Op 29 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Koblenz in Duitsland. De officier van justitie had op 29 juni 2023 verzocht om het EAB in behandeling te nemen. De opgeëiste persoon, geboren in 1985 en met de Nederlandse nationaliteit, was niet aanwezig op de zitting, maar zijn raadsman was wel aanwezig. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie meegedeeld dat het EAB was ingetrokken, omdat de gezondheidstoestand van de opgeëiste persoon dit noodzakelijk maakte. De rechtbank heeft vervolgens de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat de intrekking van het EAB de grondslag voor de vordering van de officier van justitie heeft doen vervallen.
De rechtbank heeft in overeenstemming met het verzoek van de officier van justitie besloten om de officier niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering tot behandeling van het EAB. Dit betekent dat de rechtbank niet verder zal ingaan op de inhoud van het EAB, aangezien het niet meer van toepassing is. Tevens heeft de rechtbank vastgesteld dat de geschorste overleveringsdetentie van de opgeëiste persoon is beëindigd. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 29 augustus 2023. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.