ECLI:NL:RBAMS:2023:5802

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
13/127277-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming tot overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel door de Rechtbank Amsterdam

Op 14 september 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het District Court in Ostrava, Tsjechië. De zaak betreft de overlevering van een persoon met Tsjechische nationaliteit, die op dat moment gedetineerd was in Nederland. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB in behandeling genomen, na een zitting op 31 augustus 2023 waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn raadsman en een tolk.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en dat hij de Tsjechische nationaliteit bezit. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten volgens Tsjechisch recht, die ook naar Nederlands recht strafbaar zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de vereisten voor dubbele strafbaarheid is voldaan, aangezien de feiten diefstal betreffen, waarvoor in beide rechtsstelsels een vrijheidsstraf van ten minste twaalf maanden kan worden opgelegd.

Na beoordeling van het EAB en de bijbehorende documenten, concludeert de rechtbank dat er geen weigeringsgronden zijn die zich verzetten tegen de overlevering. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan, conform de eisen van de Overleveringswet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met mr. P. van Kesteren als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 14 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/127277-23
Datum uitspraak: 14 september 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 18 juli 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 3 april 2023 door
the District Court in Ostrava, Tsjechië (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] (Tsjechië) op [geboortedag] 1969,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
nu gedetineerd in [detentieadres],
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 31 augustus 2023, in aanwezigheid van mr. S. Wirken, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. E. Gorsselink, advocaat in Venlo, en door een tolk in de Tsjechische taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Tsjechische nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel van
the District Court in Ostrava(Tsjechië) van 30 maart 2023 (file no. 72 T 21/2022-150).
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Tsjechisch recht strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [3]

4.Referte

De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

5.Strafbaarheid: feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft de feiten niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, wanneer – kort gezegd - voldaan is aan het vereiste dat op de feiten naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld en dat de feiten ook naar Nederlands recht strafbaar zijn.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
De feiten leveren naar Nederlands recht op:
telkens: diefstal.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 310 Wetboek van Strafrecht en 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the District Court in Ostrava(Tsjechië), voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. P. van Kesteren, voorzitter,
mrs. M.C. Eggink en J.H. Beestman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. van Heusden, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 14 september 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.