,5 kW.
Noodzakelijke aanpassingen:
Het verwarmen met een warmtepomp (lucht-water warmtepomp) vraagt wel een aantal aanpassingen aan de woning maar die zijn niet extreem.
Radiatoren aanpassen:
  • Zo moeten de radiatoren vergroot worden en moeten bewoners rekening houden met een nagenoeg constante temperatuur in de woning. Als de capaciteit van de radiatoren al voldoende is, omdat de woning in 2010 is geïsoleerd, is deze aanpassing in het geheel niet nodig. Omdat de cv-ketel door mevr. [eiseres] al op een lagere temperatuur is gezet is aanpassing van de afmetingen niet nodig. Er wordt voldoende thermisch vermogen afgegeven door de radiatoren.
  • De praktijk leert dat bij het isoleren van de woning de bestaande radiatoren niet aangepast worden aan de nieuwe situatie.
  • De aanwezige capaciteit van de radiatoren is 4,5 kW bij een temperatuur van 75/65℃ en een buitenluchttemperatuur van -10℃.
Een radiator type 22 heeft bij afmetingen 2,6 x 0,6 m:
  • 4,4 kW vermogen bij een temperatuur van 75/65℃.
  • 1,5 kW vermogen bij een temperatuur van 45/40℃.
  • 2,5 kW vermogen is nodig bij een buiten temperatuur van -10℃.
De aanpassing van de grootte van de radiatoren lijkt dus nodig.
Kantekeningen:
-
De afgelopen periode (december 2022) heeft ons geleerd dat een woning ook bij lagere temperaturen warm is te houden en dat de gevraagde 20/21℃ wel erg riant is. Ter illustratie
○ Ik verwarm mijn appartement (1968), individueel gasgestookte cv-ketel, gedurende de dag met 18,5℃, de nachttemperatuur is 18,0℃. Ik werk vanuit huis.
Gasverbruik seizoen 2021-2022: 411 m³. verwarmen, warm tapwater en koken.
Lokaal maak ik gebruik van een lokale bron, een infraroodpaneel.
○ In een woning (1927) gasgestookte cv-ketel wordt alleen de woonkamer verwarmd op 18,5/19,0℃ en sporadisch de slaapkamer. Keuken wordt niet verwarmd.
Gasverbruik seizoen 2021-2022: 677 m³. verwarmen, warm tapwater en koken.
-
Bij warmtepompen wordt daarom het gevraagde vermogen niet op 100% van de warmtevraag van de woning berekend maar op slechts 80%, dat betekent dat de woning bij extreme koude minder warm wordt maar dat kan bij gestookt worden met een lokaal geplaatst infrarood paneel.
Reactie Ymere:
U noemt een kamertemperatuur van 20 graden Celsius “wel erg riant”. Dit is evenwel de geldende norm. Een lagere capaciteit dan de geldende norm wordt door de Huurcommissie als gebrek aangemerkt (zie de akte na tussenvonnis zijdens Ymere van 22 januari 2021, randnummers 3.7 t/m 3.12). Uiteraard zetten veel huishoudens de thermostaat lager om energie te besparen, maar dat laat de norm voor de capaciteit onverlet.
(..)
Reactie Deskundige:
Ik ben het eens met Ymere dat 20℃, een eis is voor woon- leefruimten.
Het gaat mij meer om de kwaliteit van het klimaat dat in een ruimte aanwezig is. Stralingstemperatuurasymmetrie is daar zo een voorbeeld van voor een al dan niet comfortabel klimaat in een ruimte.
Bij warmtepompen wordt al door adviseurs gerekend met een dekking van 80%( β=0,8) van de maximale warmtevraag welke door de warmtepomp geleverd moet kunnen worden. Het dimensioneren op de maximaal 100% van de warmtevraag bij -10℃, ook als die nagenoeg niet (meer) voor komt, is duur en niet goed voor de installatie. De restvraag kan bijgestookt worden met bijvoorbeeld een infrarood paneel.
Reactie [eiseres] :
In deze paragraaf gesteld dat het eerste voorstel een systeem van met een warmtepompboiler was. Wij kunnen ons de verwarring voorstellen, maar het eerste voorstel was een gewone lucht-water warmtepomp. Dit voorstel is niet ingetrokken door mevr. [eiseres] , maar afgewezen door Ymere. Een later voorstel maakte wel gebruik van een warmtepompboiler.
(…)
De opmerking dat het aan te raden is om de radiatoren waterzijdig in te regelen is inderdaad een goed idee. Zoals eerder vermeld in het commentaar op 3.7 is het niet noodzakelijk om de aansluiting te verzwaren naar een 3 fasen aansluiting. Graag in lijn met ons voorgaande commentaar op de paragrafen 3 aanpassen.
Reactie Deskundige
Dat is ter informatie
(..)
Tekst is aangevuld
Inregelen systemen
Volgens EU regels moeten de radiatoren waterzijdig ingeregeld worden wanneer het apparaat vervangen wordt! Praktisch houdt dit in dat de radiatorknoppen vervangen moeten worden door knoppen die de waterstroom per radiator limiteren. Hierdoor omstaat een efficiëntere afgifte van warmte en dus een zuiniger stookgedrag.
Kantekening:
Dit is een Europese verplichting welke (nog) niet standaard door installateurs wordt aangeboden / uitgevoerd.
Bewoners:
Door de beperkte capaciteit van het systeem is snel opwarmen van de woning niet mogelijk. De nieuwe bewoner moet hier mee om leren gaan.
Elektra:
De meterkast moet van een 1 fase aansluiting aangepast worden naar een 3 fasen aansluiting.
Dit is niet alleen voor de warmtepomp nodig maar ook voor een elektrische kookplaat en doorstroomapparaat. Er is geen warmtenet dat warm tapwater kan leveren.
Dan moeten ook nog de groepen gelijkmatig verdeeld worden dat een ongeveer gelijke afname over de drie fasen plaatsvindt.

Samenvattend verhuurbaarheid met een warmtepomp

(…)
Conclusie: de doorstromer heeft voldoende capaciteit
(..)
De woning kan voldoende verwarmd worden met een warmtepomp.
(…)
Het elektrisch vermogen is te beperkt met een fase 1 aansluiting.
De overgang naar een 3 fasen is met het oog op de toekomst waarbij in iedere woning elektrisch gekookt zal worden een must.
(…)
Met een warmtepomp daalt het thermisch comfort in de woning niet.
(…)
Volgens het aangepast voorstel (met infraroodpanelen):
Hierbij wordt de woning verwarmd middels infrarood panelen (..).
Ik ben geen voorstander van infraroodpanelen als hoofdverwarming.
(…)
Samenvattend verhuurbaarheid met IR panelen
(…)
De woning kan onvoldoende verwarmd worden met infraroodpanelen omdat de luchttemperatuur in de calculatie is gesteld op 16℃. Dit is te laag waardoor er sprake zal zijn versnelde ontwikkeling van schimmels, en er ontstaat stralingstemperatuurasymmetrie dat een niet comfortabel klimaat laat ontstaan.
(..)
Met infraroodpanelen gemonteerd tegen het plafond ontstaan grote verschillen in de stralingstemperatuur asymmetrie. Dit leidt tot comfortklachten, zeker als de oppervlaktetemperatuur van de IR panelen hoog is (100-130℃)
(…)
Reactie Deskundige:
Ik ben inderdaad geen voorstander van infrarood panelen als hoofdverwarming. Dit is mede door deze zaak alleen maar gegroeid. Enerzijds komt dat door stralingsasymmetrie dat optreedt, welke zeker bij montage aan het plafond zeer lokaal voelbaar is en daarbuiten bijna niet meer. Anderzijds is met infrarood panelen de luchttemperatuur in de ruimte bijna niet te verhogen. Dat betekent dat lokaal de oppervlaktetemperaturen van gevelvlakken dalen met als risico schimmelvorming. Alleen bij zeer uitgekiende indeling van de ruimte zou een infraroodpaneel als verwarmingsbron kunnen dienen. Dat maakt echter de verhuurbaarheid laag. Zo ben ik ook geen voorstander van lucht-lucht warmtepompen, ik sta wel achter lucht-water of water-water warmtepompen. Deze zijn zonder probleem in een geïsoleerd appartement te plaatsen.
(…)”
3. [eiseres] vordert na wijziging van eis primair dat zij wordt gemachtigd tot het veranderen van het gehuurde door het verwijderen van de huidige cv-ww-ketel en tot het aanbrengen van een warmtepompboiler van het type Daikin Altherma 3 R all electric 4, variant wandmodel in de nu voor de cv/ww ketel bestemde kast, het plaatsen van een separate warmtapwatertank in de keuken en doen van de daarmee in verband staande werkzaamheden als genoemd in de offerte van GreenTec Sense van 23 maart 2023. Subsidiair vordert [eiseres] dat zij wordt gemachtigd tot het vervangen van de cv/ww installatie door een elektrische doorstromer ten behoeve van het warm water voor keuken en douche, waarbij zijn een vijftal infraroodpanelen in haar woning zal plaatsen ten behoeve van de verwarming een en ander conform besproken in het stuk van [naam 2] dat als Plan Aanpak B als productie 14 door [eiseres] in de procedure is gebracht en in zijn reactie op het deskundigenrapport als productie 48 nader is toegelicht. [eiseres] voert daartoe aan dat het aangepaste voorstel extra voordelen heeft en de optie voldoet aan de criteria van artikel 7: 215 BW. Geen van de in het tussenvonnis te beantwoorden vragen kan leiden tot afwijzing van de vordering. De externe deskundige is voor dit type oplossing met lucht-water warmtepomp. Er zal voldoende warm water uit de keukenkraan komen, de woning kan voldoende en comfortabel verwarmd worden en de woning kan ook gekoeld worden. Het elektriciteitsvermogen van de aansluiting volstaat bij dit voorstel, de binnenapparatuur past in de bestaande CV-kast en er is geen geluidsoverlast. Er is geen sprake van vermindering van de verhuurbaarheid of een waardevermindering van de woning. In de nadere toelichting betoogt [eiseres] nog dat er geen instemming van de VvE nodig is en stemt zij ermee in dat de installatie aan het Bouwbesluit dient te voldoen. Ten slotte is zij bereid de kosten van de plaatsing van de installatie op zich te nemen, alsmede het onderhoud daarvan.
4. Ymere heeft zich allereerst verzet tegen de wijziging van eis, nu deze volgens haar in strijd is met de goede procesorde. Verder heeft Ymere naar voren gebracht dat het voorstel van [eiseres] deels ziet op de buitenzijde van het gehuurde, zodat artikel 7:215 BW niet van toepassing is. Bovendien heeft zij rekening te houden met de bepalingen uit de splitsingsakte, op grond waarvan toestemming van de VvE noodzakelijk is. Verder voldoet de installatie niet aan het Bouwbesluit, aldus Ymere. Ten slotte betoogt Ymere dat de voorgestelde verandering voor een woning zorgt die in onvoldoende mate verwarmd kan worden.
5. Ymere wordt niet gevolgd in haar verweer tegen de wijziging van eis. De door [eiseres] gevraagde wijziging van eis ligt in het verlengde van haar eerdere voorstel en past volledig in de aard van de in dit geding gedane vordering, te weten toestemming verkrijgen om een woning te verkrijgen waar geen gas wordt verbruikt. Bovendien heeft Ymere voldoende de mogelijkheid gehad om op de akte te reageren, zowel bij gelegenheid van de mondelinge behandeling als bij de akte daarna, zodat ook aan het beginsel van hoor en wederhoor voldoende is toegekomen. Daarbij wordt nog in aanmerking genomen dat Ymere ook op basis van de uitkomsten van het deskundigenrapport er in redelijkheid rekening mee had kunnen houden dat [eiseres] de deskundige in zijn beoordeling zou willen volgen, zodat Ymere ook voldoende tijd heeft gehad om eventuele bezwaren tegen de inhoud van de gewijzigde eis te formuleren en in het geding te brengen. Ten slotte wordt nog overwogen, zoals ook door de deskundige in zijn rapport is opgemerkt, het hier een onderwerp betreft waar de ontwikkelingen voortdurend doorgaan, zodat – mede de duur van de procedure in en die van het deskundigenonderzoek in aanmerking genomen – een statisch voorstel van langer dan een jaar geleden door de tijd al snel achterhaald is en aanpassingen voor de hand liggend zijn. Van [eiseres] kan niet gevergd worden dat zij alleen voor de beoordeling van een in haar ogen verbeterd voorstel dat door de deskundige wordt geadviseerd, genoodzaakt zou zijn om een nieuwe procedure te starten nadat zij een nieuw verzoek aan Ymere heeft gedaan conform dit voorstel en Ymere dit vervolgens heeft afgewezen. Daarbij wordt ook verwezen naar hetgeen in rechtsoverweging 5 van het tussenvonnis van 27 november 2020 is overwogen over de wijziging van het plan door [eiseres] .
6. Bij de beoordeling wordt vervolgens uitgegaan van hetgeen door de deskundige in zijn rapport is geconcludeerd, welke conclusies worden overgenomen, Uit het rapport wordt afgeleid dat de deskundige van oordeel is dat de warmtepomp een goed alternatief is voor het verwarmen van de woning middels een gasgestookte installatie, dit in tegenstelling tot het plan waarbij infraroodpanelen worden gebruikt. Dat door het afsluiten van het gas en het gebruik van de warmtepomp de verhuurbaarheid van de woning wordt belemmerd, komt uit het rapport niet naar voren. De mogelijkheid om de woning te verwarmen wordt door de deskundige als voldoende aangemerkt en ook met betrekking tot de warmwatercapaciteit zijn er geen aanwijzingen in het rapport te vinden die tot het oordeel leiden dat de door [eiseres] gekozen oplossing onvoldoende warm water oplevert in die mate dat aannemelijk is dat de verhuurbaarheid van de woning in het geding komt. Ook ten aanzien van het elektrisch vermogen wordt in het geval in de woning een waterpomp wordt aangelegd door de deskundige geen probleem voorzien. Bij deze beoordeling wordt tevens in aanmerking genomen dat [eiseres] zich blijkens de akte bereid heeft verklaard dat als het transitiemoment voor het gehele woonblok gemeenschappelijk wordt ingevoerd, zij meewerkt dat de installatie van Ymere ook in haar woning zal worden geplaatst. Ten slotte wordt in aanmerking genomen dat [eiseres] heeft aangeboden de CV ketel op te willen slaan en bij een eventueel vertrek de CV ketel weer terug te plaatsen, waarmee het risico op mindere verhuurbaarheid bij vertrek van [eiseres] als door Ymere is geschetst, volledig wordt weggenomen. Ook overigens zijn door Ymere geen concrete feiten of omstandigheden naar voren gebracht die de conclusie rechtvaardigen dat uitvoering van het gewijzigde plan van [eiseres] de verhuurbaarheid schaadt of de waarde van het gehuurde doet dalen.
7. Dat in het nieuwe voorstel van [eiseres] is voorzien in een buitenunit, leidt er, anders dan Ymere heeft betoogd, niet toe dat artikel 7:215 BW niet van toepassing is. Uit de door [eiseres] gepresenteerde plannen en de daarop gegeven toelichting wordt afgeleid dat er een buitenunit in de tuin wordt geplaatst en dat deze, verbonden door een tweetal buisjes, losstaat van de buitenmuur. Voorts staat tussen partijen vast dat de omvang daarvan (74 cm hoog, 88,4 cm breed en 38,8 cm diep) is te vergelijken met een kist voor tuinkussens. Onder die omstandigheden is geen sprake van een relevante wijziging aan de buitenzijde van het gehuurde.
8. Voor zover door Ymere nog is opgemerkt dat de vorderingen van [eiseres] niet toewijsbaar zijn, nu daarvoor door de VvE geen toestemming zal worden gegeven nu de buitenunit deel uitmaakt van de gemeenschappelijke ruimte, geldt het volgende. Op basis van de door [eiseres] gegeven toelichting wordt het er vooralsnog voor gehouden dat zij geen toestemming van de VvE nodig heeft. Van een andersluidend standpunt van de VvE is in dit geding niet gebleken. Een machtiging als in onderhavige procedure door [eiseres] wordt verzocht, staat los van eventuele verenigingsrechtelijke kwesties tussen de VvE en [eiseres] . De onderhavige procedure leent zich daar ook niet voor.
9. Partijen zijn het erover eens dat de aan te leggen installatie aan de eisen van het Bouwbesluit moet voldoen. Voor zover door Ymere hierover nog opmerkingen zijn gemaakt in haar akte, wordt het, in lijn met hetgeen door [eiseres] is voorgesteld, raadzaam geacht om aan de machtiging de voorwaarde te verbinden dat de installatie aan de eisen van het Bouwbesluit moet voldoen.
10. Hetgeen overigens door partijen naar voren is gebracht leidt niet tot een ander oordeel. Voor zover door Ymere nog aanvullend bewijs is aangeboden in de laatste akte na comparitie, waaronder een onderzoek door een nieuwe deskundige, wordt hieraan voorbij gegaan, nu de kantonrechter zich voldoende voorgelicht acht om tot een oordeel te komen.
11. Hetgeen hiervoor is overwogen leidt ertoe dat de primaire vordering van [eiseres] als na te melden toewijsbaar is.
12. Bij deze uitslag wordt Ymere veroordeeld in de kosten van dit geding. Daaronder vallen ook de kosten van de deskundige. Deze dienen ten laste van Ymere te komen, nu de conclusies van de deskundige hebben bijgedragen aan de toewijzing van de vordering van [eiseres] en door haar zijn voorgeschoten. Nu de nota lager is uitgevallen dan het voorschot, heeft [eiseres] een bedrag van € 21,98 teveel betaald. De griffier zal het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) opdracht geven dit bedrag aan [eiseres] uit het depot terug te storten.
13. Voor de bepaling van de hoogte van het salaris gemachtigde wordt aansluiting gezocht bij de kosten van de installatie, afgerond € 9.000,00 en worden vier punten toegekend.

BESLISSING

De kantonrechter:
machtigt [eiseres] tot het veranderen van het gehuurde aan de [adres] te [woonplaats 1] door het verwijderen van de huidige cv-ww-ketel en tot het aanbrengen van een warmtepompboiler van het type Daikin Altherma 3 R all electric 4, variant wandmodel in de nu voor de cv-ww-ketel bestemde kast, het plaatsen van een separate warmtapwatertank in de keuken en het doen van de daarmee in verband staande werkzaamheden als genoemd in de offerte van Greentec Sense van 23 maart 2023;
verbindt aan de onder I. genoemde machtiging de voorwaarde dat de installatie aan de voorwaarden van het Bouwbesluit zal voldoen;
veroordeelt Ymere in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
exploot € 100,89
salaris € 1244,00
griffierecht € 83,00
kosten deskundige € 3000,00
-----------------
totaal € 4427,89
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt Ymere in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 66,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
draagt de griffier op het LDCR opdracht te geven een bedrag van € 21,98 aan teveel betaald voorschot uit het depot aan [eiseres] te restitueren.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 september 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.