ECLI:NL:RBAMS:2023:5766

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
12 september 2023
Zaaknummer
13/165604-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vordering tot behandeling van een Europees aanhoudingsbevel

Op 22 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vordering tot behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De zaak betreft een EAB dat is uitgevaardigd door de Poolse autoriteiten op 27 februari 2018, met als doel de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1981. De behandeling van het EAB vond plaats op zittingen op 19 juli en 22 augustus 2023. Tijdens de eerste zitting was de opgeëiste persoon niet aanwezig, maar vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. R. Malewicz. De rechtbank besloot de behandeling aan te houden om de verdediging de gelegenheid te geven zich voor te bereiden op het nieuwe EAB, dat twee oudere EAB's vervangt.

Tijdens de tweede zitting op 22 augustus 2023 was de opgeëiste persoon opnieuw niet aanwezig, en de officier van justitie, mr. W.H.R. Hogewind, stelde dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk verklaard diende te worden in de vordering tot behandeling van het EAB, omdat de Poolse autoriteiten het EAB hadden ingetrokken. De rechtbank volgde dit standpunt en verklaarde het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vordering. Tevens werd vastgesteld dat de (geschorste) overleveringsdetentie was geëindigd. De uitspraak werd gedaan door mr. M. van Mourik, voorzitter, en mrs. B. van Galen en L. Sanders, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. H.L. van Loon, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/165604-23
Datum uitspraak: 22 augustus 2023
UITSPRAAK
op de vordering op grond van artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 6 juli 2023 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 27 februari 2018 door
the Regional Court III Criminal Division in Jelenia Góra(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1981,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres].
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

Zitting 19 juli 2023
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden in aanwezigheid van
mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon is met voorafgaande kennisgeving niet ter zitting verschenen. Hij werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde raadsman, mr. R. Malewicz, advocaat in Amsterdam. De rechtbank heeft besloten de behandeling van de zaak aan te houden tot de zitting van 22 augustus 2023 om de verdediging in de gelegenheid te stellen zich voor te bereiden op het nieuwe EAB dat twee oudere EAB’s vervangt.
Zitting 22 augustus 2023
De behandeling van het EAB is voortgezet en heeft plaatsgevonden in aanwezigheid van
mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon en zijn raadsman,
mr. R. Malewicz zijn met voorafgaande kennisgeving niet ter zitting van de rechtbank verschenen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft.
3. Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de rechtbank het openbaar ministerie niet ontvankelijk dient te verklaren in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB nu de Poolse autoriteiten het EAB hebben ingetrokken.
De rechtbank volgt de officier van justitie in bovengenoemd standpunt.

4.Beslissing

VERKLAARThet openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
STELT VASTdat de (geschorste) overleveringsdetentie is geëindigd.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M. van Mourik, voorzitter,
mrs. B. van Galen en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 22 augustus 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.