Uitspraak
the Regional Court in Bielsko-Biala(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
cumulative judgment of the Regional Court in Bielsko-Biala dated 7¹ʰ June 2021, file reference number III K 30/21.
a) the sentence of the Regional Court in Bielsko-Biala dated 21 December 2009, file
reference number III K 81/07;
number III K 239/10;
number III K 59/12;
number III K 904/09;
number III K 830/14;
number III K 23/18.
4.Artikel 12 OLW
the Court of Appealsin Katowice van 24 januari 2022 is het vonnis in eerste aanleg bevestigd.
public defendervertegenwoordigd. De advocaat van de opgeëiste persoon heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis in eerste aanleg. Uit de aanvullende informatie van 28 oktober 2022 blijkt dat de opgeëiste persoon tijdens het appel uit detentie is vrijgelaten, dat hij toen een adres heeft opgegeven en op dat adres is opgeroepen voor de zitting in hoger beroep. Op 27 oktober 2010 heeft
the Court of Appeals in Katowicevonnis gewezen.
at that trial judicial proceedings were concluded.De opgeëiste persoon is niet aanwezig geweest bij de uitspraak.
the Court in Appeals in Katowicevan 3 december 2020 (kenmerk II AKa 9/20) is het vonnis in eerste aanleg bevestigd.
4.Strafbaarheid
wapenbeziten het feit van
het niet betalen van kinderalimentatie, waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder de nummers 1, 5, 20 en 23, te weten:
Vervalsing van administratieve documenten en handel in valse documenten; vervalsing
wapenbezit(feit 5 van vonnis III K 23/18) en het feit van
het niet betalen van kinderalimentatie(vonnis III K 239/10) vallen deze naar het oordeel van de rechtbank niet onder de door de Poolse autoriteiten aangeduide lijstfeiten
wapenbezit.
het niet betalen van kinderalimentatie, is naar Nederlands recht niet strafbaar. De rechtbank kan aan de hand van het EAB immers niet vaststellen dat de opgeëiste persoon tijdens het begaan van dit feit (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het in een hulpeloze toestand brengen of laten van zijn kind. [3]
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Bielsko-Biala(Polen) voor de feiten zoals omschreven in onderdeel e) van het EAB.