ECLI:NL:RBAMS:2023:562

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 januari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
C/13/727725 – FA RK 23/70
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. De rechtbank heeft deze beschikking verleend naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 3 januari 2023. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 januari 2023 waren de betrokkene, haar raadsvrouw en een psychiater aanwezig. De officier van justitie was niet ter zitting verschenen omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar psychische stoornis, wat leidt tot lichamelijk letsel, materiële schade en bedreiging van haar veiligheid. De raadsvrouw heeft betoogd dat er geen sprake is van ernstig nadeel en dat de zorg ook in vrijwillig kader kan worden verleend. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende zicht is op de thuissituatie van de betrokkene, waardoor het moeilijk is om te beoordelen of er geen ernstig nadeel meer is. De rechtbank heeft besloten om de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden te verlenen, met de mogelijkheid tot verplichte zorg, waaronder medicatietoediening en beperkingen in de vrijheid van de betrokkene.

De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke en fysieke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De zorgmachtiging is verleend tot en met 24 juli 2023, en de rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter A.K. Mireku, bijgestaan door griffier W. Aukema-Blauw.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/727725 – FA RK 23/70
kenmerk ZM/IND / 92403
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 24 januari 2023van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [betrokkene] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. B. Roodveldt te Zaandam

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op
3 januari 2023.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 januari 2023, in het gebouw van de rechtbank Amsterdam.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- de raadsvrouw;
- R. van Bemmelen, psychiater;
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is hij niet ter zitting verschenen
.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.
2.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade, maatschappelijke teloorgang en de bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
De raadsvrouw heeft afwijzing van het verzoek bepleit. Volgens de raadsvrouw is geen sprake van ernstig nadeel. Bovendien heeft betrokkene in het kader van een strafzaak toezicht van de reclassering, dus dat kan ook worden gebruikt om eventueel ernstig nadeel te ondervangen. Daarnaast kan de zorg in het vrijwillige kader worden verleend. Betrokkene gebruikt geen medicatie en de enkele gesprekken die zij met een psycholoog heeft, is onvoldoende om over te gaan tot verplichte zorg. Indien de rechtbank van oordeel is dat een zorgmachtiging noodzakelijk is bepleit de raadsvrouw subsidiair de zorgmachtiging in duur te bekorten tot zes maanden. Zij voert hiertoe aan dat betrokkene afspraken adequaat nakomt en zij al langere tijd laat zien dat het goed met haar gaat.
2.5.
De rechtbank overweegt dat onvoldoende zicht is op (de thuissituatie van) betrokkene om goed te kunnen beoordelen of geen sprake meer is van ernstig nadeel . Zo heeft de onafhankelijk psychiater betrokkene niet thuis kunnen bezoeken of anderszins kunnen onderzoeken, ondanks diverse pogingen daartoe. Ook voor de behandelaren is het moeilijk om contact met betrokkene te leggen. Daardoor is het voor de behandelaren lastig te beoordelen of het inderdaad zo goed gaat met betrokkene als zij doet voorkomen in de periodieke gesprekken met haar psycholoog, of dat achterdocht en paranoïde – kenmerken van haar psychische stoornis – weer op de voorgrond beginnen te treden, met alle gevolgen voor betrokkene en anderen van dien. Of en hoe de reclassering bij betrokkene is betrokken, is op dit moment onvoldoende duidelijk voor de rechtbank. Daarom kan ook niet worden beoordeeld of met reclasseringstoezicht het ernstig nadeel ondervangen kan worden. De rechtbank overweegt verder dat de behandelrelatie met het FACT nog te broos en de behandeling nog te kort is om nu al goed in te schatten of ernstig nadeel in een vrijwillig kader – met alleen gesprekken bij de psycholoog – kan worden afgewend. De rechtbank ziet aanleiding om de zorgmachtiging anders dan is verzocht te verlenen voor de duur van zes maanden. Betrokkene ontvangt alleen zorg in de vorm van tweewekelijkse gesprekken met een psycholoog. Verder is van belang dat betrokkene haar afspraken met de hulpverleners nakomt, waaronder huisbezoeken. Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook passend en noodzakelijk dat de verplichte zorg die daarop ziet wordt toegewezen. Op de zitting is nader toegelicht dat betrokkene al drie jaar geen medicatie neemt en daar ook niet open voor staat. Op de zitting heeft de behandelaar voldoende toegelicht dat op dit moment – rekening houdend met de wensen van betrokkene – geen reden is voor medicatie. Omdat nog geen echt zicht op betrokkene is, kan dit echter snel anders komen te liggen. Naar het oordeel van de rechtbank is van belang dat, indien nodig, snel en tijdig ingegrepen kan worden met medicatie. Daarom zal de rechtbank deze vorm van verplichte zorg toewijzen.
2.6
Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en wat op de zitting naar voren is gekomen acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk gedurende zes maanden:
  • toedienen medicatie;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het nakomen van afspraken met het ambulant behandelteam, waaronder huisbezoeken en één keer per twee weken een gesprek met de psycholoog;
2.7.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal, anders dan door de officier van justitie is verzocht, worden verleend voor de duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [betrokkene] 1993 te [geboorteplaats] , inhoudende dat gedurende de looptijd van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.6 genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 24 juli 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 24 januari 2023 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door
mr. A.K. Mireku rechter, bijgestaan door W. Aukema-Blauw als griffier en op 6 februari 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.