Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.De feiten
De verschenen persoon onder 1[rb.: Eigen Haard]
verklaart de splitsing in negentachtig (89) appartementsrechten als hiervoor omschreven hierbij vast te stellen, met inachtneming van het hierna in onderdeel XIII van deze akte met de Gemeente overeengekomene.“(onderdeel VIII pagina 26 van de splitsingsakte)
XIII. TOESTEMMING SPLITSING IN APPARTEMENTSRECHTEN GEMEENTE AMSTERDAM
Kwaliteitseisen
heeft verklaard dat de woningen in het bij deze akte gesplitste complex, die in het kader van het “Convenant” verkocht zullen worden, op het moment van verkoop of op het moment dat de Erfpachter de meerderheid in de bij deze akte opgerichte Vereniging van Eigenaren verliest, voldoen aan de kwaliteitseisen zoals vastgelegd door Burgermeester en Wethouders bij zijn besluit van negentwintig oktober tweeduizend twee, nummer 2002/ 12133 ROIB en/of aan de eventuele besluiten die ter vervanging en / of aanvulling daarvan worden vastgesteld.”
Kwaliteitseisen bij splitsing en verkoop
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de kwaliteitseisen voor de gemeenschappelijke delen van het gebouw en die voor de appartementen.
fundering en casco moeten in een zodanige staat zijn, dat instandhouding gedurende 25 jaar verantwoord is;
nulpunten of punten, die aanleiding kunnen geven tot huurbevriezing moeten zijn opgeheven en in aanschrijving van B&W geëiste voorzieningen moeten zijn getroffen;
dakbedekking, goten en ramen moeten goed functioneren;
het trappenhuis moet in goede staat zijn (inclusief schilderwerk);
de gas- en elektrische installatie moeten van goede kwaliteit zijn;
ramen die worden vervangen worden geschikt gemaakt voor dubbel glas.”
dat de samenstelling van de woonruimtevoorraad, de stadsvernieuwing alsmede de toestand van het gebouw zich niet uit een oogpunt van indeling of staat van onderhoud – geheel of ten dele - verzet tegen splitsing in appartementsrechten of de verlening van deelnemingsrechten of lidmaatschapsrechten.” Ten slotte behelst het Besluit een verklaring: “
dat hij die handelt in strijd met enig aan deze vergunning verbonden voorschrift, geacht wordt zonder vergunning te hebben gehandeld (artikel 3.2.12 Huisvestingsverordening 1999);”
“
Opgaven door verkoper
I BESTEMMINGSWIJZIGING.
II. KOOPVEREENKOMST / LEVERING.
V. AKTE VAN SPLITSING IN APPARTEMENTSRECHTEN.
Leveringsverplichting en feitelijke staat van het Verkochte
XVII. INFORMATIEPLICHT VERKOPER.
VIII AKTE VAN SPLITSING EN SPLITSINGSREGLEMENT.
De balkonplaten zijn in slechte staat, rekenkundig voldoen zij niet aan de huidige eisen, de betonkwaliteit is slecht en delen van de hoofdbewapening liggen niet in een alkalisch milieu waardoor corrosie van wapening zal optreden.”
3 Conclusies en aanbevelingen
Conclusie
4.1 CONCLUSIE
3.Het geschil
jegens eiseres sub 1, de VvE,gehouden is de schade te vergoeden die zij lijdt doordat ten tijde van de splitsing of verkoop niet is voldaan aan de kwaliteitseisen van het Convenant splitsen en verkoop sociale huurwoningen 2002-2007 en 2008-2016, alsmede de verklaring voor recht dat de verplichting van Eigen Haard om de schade te vergoeden ziet op de kosten van de noodmaatregelen en de noodzakelijke herstelkosten voor het in stand houden van de:
jegens de kopersgehouden is, naar rato van hun breukdelen, de schade te vergoeden die zij lijden doordat de appartementsrechten ten tijde van de verkoop niet voldeden aan hetgeen zij daarvan op basis van de splitsings-, koop- en leveringsakte mochten verwachten, alsmede de verklaring voor recht dat de verplichting van Eigen Haard om de schade te vergoeden ziet op de kosten van de noodzakelijke herstelkosten voor het in stand houden van de:
4.De beoordeling
dat hij die handelt in strijd met enig aan deze vergunning verbonden voorschrift, geacht wordt zonder vergunning te hebben gehandeld (artikel 3.2.12 Huisvestingsverordening 1999)”, zie hiervoor r.o. 2.5. Het Besluit bepaalt niets over andere mogelijk beoogde rechtsgevolgen indien niet aan de voorschriften van de vergunning wordt voldaan. Dat de Kwaliteitsverklaring of het Besluit een verplichting van Eigen Haard in het leven roept waaraan de VvE rechten mag ontlenen, zoals VvE heeft betoogd, is hiermee niet te rijmen. Het is daarnaast ook niet gebleken dat de VvE – die geen eigenaar is van een of meerdere appartementen - zelf schade lijdt als het complex niet aan de Kwaliteitsverklaring voldoet. De primaire vordering van Eigen Haard kan daarom niet worden gegrond op een onrechtmatige daad van Eigen Haard.