Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Osnabrück, Duitsland, (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 10 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Osnabrück op 25 april 2023. De officier van justitie had op 22 mei 2023 verzocht om het EAB in behandeling te nemen. Tijdens de zitting op 12 juli 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. D. Vong. De rechtbank heeft de behandeling van de vordering geschorst om te wachten op een beslissing over een eventueel ingetrokken nationaal aanhoudingsbevel. De termijn voor de uitspraak werd met 30 dagen verlengd.
Bij de zitting op 10 augustus 2023 werd de behandeling hervat. De officier van justitie, mr. N.R. Bakkenes, stelde dat zij niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vordering, omdat uit een e-mail van 3 augustus 2023 van de Duitse autoriteiten bleek dat het EAB was ingetrokken. De raadsman steunde dit standpunt. De rechtbank heeft dit standpunt gevolgd en verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB. Tevens werd het geschorste bevel tot gevangenhouding opgeheven.
De uitspraak werd gedaan door mr. M.C.M. Hamer als voorzitter, samen met mrs. J. van Zijl en A.K. Glerum als rechters, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.