2.2.Naar aanleiding van de aanvraag heeft het IAB op 4 mei 2023 advies uitgebracht. In het advies staat onder meer het volgende: Verzoekster heeft in 2017 een tijdelijke verstoring van de doorbloeding van de hersenen gehad en ervaart sindsdien restklachten en motorische problemen. Er is sprake van vermoeidheid, concentratieproblemen en problemen ten aanzien van prikkelverwerking. Zij heeft een revalidatietraject bij Reade doorlopen. De verwachting is dat de situatie (voorlopig) stationair blijft. De partner van verzoekster heeft sinds december 2022 een fulltimebaan van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00-18.00 uur. De zoon van 13 jaar gaat naar een middelbare school. Hij is bekend met een ontwikkelingsstoornis en staat op de wachtlijst voor ondersteuning in het dagelijks leven. Hij gaat zelf naar school. De dochters van 9 en 5 jaar gaan naar dezelfde basisschool, zij hebben een continue rooster. De dochter van 9 jaar heeft eens per week een afspraak bij een specialist in verband met een ontwikkelingsstoornis. Verzoekster brengt haar dochters met de scootmobiel naar school. Verzoekster maakt ook gebruik van een AOV-pas. Verzoekster geeft aan dat zij zo vermoeid is, dat zij moet worden ontlast.
Volgens het IAB wordt de partner van verzoekster geacht de gebruikelijke hulp te bieden. Ook zijn de mogelijkheden naar een gastouder, nanny, oppas of au pair niet onderzocht, evenals de mogelijkheden voor voorschoolse en buitenschoolse opvang. Een indicatie voor thuiszorg voor kinderen lijkt daarom niet noodzakelijk, aldus het IAB. Het IAB adviseert negatief voor thuiszorg voor kinderen.
Het bestreden besluit
3. Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat uit het advies volgt dat er voldoende mogelijkheden zijn binnen gebruikelijke hulp. Dat is de normale dagelijkse begeleiding die partners, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten elkaar bieden. Van de partner van verzoekster wordt verwacht dat hij meehelpt. Ook zijn algemeen voorliggende en wettelijk voorliggende voorzieningen onvoldoende onderzocht. Die zouden in de ondersteuningsbehoeften kunnen voorzien. Ten slotte is er geen sprake van een crisissituatie en zijn de beperkingen sinds 2017 aanwezig.
Het verzoek om voorlopige voorziening
4. Verzoekster vraagt om een voorlopige voorziening die ertoe strekt dat op 5 dagen per week 5 uur per dag ondersteuning wordt geboden conform het Pgb-plan tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Verzoekster voert – samengevat – aan dat het onderzoek van het IAB ontoereikend is. Verzoekster stelt dat zij fors beperkt is als gevolg van meerdere herseninfarcten. Zij kan niet goed lopen, is valgevaarlijk en kan niet op tijd ingrijpen wanneer dat nodig is. De beperkingen van de oudste twee kinderen zijn niet meegenomen in het IAB-advies. De zoon heeft autisme en de oudste dochter heeft ADHD en is zeer impulsief. De ouders kunnen gebruik maken van 2 dagen na-schoolse opvang voor de jongste kinderen. Als zij gebruik willen maken van meerdere dagen, zouden zij dat zelf moeten betalen, wat niet mogelijk is. Daarnaast is dat voor de oudste dochter niet goed, omdat zij dan teveel prikkels krijgt. De kinderen moeten dus de overige dagen thuis opgevangen worden. Verzoekster is dan alleen met de kinderen, maar dat is te zwaar voor haar. Tot januari 2023 nam de partner van verzoekster de zorgtaken voor de kinderen op zich. Het gezin had toen een bijstandsuitkering. De partner werkt nu 40 uur per week en is van 7.30 uur tot 18.30 uur niet thuis. Van haar familie en uit haar sociale omgeving kan verzoekster geen hulp krijgen. Verzoekster ontvangt 4 uur hulp bij het huishouden op grond van de Wmo, maar is hiermee onvoldoende gecompenseerd. Verzoekster heeft wel iemand bereid gevonden om haar te helpen als zij een Pgb toegekend krijgt in de persoon van mevrouw [mentor 2] .
Beoordeling door de voorzieningenrechter
5. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht alleen een voorlopige voorziening als “onverwijlde spoed” dat vereist. In een geschil zoals deze zaak, dient de voorzieningenrechter daarbij de vraag te beantwoorden of uitblijven van de gevraagde voorziening in dit geval leidt tot het ontstaan van een zodanige ernstige situatie dat het niet mogelijk is om de behandeling van de bezwaarprocedure af te wachten. Bij de beoordeling van het spoedeisend belang wordt rekening gehouden met de vraag of er mogelijkheden bestaan om de tijd totdat is beslist op het bezwaar te overbruggen. Als het primaire besluit onrechtmatig blijkt, kan een eventueel voorgeschoten Pgb alsnog worden (terug)betaald.
6. Verzoekster voert aan dat zij als het ware ‘op instorten’ staat. Volgens verzoekster nemen haar problemen en ook die van de kinderen alleen maar toe. De voorzieningenrechter overweegt dat de partner van verzoekster al vanaf december 2022 aan het werk is. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verzoekster niet aannemelijk gemaakt en onderbouwd dat de situatie nu zodanig is dat de periode tot het college een beslissing op het bezwaar heeft genomen niet overbrugd kan worden. De brieven van de revalidatiearts van 30 augustus 2023 en van de huisarts van 24 augustus 2023 zijn daartoe onvoldoende. Verzoekster heeft mevrouw [mentor 2] bereid gevonden om haar te helpen met de zorg voor de kinderen. Niet aannemelijk is geworden dat zij [mentor 2] niet kan betalen in afwachting van de beslissing op bezwaar. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt daarom afgewezen.
7. De voorzieningenrechter is gelet op hetgeen is aangevoerd en overgelegd in bezwaar en bij het verzoekschrift wel van oordeel dat het college een nieuw advies moet vragen aan het IAB/Argonaut voordat een beslissing op het bezwaar genomen wordt. Uit het advies van 4 mei 2023 blijkt niet dat de (medische) situatie van de oudste twee kinderen zoals die nu duidelijk is geworden, is meegewogen. Het college heeft vastgesteld dat hulp voor verzoekster nodig is. De volgende stap is dat gekeken moet worden door wie die hulp gegeven kan worden en of hiervoor een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo aangewezen is. Daarbij moet het college kijken naar de specifieke situatie van dit gezin, waaronder de situatie van de kinderen. Het college heeft op de zitting gezegd dat binnen 14 dagen een nieuw advies kan worden afgegeven, waarna een beslissing op het bezwaar genomen kan worden.