ECLI:NL:RBAMS:2023:5546
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake beëindiging noodopvang voor vrouw met drie kinderen
Op 17 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een vrouw met drie minderjarige kinderen, verblijft sinds 15 januari 2020 in de noodopvang. Na het weigeren van een woningaanbod op 5 juni 2023, heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam besloten dat verzoekster de noodopvang per 24 juli 2023 moet verlaten. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij in de noodopvang kan blijven tot zes weken na de beslissing op bezwaar.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op zitting behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan. In de uitspraak is vastgesteld dat de belangen van de kinderen onvoldoende zijn meegewogen in het besluit van de verweerder. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gevolgen van beëindiging van de noodopvang voor de kinderen ernstig zijn, waaronder het risico op uithuisplaatsing en scheiding van de kinderen van hun moeder. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten dat verzoekster in de noodopvang mag blijven tot zes weken na de beslissing op bezwaar.
Daarnaast is de verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 50,- en de proceskosten van € 1.674,- aan verzoekster, evenals € 7,06 aan reiskosten. De voorzieningenrechter benadrukt dat het belang van de kinderen in de besluitvorming moet worden betrokken, in overeenstemming met de verplichtingen onder het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind.