Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 4 – aflevering en terugbezorging
, kantonrechter] aan het einde van de huurperiode. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
Rechtbank Amsterdam
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de kantonrechter op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder van campers en een huurder. De huurder had van 6 tot 15 mei 2022 een camper gehuurd, maar bij inlevering bleek de camper schade te hebben aan de remmen en de luifel, en ontbrak een koppelstuk van de stroomkabel. De verhuurder, [eiser], vorderde schadevergoeding voor de kosten van reparatie en schoonmaak, terwijl de huurder, [gedaagde], betwistte verantwoordelijk te zijn voor de schade aan de remmen en de schoonmaakkosten. De kantonrechter oordeelde dat de schade aan de remmen niet aan de huurder kon worden toegerekend, omdat er geen specifieke afspraken waren gemaakt over het gebruik van de camper in de bergen. De huurder erkende wel verantwoordelijk te zijn voor de schade aan de luifel en het ontbreken van het koppelstuk, maar de kantonrechter oordeelde dat de verhuurder de kosten voor de reparatie van de luifel en het koppelstuk moest verrekenen met de uitkering van de borgverzekering. Uiteindelijk werd de vordering van de verhuurder afgewezen, omdat de huurder niets meer verschuldigd was na verrekening van de kosten met de borgverzekering. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.