In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 3 februari 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een tweede bewonersparkeervergunning beoordeeld. De aanvraag was afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam op 14 maart 2021, en het bezwaar van eiser werd op 3 juni 2021 eveneens afgewezen. Eiser woont aan [adres] in Amsterdam en heeft al een eerste bewonersvergunning voor zijn voertuig. De rechtbank behandelt de beroepsgronden van eiser, die aanvoert dat de afwijzing onterecht is, omdat de stallingsplaats naast zijn woning onveilig is en dat er eerder aan de vorige bewoner wel twee vergunningen zijn verleend.
De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag niet terecht was. Eiser heeft een deskundigenrapport ingediend dat de onveilige situatie van de stallingsplaats bevestigt. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheden, waaronder de steile helling van het pad en het gebrek aan zicht op de openbare weg, maken dat het gebruik van de stallingsplaats onveilig is. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met de eerdere vergunningverlening aan de vorige bewoner, wat een belangrijke factor is in deze zaak.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de aanwezigheid van de stallingsplaats geen reden meer mag zijn voor afwijzing van de aanvraag. Tevens moet verweerder de kosten van het deskundigenrapport en het griffierecht aan eiser vergoeden.