Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die zich afspeelt in Amsterdam, betreft het een kort geding tussen buren over de afwatering van regenwater. [Eiseres], wonende aan [adres 1], heeft [gedaagde 1] en [gedaagde 2], beiden wonende aan [adres 2], aangeklaagd omdat zij een damconstructie/scheidingswand hebben aangebracht die de afwatering van regenwater van het dak van de carport van [eiseres] belemmert. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 december 2022, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht en producties hebben ingebracht. Na een bezichtiging ter plaatse op 18 januari 2023, heeft de voorzieningenrechter op 1 februari 2023 vonnis gewezen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] onrechtmatig handelen door de gaasconstructie aan te brengen, die de afwatering van het dak van [eiseres] belemmert. De rechter heeft hen veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de gemeenschappelijke waterafvoer op de carports in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Tevens is hen verboden om handelingen te verrichten die ervoor zorgen dat het water van het dak van [eiseres] niet via hun hemelwaterafvoer kan wegstromen. De vordering van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in reconventie is afgewezen, omdat de voorzieningenrechter oordeelt dat [eiseres] geen onrechtmatige handelingen heeft verricht.
De proceskosten zijn toegewezen aan [eiseres], die grotendeels in het gelijk is gesteld. Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken op 1 februari 2023.