Op 8 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin een vrouw met drie minderjarige kinderen, die dreigt dakloos te worden, een voorlopige voorziening heeft aangevraagd. De vrouw, die in Amsterdam-Zuidoost woont, had eerder een aanvraag voor maatschappelijke opvang ingediend, maar deze was op 10 augustus 2023 door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de conclusie dat de vrouw niet beperkt zelfredzaam was op meerdere leefgebieden. De vrouw heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij en haar kinderen in een onmenselijke situatie dreigen te belanden.
De voorzieningenrechter heeft de zaak op 1 september 2023 behandeld, waarbij de vrouw werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechter heeft vastgesteld dat de vrouw, ondanks haar beperkingen, niet zonder meer kan worden uitgesloten van maatschappelijke opvang. Er zijn twijfels over de zelfredzaamheid van de vrouw, vooral gezien haar mogelijke licht verstandelijke beperking en het feit dat zij analfabeet en digibeet is. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de belangen van de vrouw en haar kinderen zwaarder wegen dan die van de gemeente, en heeft besloten dat de vrouw en haar kinderen toegang moeten krijgen tot de maatschappelijke opvang vanaf het moment dat zij haar woning moeten verlaten, tot maximaal zes weken na de beslissing op bezwaar.
De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de gemeente het griffierecht van € 50,- aan de vrouw moet vergoeden en dat de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.674,-, door de gemeente moeten worden vergoed. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.F. Ferdinandusse, in aanwezigheid van griffier mr. P. Tanis, en is openbaar uitgesproken op 8 september 2023. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.