Op 14 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Bamberg in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 2000, die wordt verdacht van deelname aan een plofkraak en diefstal van kentekens. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 31 mei 2023 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. W. Hendrickx. De verdediging voerde aan dat de feitsomschrijving in het EAB niet genoegzaam was en dat het specialiteitsbeginsel onvoldoende was gewaarborgd. De officier van justitie betoogde echter dat de feitsomschrijving voldoende was en dat de rechtbank zich moest baseren op de informatie die in het EAB was opgenomen.
De rechtbank oordeelde dat het EAB voldeed aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat de omschrijving van de feiten voldoende duidelijk was voor de opgeëiste persoon. De rechtbank concludeerde dat er geen weigeringsgronden waren die de overlevering in de weg stonden. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, onder de voorwaarde dat de opgeëiste persoon zijn straf in Nederland kan ondergaan indien hij in Duitsland wordt veroordeeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.