ECLI:NL:RBAMS:2023:5469

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
13/123925-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking Europees Aanhoudingsbevel en niet-ontvankelijkheid officier van justitie

Op 10 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Osnabrück op 25 april 2023. De officier van justitie had op 22 mei 2023 verzocht om het EAB in behandeling te nemen. Tijdens de zitting op 12 juli 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. D. Vong. De rechtbank heeft de behandeling van de vordering geschorst om te wachten op een beslissing over een eventueel ingetrokken nationaal aanhoudingsbevel. De termijn voor de uitspraak werd met 30 dagen verlengd.

Bij de zitting op 10 augustus 2023 werd de behandeling hervat. De officier van justitie, mr. N.R. Bakkenes, stelde dat zij niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vordering, omdat uit een e-mail van 3 augustus 2023 van de Duitse autoriteiten bleek dat het EAB was ingetrokken. De raadsman steunde dit standpunt. De rechtbank heeft dit standpunt gevolgd en verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB. Tevens werd het geschorste bevel tot gevangenhouding opgeheven.

De uitspraak werd gedaan door mr. M.C.M. Hamer als voorzitter, samen met mrs. J. van Zijl en A.K. Glerum als rechters, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/123925-23
Datum uitspraak: 10 augustus 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 22 mei 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 25 april 2023 door het
Amtsgericht Osnabrück, Duitsland, (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen en verblijvende op het adres:
[BRP-adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 12 juli 2023
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 12 juli 2023, in aanwezigheid van mr. M. al Mansouri, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. D. Vong, advocaat in Rijen.
De rechtbank heeft de behandeling van de vordering op deze zitting geschorst om de beslissing over een eventuele intrekking van het nationale aanhoudingsbevel af te wachten.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Zitting 10 augustus 2023
De behandeling van het EAB is hervat op de zitting van 10 augustus 2023, in aanwezigheid van mr. N.R. Bakkenes, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. D. Vong, advocaat in Rijen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit heeft.

3.De ontvankelijkheid van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat zij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, omdat uit een
e-mailbericht van 3 augustus 2023 van de Duitse autoriteiten blijkt dat het EAB is ingetrokken.
De raadsman heeft zich bij het standpunt van de officier van justitie aangesloten.
De rechtbank volgt het standpunt van de officier van justitie.

4.Beslissing

VERKLAARTde officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB;
HEFT OPhet geschorste bevel gevangenhouding.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M.C.M. Hamer, voorzitter,
mrs. J. van Zijl en A.K. Glerum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. van Heusden, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 10 augustus 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.