Uitspraak
1.De beoordeling
- dat het echtpaar [naam 1] verklaart dat [eiser] hun contactpersoon was voor de hypotheekaanvraag;
- dat het echtpaar [naam 1] verklaart hem € 1.030,- te hebben betaald, contant;
- dat het echtpaar [naam 1] al hun inkomensstukken aan [eiser] hebben gemaild;
- dat is gebleken dat een vals inkomensstuk door [naam 3] bij ING is ingediend.
feitelijkheeft gedaan: hij is betrokken geweest bij de frauduleuze aanvraag van een hypotheek, waarbij hij de hoofdcontactpersoon was voor het echtpaar, en hij heeft per e-mail van 29 september 2020 valse stukken aan hen doorgestuurd (productie 12 bij dagvaarding).
een vreemd bedrag” is, maar tot vandaag heeft [eiser] niet ontkend dat hij dat contante bedrag heeft ontvangen. Dat blijkt althans niet uit het dossier.
(2 punten × € 396,00). De kantonrechter heeft hierbij de proceskosten in het incident begroot op nihil, omdat [eiser] zijn incidentele vordering heeft ingetrokken voordat de kantonrechter daarop heeft kunnen beslissen en omdat ING niet met een akte – maar slechts door de gevraagde stukken te overleggen met aanvullende producties – heeft gereageerd op die vordering.