ECLI:NL:RBAMS:2023:581
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen van diefstal met geweld en afpersing, niet-ontvankelijkheid benadeelde partijen en teruggave inbeslaggenomen goed
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 januari 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van een diefstal met geweld en afpersing, gepleegd op 31 augustus 2022 te Amstelveen. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 23 december 2022 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. N. Levinsohn, en de raadsman van de verdachte, mr. M. Rasterhoff, hun standpunten naar voren hebben gebracht. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd, stellende dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de plaats delict aanwezig was en dat hij op de hoogte was van de overval. De verdediging heeft eveneens vrijspraak bepleit, omdat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Hoewel de telefoon van de verdachte dezelfde reisbewegingen maakte als die van de medeverdachte, was dit niet voldoende om zijn betrokkenheid bij de beroving te bewijzen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs was voor opzet van de verdachte op de beroving, en heeft daarom besloten om de verdachte integraal vrij te spreken van de ten laste gelegde feiten.
Daarnaast zijn de benadeelde partijen, die schadevergoeding vorderden, niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de verdachte werd vrijgesproken. De rechtbank heeft ook beslist dat de benadeelde partijen in de kosten van de verdachte moeten worden veroordeeld, welke kosten tot op dat moment op nihil zijn begroot. Tot slot heeft de rechtbank de teruggave van de in beslag genomen Audi A3 aan de verdachte gelast.