ECLI:NL:RBAMS:2023:5705
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verbod op executieveiling door hypotheekhouder in kort geding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 7 september 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en de coöperatie COÖPERATIEVE RABOBANK U.A. [Eiseres] vorderde een verbod op de executieveiling van haar woning, die was aangezegd voor 19 september 2023. De achtergrond van de zaak betreft een hypotheekrecht dat Rabobank heeft op de woning van [eiseres] en haar echtgenoot, die in het verleden betalingsachterstanden hebben gehad, maar op het moment van de procedure geen achterstand meer hadden. Rabobank had de executie overgenomen van een beslaglegger, [naam 3], die een vordering had op [echtgenoot]. De voorzieningenrechter oordeelde dat Rabobank gerechtigd was om de leningen op te eisen, maar dat er voldoende redenen waren om de executieveiling voor een periode van zes maanden te verbieden. Dit was vooral gebaseerd op het feit dat [eiseres] en haar echtgenoot geen betalingsachterstand hadden en dat de verkoop van de woning hen in een zeer kwetsbare positie zou brengen. De rechter wees de subsidiaire vordering van [eiseres] toe, waardoor zij de tijd kreeg om een oplossing te vinden voor hun situatie. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.