In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen eiser, een particulier te Amsterdam, en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Eiser had een vaartuig afgemeerd op de Rieteilanden bij IJburg zonder het vereiste vignet. De gemeente legde eiser een last onder bestuursdwang op, omdat het vaartuig in strijd met de Verordening op het binnenwater 2010 (Vob) was afgemeerd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze last, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond.
De rechtbank oordeelde dat het water rondom de privésteiger van eiser openbaar is en dat de gemeente het recht heeft om binnenhavengeld te heffen. Eiser voerde aan dat het ligwater bij de steigers niet als openbaar kan worden aangemerkt en dat hij geen vignetplicht heeft, omdat de locatie volgens hem in buitenwater ligt. De rechtbank verwierp deze argumenten en stelde vast dat de locatie binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam ligt en dat de gemeente eigenaar is van het gebied. Eiser had geen onderbouwing voor zijn stelling dat het Rieteiland in het buitenwater ligt.
De rechtbank concludeerde dat de heffing van binnenhavengeld rechtmatig is, omdat de wateren rondom de locatie in beheer zijn van de gemeente en de heffing niet onevenredig is. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.