In deze zaak vordert eiser, een eenmanszaak die advies- en coachdiensten verleent, betaling van openstaande facturen van de besloten vennootschap BOG DIENSTEN B.V. De vordering betreft een bedrag van € 24.296,80 aan openstaande facturen, € 1.980,31 aan buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke handelsrente en proceskosten. Eiser heeft in de zomer van 2022 een opdrachtovereenkomst gesloten met BOG voor het begeleiden van het marketingteam. Na het uitvoeren van de werkzaamheden heeft eiser verschillende facturen gestuurd, maar BOG heeft de betaling betwist, met als argument dat de gefactureerde uren niet binnen de opdracht vielen en dat er geen toestemming was voor bepaalde werkzaamheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de gefactureerde werkzaamheden heeft verricht en dat BOG verplicht is om de facturen te voldoen. De rechtbank oordeelt dat er voldoende bewijs is voor de wilsovereenstemming over de werkzaamheden en dat BOG niet kan volhouden dat de werkzaamheden buiten de opdracht vielen. De rechtbank wijst de vordering van eiser toe en veroordeelt BOG tot betaling van de openstaande facturen, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.