ECLI:NL:RBAMS:2023:5930

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
C/13/705132 / HA ZA 21-687
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake de belangenbehartiging van stichtingen in diesel-emissiezaken

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 september 2023 een herstelvonnis uitgesproken in een complexe civiele procedure die draait om de belangen van verschillende stichtingen die opkomen voor consumenten die mogelijk benadeeld zijn door diesel-emissies. De eiseressen, waaronder de Stichting Emission Claim (SEC), Stichting Car Claim (SCC) en Stichting Diesel Emissions Justice (SDEJ), hebben de rechtbank verzocht om een verbetering van een eerder vonnis van 16 augustus 2023. Dit verzoek was gericht op het corrigeren van een kennelijke fout in de rechtsoverwegingen van het eerdere vonnis, specifiek met betrekking tot de periode waarin voertuigen zijn gekocht of geleased door de belanghebbenden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere formulering een temporele beperking bevatte die niet in overeenstemming was met de intenties van de stichtingen. Na het verzoek van SCC om deze formulering te wijzigen, heeft de rechtbank de andere partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten te delen, maar zij hebben hier geen gebruik van gemaakt. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de gevraagde wijziging een eenvoudige correctie betreft en heeft het verzoek toegewezen. Het herstelvonnis wijzigt de tekst van de rechtsoverwegingen zodat deze nu correct de belangen van de stichtingen weerspiegelt. De rechtbank heeft ook bepaald dat deze verbetering op de minuut van het eerdere vonnis moet worden vermeld, en heeft de partijen gelast om de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis te retourneren. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de rechters J.T. Kruis, M.C.H. Broesterhuizen en M. Wouters, bijgestaan door griffier P. Palanciyan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummers / rolnummers: C/13/705132 / HA ZA 21-687, C/13/712754 / HA ZA 22-71 en C/13/712812 / HA ZA 22-72
Herstelvonnis van 20 september 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING EMISSION CLAIM,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. C. Jeloschek te Amsterdam,
tegen
1. de naamloze vennootschap
STELLANTIS N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STELLANTIS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GENERAL MOTORS LLC,
gevestigd te Detroit (Michigan), Verenigde Staten van Amerika,
gedaagden 1 tot en met 3,
advocaat mr. A. Knigge te Amsterdam,
en
de stichting
STICHTING CAR CLAIM,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres op de voet van artikel 1018d Rv,
advocaat mr. P. Haas te Rotterdam,
tegen de hiervoor onder 1 tot en met 3 genoemde gedaagden en tegen
4. de rechtspersoon naar buitenlands recht
PSA AUTOMOBILES S.A.,
gevestigd te Poissy, Frankrijk,
5. de rechtspersoon naar buitenlands recht
AUTOMOBILES PEUGEOT S.A.,
gevestigd te Poissy, Frankrijk,
6. de rechtspersoon naar buitenlands recht
AUTOMOBILES CITROËN S.A.S.,
gevestigd te Poissy, Frankrijk,
7. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ADAM OPEL GMBH,
gevestigd te Frankfurt am Main, Duitsland,
8. de rechtspersoon naar buitenlands recht
OPEL AUTOMOBILE GMBH,
gevestigd te Rüsselsheim am Main, Duitsland,
9. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GENERAL MOTORS HOLDINGS LLC,
gevestigd te Detroit (Michigan), Verenigde Staten van Amerika,
10. de rechtspersoon naar buitenlands recht
GENERAL MOTORS COMPANY,
gevestigd te Detroit (Michigan), Verenigde Staten van Amerika,
gedaagden 4 tot en met 10,
advocaat mr. A. Knigge te Amsterdam,
en tegen
gedaagden 11 t/m 137,
de Autodealers, [1]
advocaat mr. M.J. van Joolingen te ’s-Hertogenbosch,
en
de stichting
STICHTING DIESEL EMISSIONS JUSTICE,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres op de voet van artikel 1018d Rv,
advocaat mr. L.C.M. Berger te Amsterdam,
tegen de hiervoor onder 1 tot en met 137 genoemde gedaagden en tegen
138. de rechtspersoon naar buitenlands recht
VAUXHALL MOTORS LIMITED,
gevestigd te Luton (Verenigd Koninkrijk),
139. de rechtspersoon naar buitenlands recht
VAUXHALL FINANCE PLC,
gevestigd te Cardiff (Verenigd Koninkrijk),
140. de rechtspersoon naar buitenlands recht
IBC VEHICLES LIMITED,
gevestigd te Luton (Verenigd Koninkrijk),
141. de rechtspersoon naar buitenlands recht
PSA RETAIL UK LIMITED,
gevestigd te Coventry (Verenigd Koninkrijk),
gedaagden 138 tot en met 141,
advocaat mr. A. Knigge te Amsterdam.
Eiseressen zullen hierna afzonderlijk SEC, SCC en SDEJ worden genoemd. Gezamenlijk zullen zij de Stichtingen worden genoemd. Alle gedaagden gezamenlijk zullen Stellantis c.s. worden genoemd.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 22 augustus 2023 heeft SCC de rechtbank verzocht om verbetering van het op 16 augustus 2023 in deze zaak gewezen vonnis.
1.2.
Volgens SCC is in de eerste zin van overweging 5.9 ten aanzien van de groep belanghebbenden voor wie SCC opkomt ten onrechte een temporele beperking genoemd van de periode waarin voertuigen door de belanghebbenden zijn gekocht of geleased. Volgens SCC heeft zij de belanghebbenden voor wie zij in deze procedure opkomt, in haar statuten en/of dagvaarding niet beperkt of beoogd te beperken tot een bepaalde periode waarin voertuigen zijn gekocht of geleased. De periode tussen 1 september 2009 en 1 september 2019 heeft uitsluitend betrekking op de afbakening van de groep voertuigen, zoals die ook blijkt uit de in de dagvaarding gegeven definitie van ‘getroffen voertuigen’, aldus SCC.
Zij verzoekt daarom de eerste zin van overweging 5.9 ten aanzien van SCC aan te passen, zodat deze als volgt komt te luiden: “SCC beoogt volgens haar statuten de belangen te behartigen van, en stelt in haar dagvaarding op te komen voor, (rechts)personen die in de periode na 1 september 2009 een (of meer) nieuwe of gebruikte voertuig(en) met een verboden manipulatie-instrument in Nederland hebben gekocht of geleased.”.
1.3.
De rechtbank heeft de andere partijen in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. Zij hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank is van oordeel dat in de eerste zin van overweging 5.9 van het vonnis van 16 augustus 2023 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat de eerste zin van rechtsoverweging 5.9 van het op 16 augustus 2023 tussen de Stichtingen en Stellantis c.s. gewezen vonnis, waar staat
“SEC en SCC beogen volgens hun statuten de belangen te behartigen van, en stellen in hun dagvaardingen op te komen voor, (rechts)personen die in de periode tussen 1 september 2009 en 1 september 2019 een (of meer) nieuwe of gebruikte voertuig(en) met een verboden manipulatie-instrument in Nederland hebben gekocht of geleased.”
wordt gewijzigd in
“SEC beoogt volgens haar statuten de belangen te behartigen van, en stelt in haar dagvaarding op te komen voor, (rechts)personen die in de periode tussen 1 september 2009 en 1 september 2019 een (of meer) nieuwe of gebruikte voertuig(en) met een verboden manipulatie-instrument in Nederland hebben gekocht of geleased. SCC beoogt volgens haar statuten de belangen te behartigen van, en stelt in haar dagvaarding op te komen voor, (rechts)personen die in de periode na 1 september 2009 een (of meer) nieuwe
of gebruikte voertuig(en) met een verboden manipulatie-instrument in Nederland hebben
gekocht of geleased.”,
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 20 september 2023 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 16 augustus 2023,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 16 augustus 2023 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.T. Kruis, mr. M.C.H. Broesterhuizen en mr. M. Wouters, rechters, bijgestaan door mr. P. Palanciyan, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 september 2023.

Voetnoten

1.Voor de gegevens van gedaagden 11 t/m 137 wordt verwezen naar het vonnis van 16 augustus 2023.