Op 22 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Osnabrück in Duitsland. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1991, die in Nederland gedetineerd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon juist is en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. De behandeling van het EAB vond plaats op 8 augustus 2023, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was. De opgeëiste persoon heeft afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn, maar was vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. W.R. Jonk.
De rechtbank heeft de inhoud van het EAB beoordeeld en vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook naar Nederlands recht strafbaar zijn. De feiten omvatten diefstal door meerdere personen en het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing met gemeen gevaar voor goederen. De rechtbank heeft ook de garantie beoordeeld die door de Officier van Justitie te Osnabrück is gegeven, dat de opgeëiste persoon zijn straf in Nederland zal ondergaan indien hij wordt veroordeeld.
Na beoordeling van de relevante wetsartikelen en de argumenten van de officier van justitie, heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft daarom besloten om de overlevering toe te staan, conform de eisen van de Overleveringswet (OLW). De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.