Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
primairom Romijn Bouw te veroordelen tot vergoeding van de kosten voor herstel en afronding van het werk voor een bedrag van € 55.729,90 inclusief btw, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2020, althans 6 oktober 2020, althans 1 februari 2022, althans de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
subsidiairom Romijn Bouw te veroordelen tot afronding van het werk en herstel van de gebreken binnen drie maanden na het te wijzen vonnis conform het rapport van de deskundige met onderbouwing middels een constructieve berekening, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per dag dat Romijn daarmee in gebreke blijft en
meer subsidiairom Romijn te veroordelen tot betaling van een naar de regelen des rechts te bepalen bedrag aan schadevergoeding voor herstel van schade en gevolgschade, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
5.De beslissing
woensdag 11 oktober 2023om beide partijen in de gelegenheid te stellen een akte in te dienen waarin zij zich uitlaten over het aangekondigde deskundigenbericht,