ECLI:NL:RBAMS:2023:5541

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 juli 2023
Publicatiedatum
29 augustus 2023
Zaaknummer
13-102848-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel van Oostenrijk

Op 20 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Staatsprocureur van Wenen, Oostenrijk. Het EAB, dat op 23 september 2020 is uitgevaardigd, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Nederland gedetineerd is. De opgeëiste persoon, geboren in Joegoslavië in 1985, heeft de Servische nationaliteit en heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn. Tijdens de zitting was de officier van justitie, mr. C.L.E. Mcgivern, aanwezig, evenals de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. L.R. Waaijer, die geen verweer heeft gevoerd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zijn geclassificeerd als georganiseerde of gewapende diefstal, waarvoor naar Oostenrijks recht een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar kan worden opgelegd. De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak met 30 dagen verlengd, maar heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door mr. E.G.M.M. van Gessel als voorzitter, samen met mrs. P. van Kesteren en J.H. Beestman, en is openbaar uitgesproken op dezelfde zitting.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/102848-23
Datum uitspraak: 20 juli 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 25 mei 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 23 september 2020 door de
State Prosecutorbij
the Prosecutor’s Office, Vienna, Oostenrijk (met toestemming van de
Regional Court for Criminal Matters, Vienna), (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] alias [alias opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (Joegoslavië) op [geboortedag] 1985,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het Justitieel Complex [naam PI] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 20 juli 2023, in aanwezigheid van mr. C.L.E. Mcgivern, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. L.R. Waaijer, advocaat in Breukelen en door een tolk in de Servische taal. De raadsman heeft geen verweer gevoerd en de officier van justitie heeft geconcludeerd dat de verzochte overlevering toelaatbaar is.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Servische nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een
Arrest Order of the State Prosecutor’s Office, Vienna,Oostenrijk,
dated Sept 23, 2020, reference 42 St 118/17b.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Oostenrijks recht strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten aan als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 18, te weten:
georganiseerde of gewapende diefstal.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Oostenrijk een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

6.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon] alias [alias opgeëiste persoon]aan de
Regional Court for Criminal Matters, Vienna, Oostenrijk, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. E.G.M.M. van Gessel, voorzitter,
mrs. P. van Kesteren en J.H. Beestman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.A. Harland, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 20 juli 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.