In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 29 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een architect en zijn opdrachtgever over een overeenkomst van opdracht. De eiser, een architectenbureau, had een overeenkomst gesloten met de gedaagden voor het maken van een schetsontwerp voor een nieuwbouwwoning. De overeenkomst was gebaseerd op de DNR-voorwaarden 2011. De eiser voerde aan dat hij zijn werkzaamheden had verricht en dat de gedaagden hun factuur van € 18.295,20 niet hadden betaald. De gedaagden voerden verweer en stelden dat de architect tekort was geschoten in zijn verplichtingen, wat leidde tot een opzegging van de overeenkomst.
De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de feiten en de ingediende stukken. De rechter oordeelde dat de eiser aan zijn informatieverplichtingen had voldaan en dat er geen sprake was van oneerlijke bedingen. De rechter concludeerde dat de gedaagden niet konden stellen dat de architect tekort was geschoten, omdat de wijzigingen in het ontwerp in overleg waren gegaan en de uiteindelijke bouwprijs niet aan de architect kon worden toegerekend. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiser toegewezen en de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met rente en kosten. Tevens zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten.