Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Het Hof Buftea(Roemenië) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
4.Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
Op 22 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door Roemenië. De zaak betreft de vordering van het openbaar ministerie tot het in behandeling nemen van het EAB, dat op 4 mei 2023 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Roemenië in 1980, was op dat moment gedetineerd in Nederland zonder vaste woon- of verblijfplaats. De behandeling van de zaak vond plaats op 19 juni 2023, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was, en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.W. Syrier. Door vertraging van de raadsman werd de behandeling uitgesteld naar 22 augustus 2023.
Tijdens de zitting op 22 augustus 2023 was de opgeëiste persoon niet aanwezig, noch zijn raadsman. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Roemeense nationaliteit heeft. De officier van justitie stelde dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk verklaard diende te worden in de vordering tot behandeling van het EAB, omdat de Roemeense autoriteiten het EAB hadden ingetrokken. De rechtbank heeft dit standpunt gevolgd en verklaarde het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vordering. Tevens werd vastgesteld dat de overleveringsdetentie van de opgeëiste persoon was geëindigd. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. M. van Mourik, en de rechters mrs. B. van Galen en L. Sanders, in aanwezigheid van griffier mr. H.L. van Loon.