ECLI:NL:RBAMS:2023:5500

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 juli 2023
Publicatiedatum
28 augustus 2023
Zaaknummer
AMS 22/5429 en AMS 22/5431
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verhoging bijzondere bijstand voor medicinale cannabis en dieetkosten

In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 24 juli 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoeken tot verhoging van de verleende bijzondere bijstand beoordeeld. Eiseres ontving bijzondere bijstand voor de kosten van medicinale cannabis en dieetkosten, maar verzocht om een verhoging van deze bedragen. De rechtbank oordeelt dat eiseres onvoldoende heeft onderbouwd waarom de toegekende bedragen niet toereikend zijn. De rechtbank stelt vast dat eiseres maandelijks € 800,- voor medicinale cannabis en € 1.034,82 voor dieetkosten ontvangt. Eiseres voerde aan dat de kosten voor haar dieet en medicinale cannabis door stijgende prijzen en inflatie zijn toegenomen, maar de rechtbank oordeelt dat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar claims te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de verzoeken tot verhoging van de bijzondere bijstand terecht is, en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
Zaaknummers: AMS 22/5429
AMS 22/5431

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 juli 2023 in de zaken tussen

[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. B.G.M.C. Peters),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder
(gemachtigde: mr. M. Mulders).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoeken tot verhoging van de verleende bijzondere bijstand.
1.1
Verweerder heeft met de besluiten van 7 februari 2022 aan eiseres € 800,- en € 1.034,82 aan bijzondere bijstand toegekend voor de kosten van medicinale cannabis (AMS 22/5429) en voor dieetkosten (AMS 22/5431). Met de bestreden besluiten van 18 oktober 2022 op de bezwaren van eiseres is verweerder bij de hoogte van de toegekende bijzondere bijstand gebleven.
1.2
Verweerder heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
1.3
De rechtbank heeft het beroep op 21 maart 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder. De rechtbank heeft met toepassing van artikel 8:64, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het onderzoek op de zitting geschorst.
1.4
Op 18 april 2023 heeft eiseres aanvullende stukken overgelegd. Op 31 mei 2023 heeft verweerder hierop gereageerd.
1.5
De rechtbank laat een nadere zitting achterwege op grond van artikel 8:64, vijfde lid, van de Awb omdat geen van de partijen, nadat zij zijn gewezen op hun recht om op zitting te worden gehoord, binnen een door de rechtbank gestelde redelijke termijn heeft verklaard gebruik te willen maken van dit recht. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de verzoeken tot verhoging van de verleende bijzondere bijstand. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Dat betekent dat eiseres ongelijk krijgt en verweerder de verleende bijzondere bijstand niet hoeft te verhogen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. De rechtbank gaat uit van het volgende.
4.1
Eiseres lijdt aan de ziekte van [ziekte] . Vanwege deze ziekte ontvangt eiseres maandelijks bijzondere bijstand voor de kosten van haar dieet (sinds 2000) en de kweek van medicinale cannabis (sinds 2016). Niet in geschil is dat eiseres baat heeft bij haar dieet en bij de medicinale cannabis.
4.2
De toekenning van de bijzondere bijstand wordt steeds voor de duur van één jaar toegekend. Eiseres heeft voor de periode 1 maart 2022 tot en met 28 februari 2023 (de beoordelingsperiode) € 1.034,82 per maand voor dieetkosten en € 800,- per maand voor de kosten (voor de kweek) van medicinale cannabis aan bijzondere bijstand toegekend gekregen.
Had verweerder de toegekende bijzondere bijstand moeten verhogen?
5. Eiseres voert aan dat verweerder het bedrag van de toegekende bijzondere bijstand had moeten verhogen. Volgens eiseres zijn de kosten van haar dieetvoeding in werkelijkheid veel hoger dan het toegekende bedrag aan dieetkostenvergoeding, namelijk meer dan €1.500,- . De voedingsprijzen zijn gestegen terwijl goede voeding essentieel is om vanwege haar ziekte stabiel te blijven. Ook de vergoeding voor medicinale cannabis is volgens eisers niet meer voldoende vanwege de stijgende energieprijzen. Bij de toekenning van de kosten is geen indexering meegenomen terwijl de prijzen exponentieel stijgen. Eiseres geeft aan een inflatiecorrectie van 12% nodig te hebben.
Dieet
5.1
Eiseres heeft in de beoordelingsperiode € 1.034,82 per maand aan dieetkostenvergoeding in de vorm van bijzondere bijstand ontvangen. De hoogte van de dieetkostenvergoeding wordt op basis van de jaarlijkse indexering berekend. De dieetkosten zijn geïndiceerd met een percentage dat in een ministeriele regeling wordt vastgesteld. Voor 2022 is het percentage vastgesteld op 1,9% indexering, wat neerkomt op een verhoging van het in 2021 toegekende bedrag van € 1.015,53 per maand tot € 1.034,82 per maand, het bedrag wat verweerder ook aan eiseres heeft toegekend in de beoordelingsperiode.
5.2
Het is aan eiseres om te onderbouwen waarom het bedrag van € 1.034,82 per maand onvoldoende is om de dieetkosten te dekken. Op de zitting is bepaald dat eiseres nog de gelegenheid krijgt om aanvullend te onderbouwen waarom deze toegekende bijzondere bijstand voor haar werkelijke dieetkosten onvoldoende is. Dit zou zij doen door haar uitgaven aan dieetproducten te relateren aan een verklaring van een arts, waaruit blijkt dat zij deze voedingsmiddelen nodig heeft in verband met haar ziekte. Eiseres heeft in dit kader de volgende stukken overgelegd:
- een overzicht van haar uitgaven in maart en april 2013, met een toelichting welke producten zij misloopt;
- een mutatieoverzicht van haar bank in de periode december 2022 tot februari 2023 waaruit zou blijken dat het grootste gedeelte van de bijzondere bijstand opgaat aan de kosten voor voedsel;
- een brief van [arts 1] van 12 december 2022 over de noodzaak van hoogwaardige voeding
- een rapportage van [arts 2] van 22 februari 2011 over samenstelling dieet en noodzaak cannabis;
- een rapportage van de GGD/gemeente uit 2001 waarin dieetkosten werden toegekend op psychosociale gronden; en,
- een artikel van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uit 2022 over prijsstijgingen.
5.3
De rechtbank is van oordeel dat eiseres met de overgelegde stukken nog altijd niet heeft aangetoond dat de al toegekende vergoeding voor dieetkosten onvoldoende is. Het door eiseres overgelegde medische advies van [arts 2] uit 2011 bevestigt dat eiseres “eiwitrijk, energierijk en vezelarm voedsel nodig heeft”. In het geval van eiseres gaat het dan ook nog om “dure vlees- en visproducten”. De Internist schat in dat dit dieet neerkomt op minstens een extra bedrag van € 9,- à € 10,- per dag ten opzichte van normale voeding. De MDL-arts [arts 1] bevestigt in zijn brief van 12 december 2022 dat de problematiek van het shortbowel syndroom bij de ziekte van [ziekte] bij eiseres nog onverminderd optreedt en dat zij een effectief dieet heeft gevonden waarmee zij de balans weet te vinden maar dat dit gepaard gaat met aanzienlijke kosten die de afgelopen tijd sterk zijn opgelopen. Uit deze overgelegde brieven van de medici blijkt weliswaar dat eiseres flink meer uit moet geven aan haar voeding dan een gemiddeld persoon, maar niet dat het huidige bedrag dat eiseres ontvangt aan dieetkostenvergoeding daar onvoldoende voor is. Eiseres heeft met het overzicht aan uitgaven van 6 maart tot en met 6 april 2023 niet duidelijk gemaakt wat ze in die maand aan dieetproducten heeft gekocht en ook heeft zij niet duidelijk gemaakt dat wat ze heeft gekocht onvoldoende is. In het overzicht heeft zij alleen haar totaaluitgaven bij supermarkten, de groothandel en detailwinkels opgesomd met nog wat specifiekere gestelde uitgaven aan kokoswater, toiletpapier en supplementen. Deze (totaal)uitgaven zijn vervolgens niet onderbouwd met bonnetjes waaruit blijkt welke producten ze heeft gekocht. Eiseres heeft hiermee niet aannemelijk gemaakt dat de gestelde gekochte producten ook “eiwitrijk, energierijk en vezelarm voedsel” betreffen. Eiseres heeft in het overzicht aangegeven welke bedragen ze die maand tekort komt, waarbij ze naast algemene bedragen bij detailwinkels, meer specifiek 24 pakken kokoswater, supplementen en nat toiletpapier benoemt. Ook hier valt niet te verifiëren dat eiseres deze bedragen en specifieke producten tekort is gekomen en dat de toegekende dieetkostenvergoeding niet genoeg is. Uit het mutatieoverzicht van haar bank zou volgens eiseres blijken dat het grootste gedeelte van bijzondere bijstand opgaat aan de kosten voor voedsel. Verweerder heeft hierover terecht opgemerkt dat dit ook de bedoeling is. Ook met de verwijzing naar het CBS artikel over de inflatie van voedselprijzen in 2022 heeft eiseres niet aangetoond dat voor haar feitelijk de al toegekende bijzondere bijstand voor dieetkosten onvoldoende is.
5.4
Bijzondere bijstand wordt betaald met gemeenschapsgeld. Dat betekent dat de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd, verantwoord moet kunnen worden. De omstandigheid dat eiseres chronisch ziek is, maakt dit uitgangspunt niet anders. Daarom mocht verweerder van eiseres verlangen dat zij inzichtelijk maakt waarom het huidige toegekende bedrag aan bijzondere bijstand onvoldoende zou zijn, door een onderbouwing te geven van de voor haar noodzakelijke dieetkosten. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat de door eiseres overgelegde stukken hiervoor onvoldoende zijn. Verweerder heeft terecht geen aanleiding gezien om de bijzonder bijstandsuitkering van eiseres voor dieetkosten verder te verhogen.
Medicinale cannabis
5.5
Eiseres heeft in de beoordelingsperiode €800,- per maand aan bijzondere bijstand voor (de kweek van) medicinale cannabis ontvangen. Met betrekking tot de medicinale cannabis heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat eiseres met diverse regelingen al voldoende is gecompenseerd voor de hogere energielasten. Zo heeft eiseres volgens verweerder in het jaar 2022 €1.800,- aan categoriale bijstand voor hoge energiekosten, €20,- per maand op grond van de regeling tegemoetkoming meerkosten, en in de maanden november en december 2022 een bedrag van €190,- van het Rijk ter compensatie van de hoge energielasten ontvangen.
5.6
Met het schorsen van de zitting heeft eiseres de gelegenheid gekregen om te onderbouwen waarom de toegekende bijzondere bijstand voor de kweek van medicinale cannabis onvoldoende is, gelet op de door haar ontvangen toeslagen en tegemoetkomingen voor de gestegen energieprijzen. In het door eiseres overgelegde overzicht van uitgaven in de periode van 6 maart tot en met 6 april 2023 stelt eiseres dat zij ongeveer € 890,- aan kosten heeft gemaakt. Daar zit ook de afbetaling van een lening van € 163,- bij. Ook stelt eiseres dat zij geen cannabisolie heeft kunnen kopen voor een bedrag van € 1.825,-, terwijl zij dit wel nodig heeft. Ook stelt ze per jaar € 1.000,- tot € 3.000,- per jaar kwijt te zijn aan vervanging van technische apparatuur.
5.7
De rechtbank is van oordeel dat eiseres ook ten aanzien van deze kosten met de overgelegde stukken niet heeft aangetoond dat de al toegekende vergoeding voor medicinale cannabis onvoldoende is. In het overgelegde overzicht staat een afbetaling van een lening voor een bedrag van €163,- genoemd, maar dit bedrag leent zich niet voor een dekking vanuit de bijzondere bijstand. Bijzondere bijstand is namelijk niet bedoeld voor het aflossen van leningen. Verder blijkt uit het overzicht niet dat eiseres rekening heeft gehouden met ontvangen compensaties voor energiekosten en heeft zij het overzicht ook niet onderbouwd met bonnetjes. Dat eiseres aanvullend nog cannabisolie nodig zou hebben is niet onderbouwd en ook niet welke technische apparatuur zou moeten worden vervangen, wat de specifieke kosten daarvan zijn en wat de afschrijvingsduur daarvan is.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y. Moussaoui, rechter, in aanwezigheid van
mr. J.A.E. Delhaes, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 juli 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.