ECLI:NL:RBAMS:2023:5719

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
C/13/737591 / KG ZA 23-711
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperkingen op openbaarmaking van beeldmateriaal door pornowebsite in verband met toestemming van betrokkenen

In een kort geding tussen Hammy Media Ltd, een vennootschap naar Cypriotisch recht, en Stichting Offlimits, is op 11 september 2023 een vonnis uitgesproken door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de openbaarmaking van beeldmateriaal op een pornowebsite, waarbij de stichting vorderingen heeft ingesteld tegen Hammy Media wegens het schenden van eerdere rechterlijke uitspraken die het publiceren van niet-toegestane beelden verbieden. In een eerder vonnis van 16 februari 2022 was bepaald dat het de exploitant van een pornowebsite niet is toegestaan om beeldmateriaal te publiceren dat heimelijk is gefilmd of dat niet professioneel is gemaakt zonder toestemming van de betrokken personen. In dit executiegeschil heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de stichting haar meldingen van mogelijk in strijd met het verbod zijnde video’s moet beperken tot 150 per drie werkdagen. Dit biedt Hammy Media de gelegenheid om de video’s te verwijderen of aan te tonen dat zij over de vereiste toestemmingen beschikt. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Hammy Media tot schorsing van de uitvoerbaarheid van het vonnis afgewezen, maar heeft wel de procedurele lasten voor de stichting verlicht door het aantal te melden video’s te beperken. De uitspraak benadrukt de noodzaak van toestemming van betrokkenen bij de openbaarmaking van beeldmateriaal en de verantwoordelijkheden van zowel de exploitant van de website als de stichting in het handhaven van deze regels.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/737591 / KG ZA 23-711 IHJK/MV
Vonnis in kort geding van 11 september 2023
in de zaak van
de vennootschap naar Cypriotisch recht
HAMMY MEDIA LTD,
gevestigd te Limassol (Cyprus),
eiseres bij dagvaarding van 14 augustus 2023,
advocaten mr. A.D.M. Ficq en mr. V.F. den Hollander te Amsterdam,
tegen
de stichting
STICHTING OFFLIMITS,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaten mr. O.M.B.J. Volgenant en mr. J.E. van Til te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Hammy Media en Offlimits worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 28 augustus 2023 heeft Hammy Media de dagvaarding toegelicht. Offlimits heeft verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
aan de zijde van Hammy Media: [naam 1] , head of legal (via een digitale verbinding), mr. Ficq en mr. Den Hollander;
aan de zijde van Offlimits: [naam 2] , directeur, [naam 3] , medewerkster van de afdeling communicatie, mr. Volgenant en mr. Van Til.
Na verder debat is vonnis bepaald op 11 september 2023.

2.De feiten

2.1.
Hammy Media exploiteert de pornowebsite (
adultwebsite) [naam website 1] . Van die website maakt het subdomein [naam website 2] onderdeel uit.
2.2.
Offlimits heeft blijkens artikel 3 van haar op 7 juni 2023 gewijzigde statuten de volgende doelstelling:
het voorkomen en bestrijden van online grensoverschrijdend gedrag en misbruik in het algemeen en het voorkomen en bestrijden van online seksueel (kinder)misbruik en seksuele (kinder)uitbuiting in het bijzonder, en voorts al hetgeen met één en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord.Vóór de statutenwijziging van 7 juni 2023 droeg Offlimits de naam Stichting Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM).
2.3.
Op 6 december 2022 heeft de raadsman van Offlimits (toen nog EOKM geheten) aan Hammy Media een brief gezonden, met daarbij gevoegd een vonnis van deze rechtbank van 16 februari 2022 [1] . In de brief staat dat uit het vonnis van 16 februari 2022 volgt dat het de exploitant van een pornowebsite niet is toegestaan beeldmateriaal te publiceren:
(1) dat heimelijk is gefilmd en dat personen herkenbaar toont die (geheel of gedeeltelijk) ontkleed zijn te zien op plekken waar zij zich onbespied wanen; en
(2) dat niet professioneel is gemaakt en personen herkenbaar toont die in de privésfeer seksuele handelingen verrichten,
voor zover de exploitant niet beschikt over de toestemming van de getoonde personen om dit beeldmateriaal openbaar te maken.
Verder staat in de brief van 6 december 2022 dat Offlimits heeft geconstateerd dat op de website [naam website 1] beeldmateriaal wordt getoond dat mogelijk in strijd is met de inhoud van het vonnis van 16 februari 2022. In een bijlage bij de brief is een zestal voorbeelden opgenomen van dergelijk beeldmateriaal. Hammy Media is in de brief gesommeerd de online publicatie van dit beeldmateriaal te staken en met betrekking tot de personen die herkenbaar worden getoond in het desbetreffende beeldmateriaal bewijsmateriaal te verstrekken waaruit hun toestemming tot openbaarmaking blijkt.
2.4.
Bij brief van 13 december 2023 heeft Hammy Media kort gezegd geantwoord dat zij een
zero-tolerancebeleid voert ten aanzien van illegale content, dat alle content voor publicatie strikt wordt gecontroleerd (“
strictly moderated”), dat zij zich in de
Terms and Conditionsen in de
User Agreementhet recht voorbehoudt content te verwijderen die hiermee strijdig is en dat zij een adequaat
Notice & Takedownbeleid voert. Tot slot is in de brief van Hammy Media opgenomen dat zij een aantal van de voorbeelden genoemd in de brief van 6 december 2022 heeft verwijderd.
2.5. Bij brief van 20 januari 2023 heeft de advocaat van Offlimits geconstateerd dat Hammy Media niet heeft voldaan aan de sommaties die zijn opgenomen in de brief van 6 december 2022.
2.6.
In de periode van 3 tot en met 16 februari 2023 is per e-mail gecorrespondeerd tussen de advocaten van partijen. Bij e-mail van 10 februari 2023 heeft de advocaat van Offlimits op verzoek aan Hammy Media een viertal voorbeelden gestuurd afkomstig van haar website van beeldmateriaal dat volgens Offlimits niet professioneel is gemaakt en personen herkenbaar toont die in de privésfeer seksuele handelingen verrichten. Hammy Media is verzocht kenbaar te maken hoe zij zich ervan heeft vergewist dat de desbetreffende personen toestemming hebben gegeven voor openbaarmaking. Ook is verzocht om bewijs van die toestemming.
2.7.
Bij e-mail van 16 februari 2023 heeft de advocaat van Offlimits het volgende geschreven aan de advocaat van Hammy Media:
“U gaf aan dat Hammy Media in oktober 2021 haar beleid heeft gewijzigd en sindsdien met toestemmingsformulieren werkt. Tijdens de bespreking liet u een voorbeeld zien. Wij bespraken dat wat EOKM betreft dit beleid ook moet worden toegepast op online beeldmateriaal dat vóór oktober 2021 voor het eerst werd gepubliceerd. Die vordering van EOKM past binnen de norm die in de rechtspraak is gesteld.Met betrekking tot de vier voorbeelden die wij u bij email van 10 februari jl. stuurden (…) gaf u aan dat er bij drie van die video’s geen achterliggende toestemmingsformulieren bleken te zijn. Met betrekking tot één video zou er wel een toestemmingsformulier zijn. Tijdens de bespreking hebben wij gevraagd of dat document aan ons kan worden toegezonden. U zou daar na overleg met Hammy Media op terugkomen. Wij vernamen nog niet van u. Kunt u ons voor het einde van de week voorzien van dat document?"2.8. Als reactie hierop heeft Hammy Media met betrekking tot een van de vier voorbeelden een (geanonimiseerd) ondertekend formulier en een (geanonimiseerde) kopie van een identiteitsbewijs toegezonden van de
uploadervan de desbetreffende video.
2.9.
Bij dagvaarding van 24 februari 2023 heeft Offlimits een kort geding aanhangig gemaakt tegen Hammy Media. Offlimits heeft gevorderd:
I. Hammy Media met onmiddellijke ingang te verbieden beeldmateriaal dat
(1) heimelijk is gefilmd en dat personen herkenbaar toont die (geheel of gedeeltelijk) ontkleed zijn te zien op plekken waar zij zich onbespied wanen; of
(2) niet professioneel is gemaakt en personen herkenbaar toont die in de privésfeer seksuele handelingen verrichten,
openbaar te maken en/of te verspreiden
a.
wereldwijdvoor zover het personen betreft die in Nederland woonachtig zijn; en
b.
in Nederlandvoor zover het personen betreft die niet in Nederland woonachtig zijn,
tenzij Hammy Media kan aantonen dat alle personen die in beeld zijn met openbaarmaking van dat beeldmateriaal hebben ingestemd;
II. op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per keer dat Hammy Media een video publiceert dat dergelijk beeldmateriaal bevat, te vermeerderen met € 500,00 per dag dat de video nog openbaar wordt gemaakt, langer dan 24 uur nadat Hammy Media door Offlimits is gesommeerd de openbaarmaking te staken, telkens met een maximum van € 30.000,00 per video, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen dwangsom.
2.10.
Bij vonnis van 12 april 2023 [2] heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van Offlimits op de volgende wijze toegewezen:
5.1 verbiedt Hammy Media om met ingang van drie weken na betekening van dit vonnis beeldmateriaal dat(1) heimelijk is gefilmd en dat personen herkenbaar toont die (geheel of gedeeltelijk) ontkleed zijn te zien op plekken waar zij zich onbespied wanen; of(2) niet professioneel is gemaakt en personen herkenbaar toont die in de privésfeer seksuele handelingen verrichten,openbaar te maken en/of te verspreidena.wereldwijdvoor zover het personen betreft die in Nederland woonachtig zijn; enb.in Nederlandvoor zover het personen betreft die niet in Nederland woonachtig zijn,tenzij Hammy Media kan aantonen dat alle personen die in beeld zijn met openbaarmaking van dat beeldmateriaal hebben ingestemd,5.2 bepaalt dat Hammy Media na drie weken na betekening van dit vonnis én drie werkdagen nadat EOKM bij haar schriftelijk melding heeft gemaakt van een video die volgens EOKM valt onder het verbod gegeven in 5.1 van dit vonnis een dwangsom verbeurt van € 10.000,00 per video, te vermeerderen met € 500,00 per dag dat de video nog openbaar wordt gemaakt, telkens met een maximum van € 30.000,00 per video, tenzij Hammy Media de video binnen die termijn van drie werkdagen heeft verwijderd dan wel binnen die termijn van drie werkdagen de vereiste gegevens over toestemming, woonplaats en plaats van openbaarmaking kan tonenIn 5.5 van het dictum is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.11.
In r.o 4.7 van het vonnis heeft de voorzieningenrechter het volgende overwogen:
4.7 In r.o. 5.22 tot en met 5.26 van het vonnis van 16 februari 2022 is geoordeeld dat openbaarmaking van zowel het filmmateriaal uit de eerste als dat uit de tweede categorie onrechtmatig is, tenzij sprake is van toestemming hiervoor van de personen die herkenbaar worden getoond. De voorzieningenrechter sluit zich aan bij het oordeel in het bodemvonnis. Ook hier geldt derhalve dat Offlimits zich ervan dient te vergewissen dat de desbetreffende personen toestemming hebben gegeven voor openbaarmaking, bij gebreke waarvan die openbaarmaking onrechtmatig is. Uit de eigen stellingen van Offlimits kan worden afgeleid dat bij het openbaar maken van beeldmateriaal vóór oktober 2021 niet om toestemming van de performers is gevraagd. Nu gesteld noch gebleken is dat al dit materiaal (voor openbaarmaking waarvan de performer niet kenbaar toestemming heeft verleend) van de website is verwijderd (het is volgens Offlimits alleen onderhevig aan remoderation), vormt dit reeds voldoende aanleiding voor toewijzing van de vorderingen in dit kort geding, op dezelfde wijze als in het bodemvonnis. Daar komt bij dat (ondanks dat in een kort geding geen ruimte is voor bewijslevering) in dit geval van Offlimits had mogen worden verwacht dat zij ten aanzien van de tien filmpjes die Hammy Media in het geding heeft gebracht, had kunnen aantonen dat zij over de vereiste toestemming beschikte. Dat heeft zij niet kunnen doen. Slechts van één uploader heeft zij de gegevens in het geding gebracht, waarbij wordt opgemerkt dat niet kan worden vastgesteld of die uploader degene is die in het filmpje in beeld komt. Nu Offlimits van de tien filmpjes (nagenoeg) geen documenten in het geding heeft gebracht die zien op toestemming én beeldmateriaal van vóór oktober 2021 nog steeds openbaar wordt gemaakt, is voorshands voldoende aannemelijk dat op [naam website 1] een grote hoeveelheid beeldmateriaal openbaar wordt gemaakt, waarvan niet kan worden aangetoond dat toestemming is verkregen van de personen die herkenbaar in beeld komen.
2.12.
In r.o. 4.15 en 4.16 van het vonnis heeft de voorzieningenrechter het volgende overwogen:
4.15 Hammy Media heeft erop gewezen dat het petitum in de dagvaarding te ruim is geformuleerd en onvoldoende onderbouwd om te kunnen worden toegewezen. Begrippen als ‘heimelijk gefilmd’, ‘zich onbespied wanen’, ‘niet professioneel gemaakt’ en ‘in de privésfeer’ leiden tot executieproblemen. De gevorderde dwangsom is veel te hoog, het petitum is niet onmiddellijk uitvoerbaar en het petitum is evenmin onuitvoerbaar omdat niet kan worden vastgesteld dat het gaat om personen die in Nederland woonachtig zijn en om personen die niet in Nederland woonachtig zijn, dit alles aldus Hammy Media.4.16 Door de wijze waarop de vorderingen zijn ingekleed, wordt al grotendeels aan de bezwaren van Hammy Media tegemoetgekomen. Bovendien zal worden bepaald dat het uit te spreken verbod zal gelden vanaf drie weken na betekening van dit vonnis, zodat Hammy Media eerst nog drie weken de tijd heeft om, met inachtneming van de inhoud van dit vonnis, tot remoderation dan wel tot verwijdering van filmpjes over te gaan. Uit onderdeel II van het petitum volgt dat Hammy Media pas een dwangsom kan verbeuren 24 uur nadat zij door Hammy Media is gesommeerd om openbaarmaking te staken. Hieruit leidt de voorzieningenrechter af dat het in eerste instantie aan EOKM is om aan Hammy Media kenbaar te maken welke filmpjes onder het dictum van dit vonnis vallen. Aan Hammy Media dient vervolgens een termijn te worden gegund waarbinnen zij ofwel het filmpje vrijwillig kan verwijderen, ofwel aan EOKM kan aantonen dat zij beschikt over de vereiste toestemming dan wel kan aantonen dat de desbetreffende persoon niet in Nederland woonachtig is en/of het desbetreffende filmpje niet in Nederland openbaar wordt gemaakt. Ook hiervoor zal Hammy Media iets meer tijd worden gegund; een termijn van drie werkdagen (72 uur), te rekenen vanaf de melding van EOKM bij Hammy Media, wordt hierbij redelijk geacht. Alleen indien Hammy Media niet binnen drie werkdagen tot verwijdering overgaat, dan wel niet de vereiste gegevens over toestemming, woonplaats en plaats van openbaarmaking kan tonen, verbeurt zij een dwangsom.
2.13.
Bij deurwaardersexploot van 14 april 2023 is het vonnis verzonden ter betekening aan Hammy Media. Het vonnis is op 24 april 2023 betekend.
2.14.
Bij e-mail van 25 april 2023 heeft de advocaat van Hammy Media onder meer het volgende bericht aan de advocaat van Offlimits:
(…) Overigens lees ik in het vonnis r.o. 4.16, “(…) dat het in eerste instantie aan EOKM is om aan Hammy Media kenbaar te maken welke filmpjes onder het dictum van het vonnis vallen.” Deze kenbaarmaking van EOKM wacht cliënte tot op heden af. (…)
2.15.
Bij e-mail van 28 april 2023 heeft de advocaat van Offlimits bericht dat het Hammy Media vanaf 15 mei 2023 (drie weken na 24 april 2023) is verboden om beeldmateriaal zoals bedoeld in 5.1 van het vonnis openbaar te maken. Verder is in de e-mail opgenomen:
Het is onjuist dat EOKM zou moeten aangeven welk beeldmateriaal er onder het dictum van het vonnis vallen. Het in 5.1 van het dictum opgelegde verbod kent dat vereiste niet. Een sommatie is slechts relevant voor het verbeuren van dwangsommen.Verder volgt uit de e-mail dat Offlimits van mening is dat Hammy Media alle video’s van vóór oktober 2021 voor zover die vallen van onder 5.1 van het dictum moet verwijderen, omdat Hammy Media eerder kenbaar heeft gemaakt dat zij video’s van voor die datum niet heeft gecontroleerd op toestemming van de betrokkenen. Ook dient Hammy Media video’s te verwijderen die op het oog niet professioneel zijn gemaakt en die personen herkenbaar tonen die in de privésfeer seksuele handelingen verrichten. Offlimits verwijst in dit kader naar video’s die zijn geplaatst in categorieën zoals “stiekem opgenomen, “geheim”, “secret” en “amateur”.
2.16.
Bij e-mail van 8 mei 2023 heeft de advocaat van Hammy Media onder meer geantwoord dat Offlimits het vonnis overduidelijk (veel) te ruim interpreteert en dat Offlimits Hammy Media dwingt – ter voorkoming van het verbeuren van dwangsommen – bijna alles op zwart te zetten. De e-mail besluit met:
Uiteraard wil cliënte voldoen aan het vonnis en medewerking verlenen. Om die reden wil cliënte EOKM vriendelijk maar ook dringend verzoeken het vonnis te interpreteren zoals het is geschreven: namelijk dat op of na 16 mei 2023 aan cliënte via [naam website 3] (…) door EOKM schriftelijk melding wordt gemaakt van een video die volgens EOKM valt onder het verbod gegeven in 5.1 van dit vonnis, waarna cliënte deze video verwijderen zal dan wel binnen die termijn van drie werkdagen de vereiste gegevens over toestemming, woonplaats en plaats van openbaarmaking zal tonen.
2.17.
Op 9 mei 2023 heeft Hammy Media op nader aan te voeren gronden hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 12 april 2023.
2.18.
Bij e-mail van 6 juni 2023 heeft de advocaat van Offlimits melding gemaakt van elf specifiek genoemde video’s die volgens hem onder het verbod vallen. Een dag later heeft Hammy Media deze video’s onder protest verwijderd. Hammy Media heeft (ook nadien) geen toestemmingsformulieren laten zien die op deze video’s betrekking hebben.
2.19.
Bij e-mail van 12 juni 2023 heeft de advocaat van Offlimits melding gemaakt van 100 specifiek genoemde video’s die volgens hem onder het verbod vallen. Op 14 juni 2023 heeft Hammy Media deze video’s onder protest verwijderd.
2.20.
Bij e-mail van 16 juni 2023 heeft de advocaat van Offlimits melding gemaakt van 1075 specifiek genoemde video’s die volgens hem onder het verbod vallen. Ook deze video’s heeft Hammy Media onder protest verwijderd.
2.21.
Bij e-mail van 5 juli 2023 heeft de advocaat van Offlimits melding gemaakt van 3 specifiek genoemde compilatievideo’s die volgens hem onder het verbod vallen. Hammy Media heeft deze 3 video’s op 6 juli 2023 verwijderd.
2.22.
Hammy Media heeft in totaal drie toestemmingsformulieren aan Offlimits gestuurd, die betrekking hebben op in totaal 66 video’s.

3.Het geschil

3.1.
Hammy Media vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair:I. schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis van 12 april 2023 met dien verstande dat het bepaalde onder 5.2 niet langer uitvoerbaar is;
subsidiair:II. het dictum van het vonnis onder 5.2 te verduidelijken dan wel te wijzigen, zodanig dat het Offlimits duidelijk is dat een schriftelijke melding ten hoogste één video – althans ten hoogste 50 video’s – kan betreffen waarvoor Hammy Media steeds vijf werkdagen de gelegenheid krijgt om die video’s te verwijderen dan wel binnen die termijn van vijf werkdagen de vereiste gegevens over toestemming van de modellen in de video(s) te tonen, tot het moment dat in hoger beroep is beslist;
III. het dictum van het vonnis onder 5.2 aan te passen, zodanig dat Hammy Media geen dwangsommen meer zal verbeuren, of dat de dwangsom wordt gemaximeerd op € 100,- per video, te vermeerderen met € 50,- per dag dat de video openbaar wordt gemaakt, telkens met een maximum van € 1.000,- per video en met een maximum van € 100.000,- voor alle door Offlimits te melden video’s;
IV. het dictum van het vonnis onder 5.2 te verduidelijken, zodanig dat Offlimits genoodzaakt is bij een schriftelijke melding van een video (of ten hoogste 50 video’s) op te geven aan Hammy Media de redenen waarom Offlimits meent dat:
- de video is gemaakt door een amateur;
- de video heimelijk is gefilmd;
- de melding betrekking heeft op een video waarvan de modellen geen toestemming voor publicatie hebben gegeven; en
- de melding betrekking heeft op een video waarvan de modellen in Nederland woonachtig zijn;
tot het moment dat in hoger beroep is beslist;
V. althans die voorzieningen te treffen die de voorzieningenrechter in de gegeven omstandigheden juist voorkomen;
VI. Offlimits te veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Hammy Media stelt hiertoe – samengevat weergegeven – dat Offlimits het vonnis van 12 april 2023 te ruim interpreteert. Hammy Media heeft de toegang tot de website vanuit Nederland geblokkeerd voor video’s die behoren tot de categorieën zoals benoemd in het vonnis. Ook de elf video’s die Offlimits heeft genoemd in de e-mail van 6 juni 2023 werden niet langer in Nederland openbaar gemaakt. Het is Hammy Media dus niet duidelijk waarom Offlimits meent dat deze video’s onder het verbod vallen. Waarschijnlijk heeft Offlimits de video’s kunnen bekijken omdat zij gebruik maakt van een VPN-verbinding, waarmee de blokkade voor Nederland omzeild kan worden. Ook de 100 video’s en de 1075 video’s die Offlimits op 12 en 16 juni 2023 heeft gemeld werden niet langer in Nederland openbaar gemaakt. Deze meldingen bevestigen het vermoeden van Hammy Media dat Offlimits gebruik maakt van een VPN-verbinding. Verder kan Hammy Media onmogelijk in drie werkdagen 1075 video’s controleren; zij kon daarom niet anders dan die video’s verwijderen (overigens heeft zij van 66 video’s wel toestemmingsformulieren kunnen laten zien). Op de drie compilatievideo’s die Offlimits op 5 juli 2023 heeft gemeld is in totaal een zeer groot aantal personen zichtbaar. Om die reden geldt ook ten aanzien van die video’s dat het voor Hammy Media onmogelijk is om binnen drie werkdagen alle toestemmingsformulieren te laten zien.
3.3.
Hammy Media stelt verder dat zij in drie werkdagen niet meer dan 50 video’s kan controleren. Uit r.o. 4.16 van het vonnis volgt bovendien dat het aan Offlimits is om te specificeren welke video’s volgens haar onder het verbod vallen; dit heeft zij niet gedaan. Offlimits kan niet zo maar grote aantallen willekeurige video’s bij Hammy Media over de schutting gooien. Van belang is dat het in de aanloop naar het vorige kort geding ging om kleine aantallen. Eerst is van zes en later van vier video’s gezegd dat die niet voldoen aan de daaraan te stellen eisen. Verder is van belang dat Offlimits nooit – ook niet anoniem – een persoon heeft kunnen aanwijzen die zegt zonder toestemming op [naam website 1] te staan. Desondanks wil Offlimits nu “grote schoonmaak” houden. Al met al is Hammy Media van mening dat Offlimits misbruik maakt van haar executiebevoegdheid. Daar komt bij dat de dwangsommen kunnen oplopen tot torenhoge bedragen. De melding van 1075 video’s kan mogelijk oplopen tot € 30 miljoen aan verbeurde dwangsommen. Een dwangsom schiet dan elk doel voorbij.
3.4.
Offlimits heeft verweer gevoerd.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het vonnis van 12 april 2023 is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beslissing is niet gemotiveerd. Op 9 mei 2023 heeft Hammy Media hoger beroep ingesteld tegen het vonnis. Hierop is nog niet beslist. De vraag die voorligt in dit geschil is of de executie van het vonnis (geheel of gedeeltelijk) moet worden geschorst, in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep. Daarnaast heeft Hammy Media verzocht om op grond van artikel 611d Rv de dwangsommen te schorsen of te matigen.
4.2.
Op grond van het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2019 [3] geldt in een executiegeschil het volgende uitgangspunt. Een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis kan direct ten uitvoer worden gelegd, nog voordat in hoger beroep is beslist. Indien de beslissing om een vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren
nietis gemotiveerd, kan van het hiervoor genoemde uitgangspunt worden afgeweken indien sprake is van omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingestelde hoger beroep is beslist, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling heeft verkregen bij de uitvoerbaarheid bij voorraad daarvan. Hieraan ligt de gedachte ten grondslag dat, in het geval de eerste rechter een niet gemotiveerde beslissing heeft gegeven over de uitvoerbaarheid bij voorraad, moet worden aangenomen dat daarover nog geen afweging van de belangen van partijen heeft plaatsgevonden. De rechter in het executiegeschil moet deze afweging daarom alsnog maken.
4.3.
Op grond van hiervoor genoemde arrest van de Hoge Raad geldt verder dat in een executiegeschil moet worden uitgegaan van de beslissingen in het ten uitvoer te leggen vonnis en van de daaraan ten grondslag liggende vaststellingen en oordelen, en dat de kans van slagen van het tegen het vonnis ingesteld hoger beroep buiten beschouwing moet worden gelaten, met dien verstande dat de rechter in zijn oordeelsvorming kan betrekken of het ten uitvoer te leggen vonnis berust op een kennelijke misslag.
4.4. Onder 5.1 van het vonnis is een verbod uitgesproken en in 5.2 van het vonnis is aan dat verbod een dwangsom verbonden. Uitgangspunt is het oordeel in het vonnis dat – kort gezegd – geen beeldmateriaal in de openbaarheid mag worden gebracht van personen die daarvoor geen toestemming hebben gegeven. Gesteld noch gebleken is dat het vonnis berust op een kennelijke misslag. Op de mondelinge behandeling van dit kort geding heeft de discussie tussen partijen zich toegespitst op de interpretatie en de uitvoerbaarheid van de onder 5.1 en 5.2 uitgesproken veroordelingen. Toewijzing van het primair gevorderde (schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het onder 5.2 bepaalde) zou ertoe leiden dat Hammy Media – in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep – het verbod naast zich neer zou kunnen leggen. Feitelijk komt dat neer op een algehele schorsing van het vonnis. Dit is ook door haarzelf niet bepleit. Mocht een afweging van belangen als onder 4.2 en 4.3 bedoeld hiertoe nopen, dan kan dit hooguit leiden tot een gedeeltelijke schorsing (aanpassing) van het vonnis. De primaire vordering (vordering I) is dan ook niet toewijsbaar.
4.5.
Hammy Media vroeg vóór oktober 2021 niet om toestemmingsformulieren van alle personen die op de video’s herkenbaar in beeld zijn. Voor zover Offlimits thans van mening is dat het in 5.1 gegeven verbod zo moet worden uitgelegd dat al het beeldmateriaal dat is geplaatst vóór oktober 2021 – vanwege het ontbreken van toestemming – moet worden verwijderd (zie de onder 2.15 genoemde e-mail van 28 april 2023), geldt dat deze uitleg voorshands onjuist wordt geacht. De veroordeling onder 5.1 kan niet los worden gezien van de veroordeling onder 5.2. Dit betekent dat Offlimits (zoals volgt uit 5.2) eerst schriftelijk melding moet maken van een video die volgens haar valt onder het in 5.1 gegeven verbod. Dat Hammy Media vóór oktober 2021 nog niet om toestemmingsformulieren vroeg aan alle
performers, wil bovendien niet altijd zeggen dat die toestemming er niet was. Ook kan Hammy Media in het kader van
remoderationalsnog om toestemming vragen. Die kans zou haar worden ontnomen indien de uitleg van Offlimits zou worden gevolgd.
4.6.
Verder geldt dat het verbod in 5.1 van het vonnis drie weken na betekening is ingegaan, zodat Hammy Media de gelegenheid heeft gehad alle video’s die voldoen aan de omschrijving in 5.1 te verwijderen. Zij heeft naar eigen zeggen de toegang tot de website vanuit Nederland geblokkeerd voor video’s die behoren tot de categorieën zoals benoemd in het vonnis. Aanvullend heeft Hammy Media een zoekopdracht uitgevoerd voor content van personen die mogelijkerwijs in Nederland woonachtig waren, en deze content (wereldwijd) verwijderd. Offlimits heeft daar tegenin gebracht dat zij nog steeds video’s aantreft die vallen onder het verbod. Daar heeft Hammy Media weer op gereageerd met de stelling dat Offlimits die video’s heeft bekeken via een VPN-verbinding. Dat personen in Nederland met een VPN-verbinding de blokkade mogelijk weten te omzeilen kan Hammy Media niet worden verweten en is geen overtreding van het verbod uit het vonnis. Dat – zoals Offlimits heeft aangevoerd – video’s afkomstig van de website van Hammy Media door derden worden geplaatst op andere websites, valt buiten de macht van Hammy Media en maakt evenmin dat zij het verbod uit het vonnis heeft overtreden. Offlimits zal zich in een dergelijk geval tot die websites moeten wenden.
4.7.
Hammy Media heeft ter zitting verder verklaard dat zij nooit – ook niet op de toestemmingsformulieren die zij nu gebruikt – vraagt naar de woonplaats van de
performers. Wel kan een Nederlandstalige titel of omschrijving een aanwijzing opleveren dat het personen betreft die in Nederland wonen. Dat maakt de controle die nodig is om te bezien of een video onder het verbod valt erg bewerkelijk. Dit is echter een probleem dat voor rekening van Hammy Media dient te komen.
4.8.
Hammy Media heeft de volgende specifieke bezwaren tegen de wijze waarop Offlimits meldingen aan haar doorgeeft:
1. Offlimits laat bij het doen van haar meldingen na om te specificeren waarom een video volgens haar onder het verbod van 5.1 valt; en
2. Offlimits meldt in korte tijd dermate grote aantallen video’s (en kan in de toekomst mogelijk nog veel grotere aantallen melden) dat dit voor Hammy Media niet te behappen is.
Een en ander maakt het volgens Hammy Media onmogelijk uitvoering te geven aan de veroordeling.
4.9.
Over het eerste bezwaar overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Het gegeven verbod richt zich vooral op datgene wat Hammy Media moet doen en nalaten. Uit 5.2 van het vonnis volgt dat Hammy Media na ommekomst van de periode van 3 weken na betekening pas in actie hoeft te komen nadat Offlimits schriftelijk melding heeft gemaakt van een video die volgens haar valt onder het verbod gegeven in 5.1. “Volgens haar” betekent niet dat Offlimits de redenen moet opsommen waarom zij vindt dat een video onder het verbod valt. Het impliceert wel dat zij een redelijk vermoeden moet hebben. Offlimits hoeft dit redelijk vermoeden niet bij elke video te motiveren, maar van haar kan worden verlangd dat zij haar meldingen te goeder trouw doet. Bij de mondelinge behandeling van dit kort geding heeft de directeur van Offlimits verklaard dat zij bij de beoordeling van de vraag welke video’s mogelijk onder het verbod vallen als volgt te werk gaat: volgens Offlimits betreft een video amateurmateriaal indien die “vanuit de hand” is gefilmd (dus niet door een professionele camera van buitenaf), er komen geen bekende porno-acteurs in voor, er is geen link met een bekende pornowebsite en/of de kwaliteit van het beeldmateriaal is minder. Indien een video aan een van deze criteria voldoet, levert dit volgens Offlimits een redelijk vermoeden op dat sprake is van materiaal dat onder het verbod valt. Met deze wijze van selecteren voldoet Offlimits voldoende aan de aan haar overgelaten beoordeling of een video onder het verbod valt, zodat Hammy Media moet aantonen dat zij ten aanzien van die video over de vereiste toestemming beschikt of dat de video om andere redenen niet onder het verbod valt. Van Offlimits hoeft niet te worden verwacht dat zij per video een nadere motivering geeft. Dit betekent dat vordering IV zoals door Hammy Media ingesteld niet toewijsbaar is.
4.10. Over het tweede bezwaar wordt het volgende overwogen. Enerzijds heeft de voorzieningenrechter in r.o. 4.7 van het vonnis (zie 2.11) overwogen dat het voorshands voldoende aannemelijk is dat op [naam website 1]
een grote hoeveelheidbeeldmateriaal openbaar wordt gemaakt, waarvan niet kan worden aangetoond dat toestemming is verkregen van de personen die herkenbaar in beeld komen. Hammy Media is mede om die reden een termijn van drie weken gegeven om alle video’s die onder het verbod vallen van haar website te verwijderen. Dit heeft zij naar eigen zeggen ook zo veel mogelijk gedaan. Daarmee – zo zou mogen worden verwacht – is het aantal niet toegestane video’s beperkt. Tot nu toe heeft Offlimits echter in totaal 1189 video’s gemeld en heeft Hammy Media van slechts 66 video’s toestemmingsformulieren kunnen laten zien. Hoewel Hammy Media heeft aangevoerd dat drie dagen te kort is voor de controle, zijn er ook thans – nu er tussen de melding door Offlimits en de mondelinge behandeling van dit kort geding de nodige tijd is verstreken – niet méér formulieren getoond. De 66 toestemmingsformulieren die zij wel heeft laten zien, blijken bovendien maar betrekking te hebben op drie
performers. Het ziet er dus naar uit dat Hammy Media ofwel haar administratie niet op orde heeft, ofwel dat zij simpelweg ten aanzien van grote aantallen video’s niet beschikt over de vereiste toestemming. Dit heeft niets te maken met het argument van Hammy Media dat het vonnis niet uitvoerbaar zou zijn.
4.11.
Anderzijds speelden in de discussie die heeft geleid tot het eerste kortgedingvonnis slechts tien video’s (eerst zes en later vier) een rol. In die zin is bij het uitspreken van de veroordelingen niet uitgegaan van grote hoeveelheden video’s die tegelijkertijd aan Hammy Media zouden worden voorgelegd. Het is niet de bedoeling van het vonnis van 12 april 2023 dat Offlimits door steeds grote hoeveelheden te melden de gehele website van Hammy Media op zwart kan zetten. Aannemelijk is dat dan ook legale content niet meer te zien is en dat is evenmin de bedoeling van het vonnis. Verder is aannemelijk dat het
moderationteam van Hammy Media niet aan de reguliere werkzaamheden toekomt, indien het steeds (zeer) grote aantallen in het verleden geplaatste video’s moet controleren op de vereiste toestemming. In het kader van een belangenafweging wordt het redelijk geacht dat Offlimits maximaal 150 video’s per drie werkdagen mag melden en dat Hammy Media vervolgens drie werkdagen de tijd krijgt om die video’s te verwijderen dan wel om de vereiste gegevens over toestemming, woonplaats en plaats van openbaarmaking te tonen. Vordering II wordt in die zin toegewezen. Ook wordt in dit verband verwezen naar vordering V van Hammy Media, die inhoudt dat de voorzieningenrechter een voorziening mag treffen die in de gegeven omstandigheden juist voorkomt. Hierbij wordt opgemerkt dat deze voorziening slechts voor een beperkte tijd geldt, namelijk tot de uitkomst in het door Hammy Media aangespannen hoger beroep.
4.12.
Toewijzing van vordering III (matiging/schorsing van de dwangsommen) is niet aan de orde. Offlimits heeft tot op heden nog geen enkele dwangsom aangezegd. Nu het aantal video’s dat mag worden gemeld, wordt beperkt tot 150 per drie werkdagen is van het verbeuren van “torenhoge” dwangsommen voorlopig geen sprake. Daar komt bij dat Hammy Media het verbeuren van dwangsommen gemakkelijk kan voorkomen door simpelweg over te gaan tot verwijdering van de gemelde video’s (wat zij tot op heden ook steeds heeft gedaan). Mocht na drie werkdagen blijken dat zij toch een toestemmingsformulier kan tonen, of de video om andere redenen niet onder het verbod valt, dan kan zij uiteraard overgaan tot terugplaatsing van de video. Mocht nadien blijken dat zij niet over een toestemmingsformulier beschikt, dan is zij – achteraf bezien – terecht tot verwijdering van de desbetreffende video overgegaan.
4.13.
Nu partijen over en weer gedeeltelijk in het (on)gelijk zijn gesteld, worden de proceskosten verrekend in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
bepaalt dat 5.2 van het dictum van het vonnis van 12 april 2023 zo moet worden verstaan dat een schriftelijke melding van Offlimits ten hoogste 150 video’s per drie werkdagen kan betreffen en dat Hammy Media na melding steeds drie werkdagen de gelegenheid krijgt om die video’s te verwijderen dan wel binnen die termijn de vereiste gegevens over toestemming, woonplaats en plaats van openbaarmaking toont, tot de uitkomst bekend is van het door Hammy Media aanhangig gemaakte hoger tegen het vonnis van 12 april 2023,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
verrekent de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2023. [4]