ECLI:NL:RBAMS:2023:5730

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 september 2023
Publicatiedatum
12 september 2023
Zaaknummer
10375887 CV EXPL 23-3299
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na verhuur van camper met schade aan remmen en luifel

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de kantonrechter op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder van campers en een huurder. De huurder had van 6 tot 15 mei 2022 een camper gehuurd, maar bij inlevering bleek de camper schade te hebben aan de remmen en de luifel, en ontbrak een koppelstuk van de stroomkabel. De verhuurder, [eiser], vorderde schadevergoeding voor de kosten van reparatie en schoonmaak, terwijl de huurder, [gedaagde], betwistte verantwoordelijk te zijn voor de schade aan de remmen en de schoonmaakkosten. De kantonrechter oordeelde dat de schade aan de remmen niet aan de huurder kon worden toegerekend, omdat er geen specifieke afspraken waren gemaakt over het gebruik van de camper in de bergen. De huurder erkende wel verantwoordelijk te zijn voor de schade aan de luifel en het ontbreken van het koppelstuk, maar de kantonrechter oordeelde dat de verhuurder de kosten voor de reparatie van de luifel en het koppelstuk moest verrekenen met de uitkering van de borgverzekering. Uiteindelijk werd de vordering van de verhuurder afgewezen, omdat de huurder niets meer verschuldigd was na verrekening van de kosten met de borgverzekering. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10375887 \ CV EXPL 23-3299
Vonnis van 1 september 2023
in de zaak van
[eiser] (h.o.d.n. [naam] ),
wonende en zaakdoende te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: Nova Legal B.V.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 februari 2023 met producties,
- het proces-verbaal van mondeling antwoord van 10 maart 2023,
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 28 maart 2023 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de dagbepaling mondelinge behandeling,
- de akte overlegging producties van de zijde van [eiser] ,
- de akte vermindering van eis met een productie,
1.2.
Op 21 juni 2013 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [eiser] is met zijn gemachtigde mr. M.F.A. Plattel (hierna: Plattel) verschenen. [gedaagde] is eveneens verschenen. Mr. Plattel heeft spreekaantekeningen overgelegd die aan het dossier zijn toegevoegd. De griffier heeft van de mondelinge behandeling aantekeningen gemaakt die aan het dossier zijn toegevoegd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is verhuurder van campers. In de periode van 6 mei 2022 tot en met 15 mei 2022 heeft [gedaagde] een camper van [eiser] gehuurd. Op deze huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden en contract [naam contract] van toepassing (hierna: de algemene voorwaarden).
2.2.
In de algemene voorwaarden staat, voor zover relevant, het volgende:
“(…)
Artikel 4 – aflevering en terugbezorging
(…)
4. Bij terugbezorging dient de camper in gelijke staat te verkeren als bij aflevering, behoudens normale slijtage. Vermiste onderdelen en reparaties (met uitzondering van defecten) zijn voor rekening van huurder, tenzij een van de verzekeringen deze kosten dekt.
(…)
6. De huurder dient de camper schoon in te leveren bij [naam] [
, kantonrechter] aan het einde van de huurperiode. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
a. De camper dient van de binnenzijde schoon te worden ingeleverd.
b. De koelkast, WC, douche, het fornuis en de oven dienen schoon te zijn bij inlevering.
(…)
d. Indien bij inlevering de staat van de camper niet voldoet aan artikel 6a en 6b, dan brengt [naam] € 50,- bij de huurder in rekening.
(…)”
2.3.
Nadat [gedaagde] de camper bij [eiser] heeft ingeleverd, blijkt deze schade te hebben aan de remmen en de luifel. Verder ontbreekt een koppelstuk van de stroomkabel (hierna: het koppelstuk) en is de camper niet volledig schoongemaakt door [gedaagde] .
2.4.
[eiser] heeft hierop reparaties uitgevoerd aan de camper. De remmen en de luifel zijn vervangen en er is een nieuw koppelstuk geplaatst. Verder is de binnenzijde van de camper gereinigd en de toiletpot geleegd.
2.5.
Voor deze kosten heeft [eiser] aan [gedaagde] een factuur gestuurd. [eiser] brengt de volgende kosten in rekening: toilet ledigen € 75,-, schoonmaakkosten € 210,-, remmen € 1.120,-, luifel € 670,- en koppelstuk € 13,50. Verder wordt een bedrag van € 250,- in mindering gebracht vanwege het niet optimaal functioneren van de camper.
2.6.
De borgverzekering van [eiser] heeft een bedrag van € 1.120,- uitgekeerd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, na vermindering van eis, – zakelijk weergegeven – dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt tot betaling van:
€ 1.033,48 (bestaande uit de hoofdsom van € 718,50, de verschenen wettelijke rente van € 39,20 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 275,78), te vermeerderen met de wettelijke rente;
de proceskosten;
de nakosten.
3.2.
[eiser] stelt – samengevat – dat de schade aan de remmen en de luifel door [gedaagde] zijn veroorzaakt. Ook is [gedaagde] verantwoordelijk voor het ontbreken van het koppelstuk en heeft hij de camper erg vuil afgeleverd. [eiser] heeft kosten gemaakt om de camper te repareren en schoon te maken. Deze kosten dient [gedaagde] aan [eiser] te betalen. Een bedrag voor het niet optimaal functioneren van de camper en de uitgekeerde borgverzekering heeft [eiser] op de totale kosten in mindering gebracht.
3.3.
[gedaagde] erkent dat hij verantwoordelijk is voor de schade aan de luifel, maar stelt dat hij die reparatiekosten niet hoeft te betalen omdat die door de borgverzekering worden gedekt. Ook erkent hij dat hij de camper niet volledig heeft schoongemaakt, maar volgens hem kunnen die kosten niet aan hem worden toegerekend. De camper had namelijk geen stroom waardoor het niet mogelijk was die goed schoon te maken. De kosten voor de reparatie aan de remmen betwist [gedaagde] . Volgens hem waren de remmen namelijk al beschadigd toen hij de camper kreeg. Met betrekking tot het koppelstuk heeft [gedaagde] te kennen gegeven dat hij dit zou kunnen hebben verloren.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ambtshalve toetsing oneerlijke bedingen
4.1.
De overeenkomst die in deze procedure centraal staat is gesloten met een consument. Dit betekent dat de kantonrechter de overeenkomst en de algemene voorwaarden ambtshalve moet toetsen aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht, in het bijzonder aan de Richtlijn 93/13 EG (Richtlijn oneerlijke bedingen). De kantonrechter heeft de bedingen die voor de beoordeling van de vordering relevant zijn, te weten de bedingen in de artikelen 4, 7 en 11 van de algemene voorwaarden, getoetst. Deze artikelen worden niet oneerlijk bevonden.
De luifel en het koppelstuk
4.2.
[gedaagde] heeft erkend dat de luifel van de camper door zijn toedoen schade heeft opgelopen. Tevens heeft hij erkend dat hij verantwoordelijk is voor het ontbreken van het koppelstuk. Gelet hierop dient [gedaagde] in beginsel de kosten die [eiser] voor de reparatie van de luifel (te weten € 670,-) en de vervanging van het koppelstuk (te weten € 13,50) heeft gemaakt, aan [eiser] te betalen.
De schoonmaakkosten
4.3.
[gedaagde] heeft de camper niet volledig schoon bij [eiser] ingeleverd, waardoor [eiser] kosten heeft gemaakt om de camper weer schoon te krijgen. Anders dan [gedaagde] heeft gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat deze schoonmaakkosten wel aan hem kunnen worden toegerekend. De kantonrechter ziet niet in waarom het ontbreken van stroom in de camper een grondige schoonmaak in de weg zou staan. [gedaagde] had immers op een relatief eenvoudige wijze van een andere stroomvoorziening gebruik kunnen maken om de camper schoon te maken.
4.4.
[eiser] vordert in totaal een bedrag van € 285,- aan schoonmaakkosten, bestaande uit het legen van het toilet en het reinigen van de binnenzijde van de camper. De kantonrechter volgt [eiser] echter hierin niet. In artikel 4.6. van de algemene voorwaarden is immers expliciet opgenomen dat indien de camper niet wordt ingeleverd met een schone binnenzijde en/of een schone wc daarvoor in totaal € 50,- in rekening wordt gebracht (zie hiervoor onder 2.2.). De kantonrechter ziet geen aanleiding om hiervan af te wijken en een hoger bedrag aan schoonmaakkosten vast te stellen. Dit betekent dat [gedaagde] in beginsel is gehouden een bedrag van € 50,- aan schoonmaakkosten aan [eiser] te betalen.
De remmen
4.5.
Partijen verschillen van mening of de schade aan de remmen van de camper door [gedaagde] zijn veroorzaakt. [eiser] stelt zich op het standpunt dat [gedaagde] in de bergen bij de afdaling te hard heeft gereden, waardoor de remmen zijn beschadigd. [gedaagde] is van mening dat de remmen al bij aflevering van de camper waren beschadigd.
4.6.
De kantonrechter stelt vast dat partijen met betrekking tot de remmen geen specifieke afspraken hebben gemaakt. Niet is gesteld noch is gebleken dat [eiser] op voorhand aan [gedaagde] een bijzondere instructie heeft gegeven over het rijden met de camper in de bergen. Gelet hierop kan [gedaagde] niet worden tegengeworpen dat hij met de camper in de bergen is gaan rijden en bij het afdalen heeft geremd. Bovendien kan de omstandigheid dat [gedaagde] bij afdalingen heeft geremd, überhaupt niet als een tekortkoming worden gekwalificeerd. Een bestuurder van een camper moet vanzelfsprekend te allen tijde kunnen en mogen remmen. Dat de camper – zoals [eiser] heeft gesteld – in het geheel niet voor de bergen geschikt was, acht de kantonrechter merkwaardig. Maar wat hier ook van zij; als dit wel het geval was, had het op de weg van [eiser] gelegen [gedaagde] hier expliciet op te wijzen. Nu hij dit niet heeft gedaan, kan de schade aan de remmen niet aan [gedaagde] worden toegerekend. Dit deel van de vordering wordt dan ook afgewezen.
Conclusie
4.7.
Het voorgaande leidt ertoe dat [gedaagde] in beginsel is gehouden de kosten voor de luifel van € 670,-, het herstel van het koppelstuk van € 13,50 en de schoonmaakkosten van € 50,- aan [eiser] te betalen. [eiser] heeft echter van de borgverzekering een bedrag van € 1.120,- uitgekeerd gekregen. In zijn vordering heeft [eiser] dit bedrag verrekend met de kosten voor de reparatie van de remmen. Nu die schade echter niet aan [gedaagde] kan worden toegerekend, dient de uitkering van de borgverzekering op grond van artikel 4 van de algemene voorwaarden met de kosten voor de reparatie van de luifel en de vervanging van het koppelstuk te worden verrekend. Dit betekent dat [gedaagde] met betrekking tot de luifel geen kosten meer aan [eiser] hoeft te betalen.
4.8.
Uit de factuur van [eiser] blijkt dat hij op de door hem gemaakte kosten een bedrag van € 250,- in mindering heeft gebracht vanwege het niet optimaal functioneren van de camper. Het totale bedrag dat [gedaagde] nog aan [eiser] dient te betalen, bedraagt € 50,- aan schoonmaakkosten. Als het bedrag van € 250,- daarop in mindering wordt gebracht, betekent dit dat [gedaagde] niets meer aan [eiser] is verschuldigd. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
De buitengerechtelijke incassokosten
4.9.
Nu de vordering zal worden afgewezen, zal eveneens de vordering tot vergoeding voor de buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen.
De proceskosten
4.10.
Partijen zijn elk op enig punt in het ongelijk gesteld. Gelet daarop zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. wijst de vorderingen af,
II. compenseert de proceskosten in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 1 september 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.