Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
Na verder debat is vonnis bepaald op 11 september 2023.
2.De feiten
adultwebsite) [naam website 1] . Van die website maakt het subdomein [naam website 2] onderdeel uit.
het voorkomen en bestrijden van online grensoverschrijdend gedrag en misbruik in het algemeen en het voorkomen en bestrijden van online seksueel (kinder)misbruik en seksuele (kinder)uitbuiting in het bijzonder, en voorts al hetgeen met één en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord.Vóór de statutenwijziging van 7 juni 2023 droeg Offlimits de naam Stichting Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM).
(1) dat heimelijk is gefilmd en dat personen herkenbaar toont die (geheel of gedeeltelijk) ontkleed zijn te zien op plekken waar zij zich onbespied wanen; en
(2) dat niet professioneel is gemaakt en personen herkenbaar toont die in de privésfeer seksuele handelingen verrichten,
voor zover de exploitant niet beschikt over de toestemming van de getoonde personen om dit beeldmateriaal openbaar te maken.
Verder staat in de brief van 6 december 2022 dat Offlimits heeft geconstateerd dat op de website [naam website 1] beeldmateriaal wordt getoond dat mogelijk in strijd is met de inhoud van het vonnis van 16 februari 2022. In een bijlage bij de brief is een zestal voorbeelden opgenomen van dergelijk beeldmateriaal. Hammy Media is in de brief gesommeerd de online publicatie van dit beeldmateriaal te staken en met betrekking tot de personen die herkenbaar worden getoond in het desbetreffende beeldmateriaal bewijsmateriaal te verstrekken waaruit hun toestemming tot openbaarmaking blijkt.
zero-tolerancebeleid voert ten aanzien van illegale content, dat alle content voor publicatie strikt wordt gecontroleerd (“
strictly moderated”), dat zij zich in de
Terms and Conditionsen in de
User Agreementhet recht voorbehoudt content te verwijderen die hiermee strijdig is en dat zij een adequaat
Notice & Takedownbeleid voert. Tot slot is in de brief van Hammy Media opgenomen dat zij een aantal van de voorbeelden genoemd in de brief van 6 december 2022 heeft verwijderd.
2.5. Bij brief van 20 januari 2023 heeft de advocaat van Offlimits geconstateerd dat Hammy Media niet heeft voldaan aan de sommaties die zijn opgenomen in de brief van 6 december 2022.
uploadervan de desbetreffende video.
(1) heimelijk is gefilmd en dat personen herkenbaar toont die (geheel of gedeeltelijk) ontkleed zijn te zien op plekken waar zij zich onbespied wanen; of
(2) niet professioneel is gemaakt en personen herkenbaar toont die in de privésfeer seksuele handelingen verrichten,
openbaar te maken en/of te verspreiden
a.
wereldwijdvoor zover het personen betreft die in Nederland woonachtig zijn; en
b.
in Nederlandvoor zover het personen betreft die niet in Nederland woonachtig zijn,
tenzij Hammy Media kan aantonen dat alle personen die in beeld zijn met openbaarmaking van dat beeldmateriaal hebben ingestemd;
II. op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per keer dat Hammy Media een video publiceert dat dergelijk beeldmateriaal bevat, te vermeerderen met € 500,00 per dag dat de video nog openbaar wordt gemaakt, langer dan 24 uur nadat Hammy Media door Offlimits is gesommeerd de openbaarmaking te staken, telkens met een maximum van € 30.000,00 per video, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen dwangsom.
5.1 verbiedt Hammy Media om met ingang van drie weken na betekening van dit vonnis beeldmateriaal dat(1) heimelijk is gefilmd en dat personen herkenbaar toont die (geheel of gedeeltelijk) ontkleed zijn te zien op plekken waar zij zich onbespied wanen; of(2) niet professioneel is gemaakt en personen herkenbaar toont die in de privésfeer seksuele handelingen verrichten,openbaar te maken en/of te verspreidena.wereldwijdvoor zover het personen betreft die in Nederland woonachtig zijn; enb.in Nederlandvoor zover het personen betreft die niet in Nederland woonachtig zijn,tenzij Hammy Media kan aantonen dat alle personen die in beeld zijn met openbaarmaking van dat beeldmateriaal hebben ingestemd,5.2 bepaalt dat Hammy Media na drie weken na betekening van dit vonnis én drie werkdagen nadat EOKM bij haar schriftelijk melding heeft gemaakt van een video die volgens EOKM valt onder het verbod gegeven in 5.1 van dit vonnis een dwangsom verbeurt van € 10.000,00 per video, te vermeerderen met € 500,00 per dag dat de video nog openbaar wordt gemaakt, telkens met een maximum van € 30.000,00 per video, tenzij Hammy Media de video binnen die termijn van drie werkdagen heeft verwijderd dan wel binnen die termijn van drie werkdagen de vereiste gegevens over toestemming, woonplaats en plaats van openbaarmaking kan tonenIn 5.5 van het dictum is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
4.7 In r.o. 5.22 tot en met 5.26 van het vonnis van 16 februari 2022 is geoordeeld dat openbaarmaking van zowel het filmmateriaal uit de eerste als dat uit de tweede categorie onrechtmatig is, tenzij sprake is van toestemming hiervoor van de personen die herkenbaar worden getoond. De voorzieningenrechter sluit zich aan bij het oordeel in het bodemvonnis. Ook hier geldt derhalve dat Offlimits zich ervan dient te vergewissen dat de desbetreffende personen toestemming hebben gegeven voor openbaarmaking, bij gebreke waarvan die openbaarmaking onrechtmatig is. Uit de eigen stellingen van Offlimits kan worden afgeleid dat bij het openbaar maken van beeldmateriaal vóór oktober 2021 niet om toestemming van de performers is gevraagd. Nu gesteld noch gebleken is dat al dit materiaal (voor openbaarmaking waarvan de performer niet kenbaar toestemming heeft verleend) van de website is verwijderd (het is volgens Offlimits alleen onderhevig aan remoderation), vormt dit reeds voldoende aanleiding voor toewijzing van de vorderingen in dit kort geding, op dezelfde wijze als in het bodemvonnis. Daar komt bij dat (ondanks dat in een kort geding geen ruimte is voor bewijslevering) in dit geval van Offlimits had mogen worden verwacht dat zij ten aanzien van de tien filmpjes die Hammy Media in het geding heeft gebracht, had kunnen aantonen dat zij over de vereiste toestemming beschikte. Dat heeft zij niet kunnen doen. Slechts van één uploader heeft zij de gegevens in het geding gebracht, waarbij wordt opgemerkt dat niet kan worden vastgesteld of die uploader degene is die in het filmpje in beeld komt. Nu Offlimits van de tien filmpjes (nagenoeg) geen documenten in het geding heeft gebracht die zien op toestemming én beeldmateriaal van vóór oktober 2021 nog steeds openbaar wordt gemaakt, is voorshands voldoende aannemelijk dat op [naam website 1] een grote hoeveelheid beeldmateriaal openbaar wordt gemaakt, waarvan niet kan worden aangetoond dat toestemming is verkregen van de personen die herkenbaar in beeld komen.
4.15 Hammy Media heeft erop gewezen dat het petitum in de dagvaarding te ruim is geformuleerd en onvoldoende onderbouwd om te kunnen worden toegewezen. Begrippen als ‘heimelijk gefilmd’, ‘zich onbespied wanen’, ‘niet professioneel gemaakt’ en ‘in de privésfeer’ leiden tot executieproblemen. De gevorderde dwangsom is veel te hoog, het petitum is niet onmiddellijk uitvoerbaar en het petitum is evenmin onuitvoerbaar omdat niet kan worden vastgesteld dat het gaat om personen die in Nederland woonachtig zijn en om personen die niet in Nederland woonachtig zijn, dit alles aldus Hammy Media.4.16 Door de wijze waarop de vorderingen zijn ingekleed, wordt al grotendeels aan de bezwaren van Hammy Media tegemoetgekomen. Bovendien zal worden bepaald dat het uit te spreken verbod zal gelden vanaf drie weken na betekening van dit vonnis, zodat Hammy Media eerst nog drie weken de tijd heeft om, met inachtneming van de inhoud van dit vonnis, tot remoderation dan wel tot verwijdering van filmpjes over te gaan. Uit onderdeel II van het petitum volgt dat Hammy Media pas een dwangsom kan verbeuren 24 uur nadat zij door Hammy Media is gesommeerd om openbaarmaking te staken. Hieruit leidt de voorzieningenrechter af dat het in eerste instantie aan EOKM is om aan Hammy Media kenbaar te maken welke filmpjes onder het dictum van dit vonnis vallen. Aan Hammy Media dient vervolgens een termijn te worden gegund waarbinnen zij ofwel het filmpje vrijwillig kan verwijderen, ofwel aan EOKM kan aantonen dat zij beschikt over de vereiste toestemming dan wel kan aantonen dat de desbetreffende persoon niet in Nederland woonachtig is en/of het desbetreffende filmpje niet in Nederland openbaar wordt gemaakt. Ook hiervoor zal Hammy Media iets meer tijd worden gegund; een termijn van drie werkdagen (72 uur), te rekenen vanaf de melding van EOKM bij Hammy Media, wordt hierbij redelijk geacht. Alleen indien Hammy Media niet binnen drie werkdagen tot verwijdering overgaat, dan wel niet de vereiste gegevens over toestemming, woonplaats en plaats van openbaarmaking kan tonen, verbeurt zij een dwangsom.
(…) Overigens lees ik in het vonnis r.o. 4.16, “(…) dat het in eerste instantie aan EOKM is om aan Hammy Media kenbaar te maken welke filmpjes onder het dictum van het vonnis vallen.” Deze kenbaarmaking van EOKM wacht cliënte tot op heden af. (…)
Het is onjuist dat EOKM zou moeten aangeven welk beeldmateriaal er onder het dictum van het vonnis vallen. Het in 5.1 van het dictum opgelegde verbod kent dat vereiste niet. Een sommatie is slechts relevant voor het verbeuren van dwangsommen.Verder volgt uit de e-mail dat Offlimits van mening is dat Hammy Media alle video’s van vóór oktober 2021 voor zover die vallen van onder 5.1 van het dictum moet verwijderen, omdat Hammy Media eerder kenbaar heeft gemaakt dat zij video’s van voor die datum niet heeft gecontroleerd op toestemming van de betrokkenen. Ook dient Hammy Media video’s te verwijderen die op het oog niet professioneel zijn gemaakt en die personen herkenbaar tonen die in de privésfeer seksuele handelingen verrichten. Offlimits verwijst in dit kader naar video’s die zijn geplaatst in categorieën zoals “stiekem opgenomen, “geheim”, “secret” en “amateur”.
Uiteraard wil cliënte voldoen aan het vonnis en medewerking verlenen. Om die reden wil cliënte EOKM vriendelijk maar ook dringend verzoeken het vonnis te interpreteren zoals het is geschreven: namelijk dat op of na 16 mei 2023 aan cliënte via [naam website 3] (…) door EOKM schriftelijk melding wordt gemaakt van een video die volgens EOKM valt onder het verbod gegeven in 5.1 van dit vonnis, waarna cliënte deze video verwijderen zal dan wel binnen die termijn van drie werkdagen de vereiste gegevens over toestemming, woonplaats en plaats van openbaarmaking zal tonen.
3.Het geschil
primair:I. schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis van 12 april 2023 met dien verstande dat het bepaalde onder 5.2 niet langer uitvoerbaar is;
subsidiair:II. het dictum van het vonnis onder 5.2 te verduidelijken dan wel te wijzigen, zodanig dat het Offlimits duidelijk is dat een schriftelijke melding ten hoogste één video – althans ten hoogste 50 video’s – kan betreffen waarvoor Hammy Media steeds vijf werkdagen de gelegenheid krijgt om die video’s te verwijderen dan wel binnen die termijn van vijf werkdagen de vereiste gegevens over toestemming van de modellen in de video(s) te tonen, tot het moment dat in hoger beroep is beslist;
III. het dictum van het vonnis onder 5.2 aan te passen, zodanig dat Hammy Media geen dwangsommen meer zal verbeuren, of dat de dwangsom wordt gemaximeerd op € 100,- per video, te vermeerderen met € 50,- per dag dat de video openbaar wordt gemaakt, telkens met een maximum van € 1.000,- per video en met een maximum van € 100.000,- voor alle door Offlimits te melden video’s;
IV. het dictum van het vonnis onder 5.2 te verduidelijken, zodanig dat Offlimits genoodzaakt is bij een schriftelijke melding van een video (of ten hoogste 50 video’s) op te geven aan Hammy Media de redenen waarom Offlimits meent dat:
- de video is gemaakt door een amateur;
- de video heimelijk is gefilmd;
- de melding betrekking heeft op een video waarvan de modellen geen toestemming voor publicatie hebben gegeven; en
- de melding betrekking heeft op een video waarvan de modellen in Nederland woonachtig zijn;
V. althans die voorzieningen te treffen die de voorzieningenrechter in de gegeven omstandigheden juist voorkomen;
VI. Offlimits te veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
nietis gemotiveerd, kan van het hiervoor genoemde uitgangspunt worden afgeweken indien sprake is van omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingestelde hoger beroep is beslist, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling heeft verkregen bij de uitvoerbaarheid bij voorraad daarvan. Hieraan ligt de gedachte ten grondslag dat, in het geval de eerste rechter een niet gemotiveerde beslissing heeft gegeven over de uitvoerbaarheid bij voorraad, moet worden aangenomen dat daarover nog geen afweging van de belangen van partijen heeft plaatsgevonden. De rechter in het executiegeschil moet deze afweging daarom alsnog maken.
4.4. Onder 5.1 van het vonnis is een verbod uitgesproken en in 5.2 van het vonnis is aan dat verbod een dwangsom verbonden. Uitgangspunt is het oordeel in het vonnis dat – kort gezegd – geen beeldmateriaal in de openbaarheid mag worden gebracht van personen die daarvoor geen toestemming hebben gegeven. Gesteld noch gebleken is dat het vonnis berust op een kennelijke misslag. Op de mondelinge behandeling van dit kort geding heeft de discussie tussen partijen zich toegespitst op de interpretatie en de uitvoerbaarheid van de onder 5.1 en 5.2 uitgesproken veroordelingen. Toewijzing van het primair gevorderde (schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het onder 5.2 bepaalde) zou ertoe leiden dat Hammy Media – in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep – het verbod naast zich neer zou kunnen leggen. Feitelijk komt dat neer op een algehele schorsing van het vonnis. Dit is ook door haarzelf niet bepleit. Mocht een afweging van belangen als onder 4.2 en 4.3 bedoeld hiertoe nopen, dan kan dit hooguit leiden tot een gedeeltelijke schorsing (aanpassing) van het vonnis. De primaire vordering (vordering I) is dan ook niet toewijsbaar.
performers, wil bovendien niet altijd zeggen dat die toestemming er niet was. Ook kan Hammy Media in het kader van
remoderationalsnog om toestemming vragen. Die kans zou haar worden ontnomen indien de uitleg van Offlimits zou worden gevolgd.
performers. Wel kan een Nederlandstalige titel of omschrijving een aanwijzing opleveren dat het personen betreft die in Nederland wonen. Dat maakt de controle die nodig is om te bezien of een video onder het verbod valt erg bewerkelijk. Dit is echter een probleem dat voor rekening van Hammy Media dient te komen.
1. Offlimits laat bij het doen van haar meldingen na om te specificeren waarom een video volgens haar onder het verbod van 5.1 valt; en
2. Offlimits meldt in korte tijd dermate grote aantallen video’s (en kan in de toekomst mogelijk nog veel grotere aantallen melden) dat dit voor Hammy Media niet te behappen is.
4.10. Over het tweede bezwaar wordt het volgende overwogen. Enerzijds heeft de voorzieningenrechter in r.o. 4.7 van het vonnis (zie 2.11) overwogen dat het voorshands voldoende aannemelijk is dat op [naam website 1]
een grote hoeveelheidbeeldmateriaal openbaar wordt gemaakt, waarvan niet kan worden aangetoond dat toestemming is verkregen van de personen die herkenbaar in beeld komen. Hammy Media is mede om die reden een termijn van drie weken gegeven om alle video’s die onder het verbod vallen van haar website te verwijderen. Dit heeft zij naar eigen zeggen ook zo veel mogelijk gedaan. Daarmee – zo zou mogen worden verwacht – is het aantal niet toegestane video’s beperkt. Tot nu toe heeft Offlimits echter in totaal 1189 video’s gemeld en heeft Hammy Media van slechts 66 video’s toestemmingsformulieren kunnen laten zien. Hoewel Hammy Media heeft aangevoerd dat drie dagen te kort is voor de controle, zijn er ook thans – nu er tussen de melding door Offlimits en de mondelinge behandeling van dit kort geding de nodige tijd is verstreken – niet méér formulieren getoond. De 66 toestemmingsformulieren die zij wel heeft laten zien, blijken bovendien maar betrekking te hebben op drie
performers. Het ziet er dus naar uit dat Hammy Media ofwel haar administratie niet op orde heeft, ofwel dat zij simpelweg ten aanzien van grote aantallen video’s niet beschikt over de vereiste toestemming. Dit heeft niets te maken met het argument van Hammy Media dat het vonnis niet uitvoerbaar zou zijn.
moderationteam van Hammy Media niet aan de reguliere werkzaamheden toekomt, indien het steeds (zeer) grote aantallen in het verleden geplaatste video’s moet controleren op de vereiste toestemming. In het kader van een belangenafweging wordt het redelijk geacht dat Offlimits maximaal 150 video’s per drie werkdagen mag melden en dat Hammy Media vervolgens drie werkdagen de tijd krijgt om die video’s te verwijderen dan wel om de vereiste gegevens over toestemming, woonplaats en plaats van openbaarmaking te tonen. Vordering II wordt in die zin toegewezen. Ook wordt in dit verband verwezen naar vordering V van Hammy Media, die inhoudt dat de voorzieningenrechter een voorziening mag treffen die in de gegeven omstandigheden juist voorkomt. Hierbij wordt opgemerkt dat deze voorziening slechts voor een beperkte tijd geldt, namelijk tot de uitkomst in het door Hammy Media aangespannen hoger beroep.