ECLI:NL:RBAMS:2023:5760

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 september 2023
Publicatiedatum
12 september 2023
Zaaknummer
13/129598-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vordering tot behandeling van Europees aanhoudingsbevel na intrekking door Roemeense autoriteiten

Op 22 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door Roemenië. De zaak betreft de vordering van het openbaar ministerie tot het in behandeling nemen van het EAB, dat op 4 mei 2023 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Roemenië in 1980, was op dat moment gedetineerd in Nederland zonder vaste woon- of verblijfplaats. De behandeling van de zaak vond plaats op 19 juni 2023, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was, en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.W. Syrier. Door vertraging van de raadsman werd de behandeling uitgesteld naar 22 augustus 2023.

Tijdens de zitting op 22 augustus 2023 was de opgeëiste persoon niet aanwezig, noch zijn raadsman. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Roemeense nationaliteit heeft. De officier van justitie stelde dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk verklaard diende te worden in de vordering tot behandeling van het EAB, omdat de Roemeense autoriteiten het EAB hadden ingetrokken. De rechtbank heeft dit standpunt gevolgd en verklaarde het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vordering. Tevens werd vastgesteld dat de overleveringsdetentie van de opgeëiste persoon was geëindigd. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. M. van Mourik, en de rechters mrs. B. van Galen en L. Sanders, in aanwezigheid van griffier mr. H.L. van Loon.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/129598-23
Datum uitspraak: 22 augustus 2023
UITSPRAAK
op de vordering op grond van artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 26 mei 2023 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 4 mei 2023 door
Het Hof Buftea(Roemenië) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1980,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieplaats]
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

Zitting 19 juni 2023
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden in aanwezigheid van
mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.W. Syrier, advocaat in Utrecht en door een tolk in de Roemeense taal. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden, omdat er in verband met vertraging van de raadsman te weinig tijd was om de zaak inhoudelijk te behandelen op de zitting van 19 juli 2023.
Zitting 22 augustus 2023
De behandeling van het EAB is voortgezet en heeft plaatsgevonden in aanwezigheid van
mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon en zijn raadsman,
mr. A.W. Syrier, advocaat in Utrecht zijn met voorafgaande kennisgeving niet ter zitting van de rechtbank verschenen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de
bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Roemeense nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de rechtbank het openbaar ministerie niet ontvankelijk dient te verklaren in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB nu de Roemeense autoriteiten het EAB hebben ingetrokken.
De rechtbank volgt de officier van justitie in bovengenoemd standpunt.

4.Beslissing

VERKLAARThet openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB
.
STELT VASTdat de (opgeschorte) overleveringsdetentie is geëindigd.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M. van Mourik, voorzitter,
mrs. B. van Galen en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 22 augustus 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.