ECLI:NL:RBAMS:2023:5425

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
10315389 \ CV EXPL 23-1803
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van Coin Meester B.V. na hack van rekening voor digitale valuta

In deze zaak vordert eiser, een particuliere belegger, schadevergoeding van Coin Meester B.V. na een hack waarbij zijn digitale valuta zijn gestolen. Eiser had een account geopend bij Coin Meester en had gekozen voor inloggen met een e-mailadres en wachtwoord, ondanks het advies van Coin Meester om gebruik te maken van de Google Authenticator voor extra beveiliging. Op 25 mei 2022 hebben hackers toegang gekregen tot het e-mailaccount van eiser, waardoor zij het wachtwoord van zijn Coin Meester-account konden wijzigen en zijn crypto's konden verkopen. Eiser stelt dat Coin Meester zijn verplichtingen tot het bieden van een veilig platform niet is nagekomen en vordert een schadevergoeding van € 17.035,60, plus buitengerechtelijke kosten en proceskosten.

Coin Meester betwist de aansprakelijkheid en stelt dat eiser zelf verantwoordelijk is voor de beveiliging van zijn e-mailaccount. De kantonrechter oordeelt dat Coin Meester tekort is geschoten in haar zorgplicht, omdat zij eiser de mogelijkheid heeft geboden om in te loggen met een e-mailadres, wat kwetsbaar is voor hacking. De rechter concludeert dat Coin Meester aansprakelijk is voor de schade, maar houdt rekening met eigen schuld van eiser, waardoor hij 10% van de schade zelf moet dragen. Uiteindelijk wordt Coin Meester veroordeeld tot betaling van € 3.796,20 aan schadevergoeding, plus kosten van buitengerechtelijke incasso en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10315389 \ CV EXPL 23-1803
Vonnis van 8 september 2023
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. T.S. van Riessen,
tegen
COIN MEESTER B.V.,
te Aalsmeer,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Coin Meester,
gemachtigde: mr. A. Ourhris.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 maart 2023
- de akte overlegging producties 13 tot en met 16 van [eiser]
- de mondelinge behandeling van 16 mei 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt die zich in het dossier bevinden
- de akte van [eiser] van 2 juni 2023 met productie 17
- de akte van Coin Meester van 2 juni 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Coin Meester beheert de website www.bitcoinmeester.nl (hierna:
het platform) waarop gebruikers een account kunnen aanmaken voor de aankoop, verkoop en handel in digitale valuta (hierna:
crypto’s).
2.2.
[eiser] heeft op 14 mei 2021 een account geopend bij Coin Meester. Hierbij heeft Coin Meester [eiser] twee mogelijkheden geboden om in te loggen. De eerste is met een e-mailadres en een wachtwoord. De tweede mogelijkheid is met gebruikmaking van de Google Authenticator applicatie op de smartphone van de gebruiker. [eiser] heeft gekozen voor inloggen met een e-mailadres en een wachtwoord.
2.3.
Op de overeenkomst tussen [eiser] en Coin Meester zijn de algemene voorwaarden van Coin Meester van toepassing. Hierin is opgenomen, voor zover van belang:

2.2. Definities
(…)
25.Opdracht: een door een Gebruiker via zijn/haar Account ingediend verzoek aan een Dienstverlener om voor die Gebruiker te Bewaren, te Kopen, Op te nemen, Off-chain Staking uit te voeren, On-chain Staking uit te voeren, te Verkopen, en/of te Wisselen. Een Opdracht houdt ook automatisch in dat de Dienstverlener namens de Gebruiker aan de Stichting instructies mag geven om te doen wat nodig is om de uitvoering van de Opdracht mogelijk te maken. Opdrachten worden uitgevoerd op de wijze, met het doel en onder de voorwaarden zoals die op de Website en in deze Algemene Voorwaarden zijn beschreven.
(
)
9.2
Wie is de Dienstverlener van mijn Opdracht?
Hieronder staat per type Opdracht wie de Dienstverlener is.
Type opdracht
Dienstverlener
Bewaren
Coin Meester B.V.
Kopen
Coin Meester B.V.
Opnemen
Coin Meester B.V.
Off-chain Staking
Coin Meester Staking B.V.
On-chain Staking
Coin Meester B.V.
Verkopen
Coin Meester B.V.
Wisselen
Coin Meester B.V.
(…)
17.2
Concrete uitsluitingen
Wij zijn nooit aansprakelijk:
(…)
-
voor schade als gevolg van hacking (…)
2.4.
Nadat [eiser] zijn account heeft aangemaakt heeft Coin Meester aan hem een e-mail gestuurd waarin, voor zover van belang, het volgende is opgenomen:

De beveiliging van uw account kan beter!
Beste ,
We zien dat u nog geen Google Authenticator gebruikt ter beveiliging van uw account. Wij raden u aan dit zo snel mogelijk in te stellen!
Waarom is 2-factor authenticatie belangrijk?
(…)
Wanneer iemand uw e-mailaccount in handen heeft kan deze persoon niet bij uw Bitcoin Meester account komen zonder toegang te hebben tot uw telefoon en de authenticator code.
2.5.
[eiser] heeft via zijn account bij Coin Meester op verschillende momenten diverse crypto’s gekocht waarvoor hij in totaal een bedrag van € 11.357,07 op zijn account bij Coin Meester heeft gestort.
2.6.
Elke keer nadat [eiser] per e-mail is ingelogd heeft Coin Meester hem per e-mail het volgende medegedeeld:

Beste [*]
U wilt inloggen bij Bitcoin Meester. Kopieer daarom de code hieronder. Plak deze daarna op de website om door te gaan.
[*]
Wij raden het gebruik van Google Authenticator aan. Deze optie is veiliger en sneller!
2.7.
Op 25 mei 2022 hebben derden (hierna:
hackers) zich onbevoegd toegang verschaft tot het e-mailaccount van [eiser] . De hackers hebben op het platform aan Coin Meester verzocht om het wachtwoord van het account van [eiser] te wijzigen. Hierop heeft Coin Meester een link gezonden naar het e-mailadres van [eiser] . De hackers hebben via deze link het wachtwoord van het account van [eiser] bij Coin Meester gewijzigd en vervolgens Coin Meester de opdracht gegeven om de crypto’s van [eiser] om te zetten naar Bitcoins. De hackers hebben daarna Coin Meester de opdracht gegeven deze Bitcoins over te dragen naar een door hen aangewezen externe Bitcoinrekening. De waarde van de crypto’s die de hackers hebben verkocht bedroeg op dat moment € 4.218,00.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat Coin Meester zijn verplichtingen jegens [eiser] tot het aanbieden van een veilig platform – waarbij [eiser] mocht vertrouwen op de expertise van Coin Meester – niet is nagekomen, althans dat Coin Meester haar verplichtingen jegens [eiser] uit hoofde van haar dienstverlening niet is nagekomen althans dat Coin Meester jegens [eiser] onrechtmatig heeft gehandeld en daarom jegens [eiser] schadeplichtig is. [eiser] vordert daarbij veroordeling van Coin Meester tot betaling van (i) € 17.035,60, althans een door de kantonrechter te begroten bedrag, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente, (ii) € 945,35 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente, (iii) veroordeling van Coin Meester in de proceskosten en (iv) veroordeling van Coin Meester in de nakosten, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente.
3.2.
Aan zijn vordering legt [eiser] ten grondslag dat Coin Meester jegens particuliere beleggers zoals [eiser] uit hoofde van artikel 7:401van het Burgerlijk Wetboek (hierna:
BW) een bijzondere zorgplicht heeft om hen te beschermen tegen eigen lichtvaardigheid en/of een gebrek aan inzicht en kennis. Aan de door Coin Meester aangeboden financiële diensten mogen daarom hoge veiligheidseisen worden gesteld. Coin Meester heeft zich voorts contractueel verplicht haar diensten zo goed mogelijk te beveiligen. Doordat Coin Meester de mogelijkheid van identificatie per e-mail heeft geboden heeft zij [eiser] blootgesteld aan een beveiligingsoptie die gevoelig is voor misbruik en heeft daarmee de op haar rustende zorgplicht geschonden.
3.3.
Coin Meester voert verweer. Zij voert aan dat niet sprake is van een overeenkomst van opdracht maar van een gebruikersovereenkomst waarop de algemene voorwaarden van Coin Meester van toepassing zijn. Volgens artikel 11.4 van de algemene voorwaarden is Coin Meester verplicht de crypto’s van [eiser] zo goed te beveiligen. Aan deze verplichting heeft zij voldaan omdat beide manieren om in te loggen veilig zijn. Dat de hackers toegang hebben verkregen tot het account van [eiser] kan niet aan Coin Meester worden toegerekend en anders is er sprake van eigen schuld van [eiser] die mogelijk onvoldoende maatregelen heeft genomen om zijn e-mail te beveiligen. Zijn e-mailaccount is bij meerdere datalekken betrokken geweest. Het ligt op de weg van [eiser] om te bewijzen op welke wijze [eiser] zijn e-mailaccount heeft beveiligd. Coin Meester heeft bovendien met de algemene voorwaarden de aansprakelijkheid uitgesloten voor schade die het gevolg is van hacking en het verlies van inloggegevens. Tenslotte voert Coin Meester aan dat de schade van [eiser] lager is dan wordt gevorderd. Coin Meester concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter partijen voorgehouden dat de aard van de dienstverlening door Coin Meester grote gelijkenis vertoont met het verrichten van betalingstransacties waarop de bepalingen van Boek 7 Titel 7b BW inzake de betalingstransactie van toepassing zijn. Indien dit het geval is zullen de vordering van [eiser] mede aan de hand van die bepalingen moeten worden beoordeeld. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich bij akte hierover uit te laten.
Is Boek 7 Titel 7b BW van toepassing op de overeenkomst?
4.2.
Coin Meester heeft betoogd dat zij geen betaaldienstverlener is omdat zij geen betaaldiensten verricht. Boek 7 Titel 7b BW is daarom niet op de overeenkomst van toepassing, aldus Coin Meester.
4.3.
[eiser] wijst erop dat De Nederlandse Bank Coin Meester heeft geregistreerd als betaalinstelling waarvan haar diensten op grond van artikel 1:5a lid 2 onder k en l van de Wet op het financieel toezicht (hierna:
Wft)niet als betaaldiensten worden aangemerkt en dat artikel 7:515 lid 4 BW bepaalt dat titel 7b van Boek 7 BW niet van toepassing is op de betaaldiensten, bedoeld in artikel 1:5a lid 2 van de Wft. Niettemin beheert Coin Meester de investeringen van haar klanten, en behoort hiervoor een verzwaarde zorgplicht te gelden die vergelijkbaar is met die van Boek 7 titel 7b, aldus [eiser] .
4.4.
Gelet op hetgeen partijen hieromtrent hebben aangevoerd zal de kantonrechter ervan uitgaan dat titel 7b van Boek 7 BW niet van toepassing is op de overeenkomst. Of en in hoeverre deze titel niettemin van belang is voor de vordering van [eiser] zal hieronder worden besproken.
Is sprake van een overeenkomst van opdracht?
4.5.
[eiser] heeft zich op het standpunt gesteld dat de overeenkomst moet worden aangemerkt als een overeenkomst van opdracht. Dit is door Coin Meester bestreden met de opmerking dat sprake is van een gebruikersovereenkomst. De kantonrechter oordeelt dat de overeenkomst voldoet aan de omschrijving van de overeenkomst van opdracht in artikel 7:400 BW. De bepalingen inzake de overeenkomst van opdracht zijn daarom op de overeenkomst van toepassing.
Is Coin Meester tekortgeschoten in haar dienstverlening?
4.6.
Partijen hebben zich vooral uitgelaten over de vraag of Coin Meester met het aanbieden van de mogelijkheid om per e-mail in te loggen tekort is geschoten in de nakoming van een jegens Frel in acht te nemen zorgverplichting. Uit artikel 2.2 nr. 25 en artikel 9.2. van de algemene voorwaarden van Coin Meester, die hiervoor in rechtsoverweging 2.3 zijn geciteerd, blijkt dat zij jegens [eiser] verplicht is om de gelden en crypto’s die [eiser] ter beschikking heeft gesteld te bewaren voor [eiser] en de crypto’s volgens opdracht van [eiser] te wisselen of te verkopen. Het gaat hierbij om de belangrijkste prestatie van Coin Meester, waarmee zij zich tot het bereiken van een resultaat heeft verbonden. Bij de uitvoering van de aan haar gegeven opdracht moet Coin Meester verder op grond van artikel 7:401 BW de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen. Tussen partijen staat vast dat de verkoop van de crypto’s en de daarop volgende overdracht van de Bitcoins naar een externe Bitcoinrekening door Coin Meester is uitgevoerd vanwege opdrachten die door de hackers zijn gegeven. Deze hackers traden daarbij niet op namens [eiser] . De onbevoegde verkoop van crypto’s van [eiser] en de daarop volgende overdracht van de Bitcoins naar een externe Bitcoinrekening betekenen reeds dat Coin Meester is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichting om de crypto’s voor [eiser] te bewaren en alleen te verkopen indien zij daarvoor van [eiser] opdracht heeft gekregen. De vraag of het aanbieden van de mogelijkheid om in te loggen per e-mail op zichzelf een tekortkoming oplevert van Coin Meester in de nakoming van haar verplichting jegens [eiser] behoeft daarom geen bespreking.
Toerekening aan Coin Meester. Eigen schuld van [eiser]
4.7.
Coin Meester heeft het standpunt ingenomen dat ingeval sprake is van een tekortkoming, deze niet aan haar kan worden toegerekend althans dat sprake is van eigen schuld van [eiser] . Hieraan legt zij ten grondslag dat het e-mailadres van [eiser] gehackt is. [eiser] heeft zijn e-mailaccount niet goed beveiligd en het is daardoor betrokken geweest bij acht datalekken. Volgens Coin Meester ligt het op de weg van [eiser] om te bewijzen op welke wijze hij zijn e-mailaccount heeft beveiligd.
4.8.
Bij dit verweer gaat Coin Meester uit van een onjuiste opvatting over de verdeling van de stelplicht en bewijslast. Omdat Coin Meester zich er op beroept dat de tekortkoming haar niet kan worden toegerekend en dat een deel van de schade van [eiser] op grond van eigen schuld voor rekening van [eiser] moet komen, berust de stelplicht en bewijslast bij Coin Meester. Dit volgt uit het bepaalde in artikel 6:74 BW (vanaf ‘
tenzij’), artikel 6:101 BW en artikel 150 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering.
Toerekening van de tekortkoming aan Coin Meester
4.9.
Niet is gebleken dat [eiser] onvoldoende maatregelen heeft genomen om zijn e-mailaccount te beveiligen. Het staat ook niet vast dat [eiser] van het datalek op de hoogte was of behoorde te zijn. Coin Meester heeft daarnaast onvoldoende aangevoerd om aan te nemen dat als [eiser] de beveiligingsmaatregelen zou hebben genomen die van hem als particulier mogen worden verlangd, zijn e-mailaccount niet betrokken zou kunnen raken bij een datalek. Uit het e-mailbericht dat is beschreven in rechtsoverweging 2.4 blijkt dat Coin Meester zich ervan bewust was dat ingeval van een datalek derden zich toegang tot het account van [eiser] konden verschaffen. Door niettemin de mogelijkheid te bieden om in te loggen met gebruikmaking van een e-mailadres die - ook zonder schuld van [eiser] - betrokken kan zijn bij een datalek, heeft Coin Meester het risico in het leven gelaten dat zij door onbevoegden zou worden bewogen over de gelden en crypto’s van [eiser] te beschikken op een wijze die niet in overeenstemming is met haar verplichtingen jegens [eiser] . Het betoog dat de in rechtsoverweging 4.6 bedoelde tekortkoming niet aan Coin Meester kan worden toegerekend wordt daarom verworpen.
Eigen schuld van [eiser] .
4.10.
Nadat [eiser] zijn e-mailaccount had aangemaakt heeft hij de in rechtsoverweging 2.4 en 2.6 geciteerde e-mailberichten ontvangen. Met deze e-mailberichten is [eiser] uitdrukkelijk en herhaaldelijk geattendeerd op het gevaar dat een datalek zou kunnen leiden tot ongeoorloofde toegang tot zijn account. Het kan [eiser] als eigen schuld worden toegerekend dat hij desondanks er niet alsnog voor heeft gekozen de toegang tot zijn account te beperken tot inloggen met Google Authenticator. Voor de mate waarin sprake is van eigen schuld Van [eiser] houdt de kantonrechter rekening met de aard van de dienstverlening door Coin Meester. Daarbij komt betekenis toe aan de regels voor betalingstransacties in titel 7b van Boek 7 BW omdat de aard van de dienstverlening door Coin Meester grote gelijkenis vertoont met het verrichten van betalingstransacties die wel onder de reikwijdte van die regeling vallen. Uit titel 7b van Boek 7 BW blijkt zonder meer dat een betaaldienstverlener in moet staan voor de veiligheid van betalingstransacties. In dit verband wordt gewezen op het bepaalde in artikel 7:522 (de betaaldienstverlener voert een betalingstransactie uitsluitend uit met instemming van de betaler), 7:525 (een betaalinstrument mag niet toegankelijk zijn voor anderen), 7:527 (bewijs van authenticatie moet door betaaldienstverlener worden geleverd) 7:528 BW (niet-toegestane betalingstransacties moeten onmiddellijk worden terugbetaald) en 7:529 lid 3 (indien geen sterke cliëntauthenticatie is verlangd - zoals in het onderhavige geschil - draagt de betaler geen financiële verliezen, tenzij de betaler frauduleus heeft gehandeld). Tevens is van belang dat Coin Meester een deskundige partij is en [eiser] een consument. Voor de bepaling van de mate van eigen schuld neemt de kantonrechter daarom tot uitgangspunt dat het de verantwoordelijkheid van Coin Meester is om haar klanten te beschermen tegen frauderisico’s. Het ligt daarom op haar weg om te zorgen voor een veilige uitvoering van opdrachten van [eiser] om zijn crypto’s te bewaren, te verkopen of over te dragen. De verantwoordelijkheid van [eiser] speelt een daaraan ondergeschikte rol. De schade van [eiser] komt daarom vanwege zijn onvoorzichtigheid voor 10% voor zijn rekening.
Is aansprakelijkheid van Coin Meester uitgesloten?
4.11.
Coin Meester heeft zich beroepen op artikel 17.2 van haar algemene voorwaarden. Volgens deze voorwaarden is de aansprakelijkheid van Coin Meester in dit geval uitgesloten.
4.12.
De kantonrechter moet ambtshalve toetsen of artikel 17.2 van de algemene voorwaarden oneerlijk is in de zin van artikel 3 lid 1 van de richtlijn 93/13 van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB 1993, L 95) (hierna: de
richtlijn). Dit volgt uit het arrest van Hof van Justitie EU van 26 januari 2017, ECLI:EU:C:2017:60.
4.13.
Volgens artikel 3 lid 1 van de richtlijn wordt een algemene voorwaarde als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. De bijlage bij de richtlijn bevat een indicatieve en niet uitputtende lijst van bedingen die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt. Daaronder vallen bedingen die tot doel of tot gevolg hebben dat de wettelijke rechten van de consument ten aanzien van de verkoper of een andere partij in geval van volledige of gedeeltelijke wanprestatie op ongepaste worden uitgesloten of beperkt.
4.14.
De uitsluiting van alle aansprakelijkheid van Coin Meester die met artikel 17.2 van de algemene voorwaarden wordt beoogd verstoort aanzienlijk het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van [eiser] en Coin Meester ten nadele van [eiser] als consument. Zonder artikel 17.2 van de algemene voorwaarden heeft [eiser] op grond van artikel 6:74 BW recht op vergoeding van de door hem geleden schade. Dit recht wordt hem zonder goede grond ontnomen. Deze verstoring moet verder in strijd met de goede orde worden geacht omdat het niet aannemelijk is dat [eiser] deze voorwaarden zou hebben aanvaard indien hij daarover afzonderlijk met Coin Meester had onderhandeld. Dit betekent dat artikel 17.2 van de algemene voorwaarden vernietigd wordt en dat [eiser] daaraan niet is gebonden.
4.15.
Uit het voorgaande volgt dat Coin Meester verplicht is de schade van [eiser] te vergoeden. Daartoe zal Coin Meester worden veroordeeld op de wijze zoals in de beslissing vermeld. [eiser] heeft niet toegelicht dat [eiser] daarnaast belang heeft bij de door hem gevorderde verklaring voor recht. Deze zal daarom worden afgewezen.
De omvang van de schade
4.16.
Op het moment dat de hackers zichzelf toegang verschaften tot het account van [eiser] bedroeg de waarde van de door hem gehouden crypto’s € 4.218,00. Dit is het bedrag van de door [eiser] geleden schade. Vanwege eigen schuld van [eiser] komt 10% van dit bedrag voor zijn eigen rekening. [eiser] heeft daarom recht op betaling van € 3.796,20 aan schadevergoeding. Hetgeen [eiser] daarenboven heeft gevorderd vanwege misgelopen winsten bij toekomstige stijging van de koers van crypto’s wordt afgewezen. Niet is gebleken dat na de hack van zijn account [eiser] zijn crypto’s met koerswinst had kunnen verkopen. Met de aan [eiser] toekomende schadevergoeding kan hij, desgewenst, opnieuw crypto’s kopen en aldus profiteren van een toekomstige koersstijging. De schadevergoeding ziet daarom tevens op toekomstige schade.
4.17.
[eiser] vordert betaling van de hoofdsom vermeerderd met wettelijke handelsrente. Niet gesteld of gebleken is dat sprake is van een handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW, zodat de gevorderde handelsrente niet toewijsbaar is. In plaats daarvan zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen. Per brief van zijn advocaat van 26 juli 2022 heeft [eiser] Coin Meester aangemaand om binnen vijf dagen te voldoen. Coin Meester is daardoor vanaf 1 augustus 2022 in verzuim en vanaf die datum wettelijke rente verschuldigd.
4.18.
[eiser] heeft kosten gemaakt voor buitengerechtelijke incasso en vordert op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna:
het Besluit) een bedrag van € 945,35 te vermeerderen met wettelijke (handels)rente. Bij een hoofdsom van € 3.796,20 komt op grond van het Besluit een bedrag van € 610,59 aan kosten van buitengerechtelijke incasso voor vergoeding in aanmerking. Dit bedrag zal worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten is toewijsbaar.
4.19.
Coin Meester is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
131,17
- griffierecht
693,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2,50 punten × € 264,00)
Totaal
1.484,17
4.20.
De gevorderde veroordeling in de nakosten te vermeerderen met de wettelijke rente, is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Coin Meester tot betaling aan [eiser] van € 3.796,20, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 1 augustus 2022 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Coin Meester tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 610,59 aan kosten van buitengerechtelijke incasso, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.3.
veroordeelt Coin Meester in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis begroot op € 1.484,17, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.4.
veroordeelt Coin Meester in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis en met de explootkosten als Coin Meester niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G. Molenaar en in het openbaar uitgesproken op 8 september 2023.