ECLI:NL:RBAMS:2023:5855
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de huurtoeslag en ontslagvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 15 september 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de definitieve berekening van de huurtoeslag over het jaar 2021 beoordeeld. De Belastingdienst Toeslagen had de huurtoeslag van eiseres op nihil vastgesteld, omdat zij een ontslagvergoeding van € 29.120,- had ontvangen, die volgens de Belastingdienst bij haar inkomen over 2021 moest worden opgeteld. Eiseres was van mening dat deze vergoeding niet als inkomen moest worden beschouwd, maar als nabetaling van meer dan alleen loon, en dat zij recht had op huurtoeslag.
De rechtbank heeft het beroep behandeld op 8 mei 2023, waarbij eiseres en de gemachtigde van de Belastingdienst aanwezig waren. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om de Belastingdienst in de gelegenheid te stellen nadere informatie te verstrekken over de financiële gevolgen van het besluit voor eiseres. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de ontslagvergoeding terecht bij het inkomen van eiseres is opgeteld, en dat er geen ruimte is om deze buiten beschouwing te laten volgens de geldende wetgeving.
De rechtbank heeft het verzoek om vrijstelling van het griffierecht afgewezen, omdat het inkomen van eiseres hoger was dan 95% van de bijstandsnorm. De rechtbank concludeert dat de Belastingdienst de huurtoeslag over 2021 terecht op nihil heeft vastgesteld en dat het beroep van eiseres ongegrond is. Eiseres krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.