In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 augustus 2023 een beschikking gegeven in een ouderschapsconflict tussen de moeder en de vader van vier minderjarige kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Peters, verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen en haar te belasten met eenhoofdig gezag. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.J. de Hosson, verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen en hem te belasten met eenhoofdig gezag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden en dat gezamenlijk gezag niet langer uitvoerbaar is vanwege de heftige strijd tussen de ouders en de onveilige situatie voor de kinderen. De rechtbank heeft besloten dat het in het belang van de kinderen is dat de moeder met het eenhoofdig gezag wordt belast.
Daarnaast heeft de rechtbank het recht op omgang van de vader met de kinderen ontzegd, omdat dit ernstig nadeel zou opleveren voor hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. De kinderen hebben herhaaldelijk aangegeven geen contact met de vader te willen, en de rechtbank heeft vastgesteld dat de vader niet in staat is om zich in te leven in de belevingswereld van de kinderen. De rechtbank heeft een dwangsom van € 250,00 per overtreding opgelegd aan de vader, tot een maximum van € 10.000,-, indien hij het contactverbod overtreedt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De rechtbank heeft de belangen van de kinderen vooropgesteld en benadrukt dat er rust moet komen in hun leven, na een turbulent verleden waarin zij mishandeling en huiselijk geweld hebben meegemaakt. De moeder heeft blijk gegeven van een open houding ten opzichte van hulpverlening, terwijl de vader zich afwijzend opstelt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de moeder het gezag over de kinderen moet uitoefenen, om zo hun welzijn te waarborgen.