Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
het ontwerpen, bouwen én monterenvan nieuwe AEC Luchtvoorverwarmers en
het demonterenvan de huidige AEC Luchtvoorverwarmers. In het Beschrijvend Document staat verder dat AEB een overeenkomst wil sluiten met de inschrijver die het beste thermisch ontwerp maakt tegen de gunstigste prijs (de beste prijs-kwaliteitverhouding). Tot slot is in paragraaf 1.1.6. van het Beschrijvend Document opgenomen dat de aanneemsom grof geraamd is op een bedrag van tussen de € 1,7 en € 2 miljoen.
enige reden niet te gunnenen dat vraag 15 verwijst naar de selectie- en offertefase en niet van toepassing is op de evaluatiefase.
3.Het geschil
4.De beoordeling
o.a.om de daarna genoemde redenen. Deze opsomming is dus niet uitputtend en het standpunt van AEB wordt gevolgd dat intrekking uiteraard ook mogelijk is als het aanbod of concept geen oplossing biedt voor het uitgevraagde probleem en ook budgettair niet meer past. Voorkomen moet immers worden dat de aanbesteder vastzit aan een aanbod dat niet voldoet. Eén van redenen voor intrekking die AEB in haar brief van 2 mei 2023 noemt is dat in de tweede offerte de kosten veel hoger zijn en ook veel hoger dan het budget. AEB verwijst hier naar het geoffreerde bedrag van ruim € 2,7 miljoen (zonder de optie “online cleaning advice) dat veel hoger is dan het geraamde bedrag van de aanneemsom in paragraaf 1.1.6 van het Beschrijvend Document dat tussen de € 1,7 en 2 miljoen ligt. Wilton stelt op haar beurt echter dat op 2 mei 2023 de door haar geoffreerde prijs geen belemmering meer vormde voor gunning. Zij heeft immers op 25 oktober 2022 AEB met verwijzing naar paragraaf 1.2.12 in het Beschrijvend Document als vraag 15 de deelvraag gesteld “
Het niet beschikbaar hebben van voldoende budget door AEB ligt in de risicosfeer van AEB en niet van de inschrijvers. Akkoord?”. Volgens haar doelde dat op de aanneemsom in paragraaf 1.1.6 en stelde zij die vraag omdat Wilton al wist dat het daarin genoemde budget ontoereikend zou zijn.
1.079,00