ECLI:NL:RBAMS:2023:5604

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 september 2023
Publicatiedatum
1 september 2023
Zaaknummer
C/13/722201 / HA ZA 22-681
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van Buma tegen evenementenorganisatoren inzake auteursrechten en muziekgebruik

In deze bodemprocedure vordert de Vereniging Buma, een collectieve beheersorganisatie voor auteursrechten, een verbod op het organiseren van evenementen zonder toestemming voor het gebruik van muziekwerken uit het Buma-repertoire. De zaak betreft gedaagden die evenementen hebben georganiseerd waarbij muziek ten gehore werd gebracht zonder de vereiste toestemming van Buma. Buma stelt dat zij de belangen van componisten en tekstschrijvers behartigt en dat de gedaagden inbreuk maken op de auteursrechten door geen vergoeding te betalen voor het gebruik van deze muziek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden niet de vereiste toestemming hebben verkregen en dat zij verantwoordelijk zijn voor de betaling van de verschuldigde vergoedingen. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld tot het betalen van specifieke bedragen aan Buma en hen verboden om zonder toestemming evenementen te organiseren waarbij muziek uit het Buma-repertoire wordt gespeeld. De gedaagden hebben verweer gevoerd, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat Buma voldoende bewijs heeft geleverd van de inbreuk op haar rechten. De vorderingen van Buma zijn grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele specifieke evenementen waarover de gedaagden niet aansprakelijk zijn gesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/722201 / HA ZA 22-681
Vonnis van 6 september 2023
in de zaak van
de vereniging
VERENIGING BUMA,
gevestigd te Amstelveen,
eiseres bij dagvaarding van 24 augustus 2022,
advocaten mr. J. Meddens en mr. J.S. Elfferich te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
M.E.B. EVENTS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
POPUPCLUB B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
gedaagden,
advocaat mr. A.L. van Beugen te Amsterdam.
Eiseres wordt hierna Buma genoemd en gedaagden gezamenlijk [gedaagden] en afzonderlijk [gedaagde] , M.E.B. Events en Popupclub.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 4 januari 2023
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 23 maart 2023
  • de akte van Buma van 23 mei 2023 met producties
  • de antwoordakte van [gedaagde] en M.E.B. Events van 27 juni 2023 met producties
- de akte van Buma van 11 juli 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Buma is een zogenoemde collectieve beheersorganisatie. Zij behartigt de belangen van de bij haar aangesloten componisten, tekstdichters en muziekuitgevers met betrekking tot de uitvoering (openbaarmaking) van hun werken. Daartoe dragen de bij Buma aangesloten componisten en tekstdichters de muziekuitvoeringsrechten op al hun bestaande en toekomstige auteursrechtelijk beschermde muziekwerken over aan Buma. Buma oefent op eigen naam deze auteursrechten uit. Via een
stelsel van wederkerigheidscontracten met buitenlandse zusterorganisaties die soortgelijke overeenkomsten afsluiten, beheert Buma vrijwel het gehele auteursrechtelijk beschermde muziekrepertoire (hierna: Buma-repertoire).
2.2.
[gedaagde] en M.E.B. Events zijn of waren organisatoren van evenementen en festivals. Popupclub exploiteert de gelijknamige nachtclub in Leiden.
2.3.
[gedaagde] exploiteert de eenmanszaak Aplus Events, is bestuurder en aandeelhouder van Popupclub en (indirect, via the Next Adventure Group B.V.) ook van M.E.B. Events.
2.4.
Buma heeft in haar dagvaarding een aantal muziekevenementen vermeld, die plaatsvonden in de jaren 2015 tot en met 2021, waarvan [gedaagden] de organisator zou zijn. Onder de gedingstukken bevinden zich flyers ter promotie van een aantal daarvan, waarop veelal Aplus events en Popupclub (als organisator) zijn vermeld, alsmede optredende artiesten, onder wie [naam 2] , [naam 3] en DJ’s die ‘hitjes, bekende nummers van anderen’ draaien.
2.5.
In een e-mail van 17 oktober 2019 heeft Buma, verwijzend naar een gesprek dat op 8 oktober 2019 met [gedaagde] heeft plaatsgevonden, aan [gedaagde] verzocht om per omgaande de recette en gage bedragen aan Buma op te geven met betrekking tot events gehouden op 19 maart 2016, 28 mei 2016, 23 december 2016 en 26 mei 2017 en rechtsmaatregelen aangekondigd, indien daaraan niet uiterlijk op 1 november 2019 zou zijn voldaan.
2.6.
Op 20 augustus 2020 heeft Buma [gedaagden] gesommeerd opgave te doen van alle door hem georganiseerde evenementen, en van de gages en recettes. In deze sommatie zijn de onder 2.5 vermelde evenementen en enkele andere evenementen genoemd.
2.7.
Op 9 september 2020 heeft Buma [gedaagden] opnieuw gesommeerd en rechtsmaatregelen aangekondigd. Op 23 september 2020 heeft [gedaagde] aan Buma gemaild dat hij de sommatie niet begreep omdat de gegevens al aan Buma zouden zijn verstrekt.
2.8.
Bij e-mail van 27 november 2020 heeft Buma aan [gedaagde] meegedeeld de gegevens niet te hebben ontvangen en verzocht deze (opnieuw) te mailen.
2.9.
In een e-mail van 20 januari 2021 heeft Buma aan [gedaagde] meegedeeld nog geen reactie te hebben ontvangen op de e-mail van 27 november 2020 en (wederom) een gang naar de rechter aangekondigd. Er heeft daarvóór nog enige correspondentie plaatsgevonden over de vraag of [gedaagde] wel of niet de organisator was van bepaalde evenementen.
2.10.
Op 24 augustus 2022 heeft Buma [gedaagden] gedaagd in deze bodemprocedure.
2.11.
Op 1 mei 2023 heeft (de advocaat van) [gedaagde] een opgave gedaan van de door [gedaagden] georganiseerde evenementen.
2.12.
Aan de hand van de door [gedaagde] verstrekte opgave heeft Buma op 23 mei 2023 facturen verzonden aan [gedaagden] voor bedragen van € 2.341,19, € 10.493,95 en € 2.334,55.
2.13.
Bij antwoordakte van 27 juni 2023 heeft [gedaagden] (deels nogmaals) opgave gedaan van door hem georganiseerde evenementen.

3.Het geschil

3.1.
Buma vordert, samengevat, met hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten, en wat betreft de vorderingen onder 1 en 2 onder verbeurte van dwangsommen, om:
1. [gedaagden] ieder te verbieden om zonder voorafgaande toestemming van Buma evenementen te organiseren waarbij enig muziekwerk behorend tot het door Buma-repertoire ten gehore wordt gebracht;
2. [gedaagden] te bevelen om binnen 10 dagen na de betekening van het vonnis schriftelijk opgave te doen van
- alle door hen georganiseerde evenementen ter gelegenheid waarvan
werken behorend tot het door Buma-repertoire openbaar zijn gemaakt;
- de namen van de artiesten die daar hebben opgetreden;
- de daar behaalde recettes en betaalde gages/uitkoopsommen;
3. [gedaagden] te veroordelen om aan Buma de verschuldigde vergoeding te voldoen conform het Algemeen Tarief, van 3%, 5% of 7% van de recettes of uitkoopsommen/gages, te vermeerderen met btw, binnen 7 dagen na het doen van de onder 2 genoemde opgave.
3.2.
[gedaagden] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Een organisator van een evenement waarbij muziekwerken ten gehore worden gebracht die vallen onder het Buma-repertoire moet vooraf toestemming krijgen van Buma, aangezien de auteursrechten van de componisten en tekstschrijvers op de werken die onder dat repertoire vallen bij Buma liggen. In de regel wordt deze toestemming verkregen na onder meer het evenement vooraf bij Buma aan te melden, onder opgave van de verwachte recette dan wel van de uitkoopsom of gages. Vervolgens dient een vergoeding te worden betaald op basis van het Algemeen Tarief Muziekgebruik (ATM).
4.2.
Degene die in het openbaar muziek ten gehore brengt uit het Buma-repertoire zonder daarvoor toestemming te hebben en zonder daarvoor een redelijke vergoeding te betalen, maakt zich schuldig aan een inbreuk op auteursrechten en naburige rechten. Dergelijk handelen is onrechtmatig en leidt tot de verplichting tot schadevergoeding, ter hoogte van het bedrag dat Buma anders overeenkomstig het Algemeen Tarief had kunnen incasseren.
4.3.
[gedaagden] heeft aanvankelijk betwist dat Buma auteurs- en naburige rechten heeft op werken die tijdens door hem georganiseerde evenementen ten gehore zijn gebracht. Voor zover hij dit verweer handhaaft, wordt overwogen dat Buma met haar overgelegde producties (7, 10 en 13) afdoende heeft aangetoond dat dit wel het geval is. Anders dan [gedaagden] heeft betoogd is Buma als houder van auteursrechten en naburige rechten in het kader van de handhaving daarvan gerechtigd om van een eventuele inbreukmaker te eisen dat deze opgave doet van de openbaar gemaakte werken. Buma heeft de grondslag voor de door haar ingestelde vordering dan ook voldoende uiteengezet.
4.4.
Buma heeft in de dagvaarding een lijst opgenomen met evenementen waarbij volgens haar [gedaagden] als organisator betrokken is geweest. Niet in geschil is dat [gedaagden] deze evenementen niet vooraf bij Buma heeft aangemeld en geen vergoeding daarvoor heeft betaald aan Buma. Naar aanleiding van de sommaties van Buma heeft [gedaagden] op 1 mei 2023 de door Buma gemaakte lijst aangevuld en nadere gegevens verstrekt, overeenkomstig de productie 18 van Buma.
[gedaagden] heeft aangevoerd deze gegevens al eerder bij Buma te hebben aangeleverd, maar die stelling, die Buma betwist, heeft hij niet met stukken onderbouwd. Vervolgens heeft hij in productie 1 bij akte van 27 juni 2023 een nieuw overzicht verstrekt, waarop nog andere evenementen vermeld zijn. Naar zijn zeggen is de opgave daarmee compleet. Van het leeuwendeel van de evenementen erkent [gedaagden] de organisator te zijn, van enkele betwist hij dat.
4.5.
De betwiste evenementen zijn de volgende, met vermelding van de reden op grond waarvan [gedaagden] stelt niet aansprakelijk te zijn:
4.5.1.
Met betrekking tot [gedaagde] :
1. Localised; is georganiseerd door Podium Grenswerk
2. 28-05-2016 Discotheek Stoba; is niet doorgegaan
3. 20-06-2020 The Movement; Bloom Kerkrade, is georganiseerd door [naam 1] ;
4.5.2.
Met betrekking tot M.E.B. Events:
1. Localised; The Apollo, [naam 1] , is geannuleerd;
2. 23-08-2019 en 24-09-2019 Meppel Outdoor: was maar één evenement in plaats van twee;
3. 09-10-2021 Verleiding Festival Scheveningen: is afgekocht;
4.5.3.
Met betrekking tot Popupclub:
1. Playground; was georganiseerd door FAM Events;
2. 29-11-2019 [naam 4] and Friends; was georganiseerd door FM Events;
3. 14-12-2019 [naam 5] idem
4. 20-12-2019 Playground; was georganiseerd door FAM Events;
5. 21-12-2019 Sowieso; was georganiseerd door Inama;
6. 15-02-2020 Playground was georganiseerd door FAM Events.
4.5.4.
Buma heeft ter onderbouwing van haar stelling dat [gedaagden] wel de organisator is van het evenement onder 4.5.1 nummer 1, verwezen naar een flyer (productie 7 Buma) waarin Aplus Events als organisator wordt vermeld. Daarmee heeft zij voldoende gesteld om daarvan uit te gaan. Dat geldt ook voor evenement nummer 3, bedoeld onder 4.5.1.
4.5.5.
Voor de onder 4.5.2 genoemde evenementen geldt dat M.E.B. Events op de flyer is vermeld als organisator van het Verleiding Festival. Dat het is afgekocht ontneemt aan M.E.B. Events niet de verplichting tot opgave/vergoeding. Het evenement in Meppel was kennelijk maar één (tweedaags) evenement, zo kan uit productie 10 van Buma worden afgeleid.
4.5.6.
Voor de onder 4.5.3 genoemde Popupclub evenementen heeft [gedaagden] met de producties 4, 5 en 6 genoegzaam aangetoond niet de verantwoordelijke te zijn voor afdracht aan Buma. Anders dan Buma stelt is [gedaagden] niet tot afdracht verplicht als hij slechts optreedt als zaalverhuurder.
4.5.7.
Verder bestaat onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat de twee evenementen die volgens [gedaagden] zijn afgelast alsnog zijn doorgegaan.
4.6.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [gedaagden] verantwoordelijk en aansprakelijk is voor afdracht aan Buma van een vergoeding voor (bedragen ter hoogte van de in het ATM opgenomen tarieven ) alle evenementen voorkomend op de lijsten in productie 18 van Buma en productie 1 van [gedaagden] , met uitzondering van de hiervoor onder 4.5.1. nummer 2, 4.5.2 nummer 1 en de in 4.5.3 vermelde evenementen.
De vorderingen
4.7.
Buma vordert een verbod om zonder voorafgaande toestemming van Buma evenementen te organiseren waarbij enig muziekwerk behorend tot het door Buma beheerde repertoire ten gehore wordt gebracht. [gedaagden] stelt dat dat niet nodig is, omdat hij inmiddels bij de organisatie een andere rol vervult. Wellicht is dat het geval, maar de geschiedenis leert dat [gedaagden] tal van evenementen heeft georganiseerd zonder zich iets aan de vereiste toestemming van Buma gelegen te laten liggen, ondanks hem toegezonden sommaties. Een verbod is dan ook op zijn plaats, met matiging van de dwangsom zoals hierna in de beslissing vermeld.
4.8.
Met betrekking tot vordering 2 voert [gedaagden] aan inmiddels een volledige opgave te hebben gedaan van het door Buma verlangde. Buma stelt niettemin belang te hebben bij een veroordeling, omdat [gedaagden] pas opgave heeft gedaan nadat Buma rechtsmaatregelen had getroffen en dat zelfs in de laatste opgave (bij de antwoordakte van 28 juni 2023) nog evenementen stonden die eerder niet waren vermeld. Zij sluit dan ook niet uit dat de lijst nog steeds incompleet is. Volgens haar heeft [gedaagden] ook in 2023 nog evenementen georganiseerd. Buma heeft tegenover de betwisting daarvan door [gedaagden] echter onvoldoende geconcretiseerd dat de lijst niet compleet is en/of dat [gedaagden] na de datum van het laatste opgegeven evenement nog is doorgegaan met het organiseren. Dit onderdeel van de vorderingen wordt daarom afgewezen bij gebrek aan belang.
4.9.
Buma heeft verder gevorderd om [gedaagden] te veroordelen om aan Buma de verschuldigde vergoeding te voldoen conform het Algemeen Tarief, van 3%, 5% of 7% van de recettes of uitkoopsommen/gages, te vermeerderen met btw, binnen 7 dagen na het doen van de onder 2 genoemde opgave. Op zichzelf volgt uit het hiervoor overwogene dat [gedaagden] daartoe is gehouden, maar deze vordering is onvoldoende bepaald (is het bijvoorbeeld 3, 5 of 7%?) om nu toe te wijzen. Als het mindere zal [gedaagden] worden veroordeeld om de bedragen te voldoen vermeld onder 2.12, die Buma op basis van de opgave van [gedaagden] – de evenementen waarvan hij niet betwist de organisator te zijn geweest – heeft berekend en waarvoor zij reeds facturen aan [gedaagde] en M.E.B. Events heeft toegezonden die tot heden onbetaald zijn gebleven, vanzelfsprekend onder aftrek van het eventueel inmiddels reeds betaalde. Voor de overige evenementen kan Buma, met inachtneming van het in dit vonnis overwogene, op basis van het toepasselijke tarief alsnog facturen verzenden die [gedaagden] dan moet betalen.
4.10.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagden] hoofdelijk worden veroordeeld in de proceskosten (te vermeerderen met nakosten) gevallen aan de zijde van Buma, tot heden begroot op:
- dagvaarding en uittreksels € 183,07
- vastrecht € 676,00
- salaris advocaat 3 punten tarief II € 1.794,00
Totaal € 2.653,07

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verbiedt [gedaagde] , M.E.B. Events en Popupclub om zonder voorafgaande toestemming van Buma evenementen te organiseren waarbij enig muziekwerk behorend tot het door Buma beheerde repertoire ten gehore wordt gebracht,
5.2.
bepaalt dat [gedaagde] , M.E.B. Events en Popupclub een dwangsom verbeuren van € 2.500,- voor iedere overtreding van het onder 5.1 genoemde verbod, met dien verstande dat de dwangsom alleen verschuldigd is door diegene die in strijd met het verbod heeft gehandeld,
5.3.
veroordeelt M.E.B. Events om aan Buma te voldoen:
- € 2.341,19 en € 10.493,95, totaal € 12.835,14 (twaalfduizend achthonderd vijfendertig euro en veertien cent) overeenkomstig de door Buma daarvoor verzonden facturen, onder aftrek van het reeds betaalde,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan Buma te voldoen:
- € 2.334,55 (tweeduizend driehonderdvierendertig euro en vierenveertig cent), overeenkomstig de door Buma daarvoor verzonden facturen, onder aftrek van het reeds betaalde,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] , M.E.B. Events en Popupclub hoofdelijk in de proceskosten, gevallen aan de zijde van Buma, tot heden begroot op:
€ 2.653,07,
5.6.
veroordeelt [gedaagde] , M.E.B. Events en Popupclub in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,- voor salaris advocaat, te vermeerderen met
€ 85,- en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, rechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2023. [1]

Voetnoten

1.type: MB