ECLI:NL:RBAMS:2023:5363

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
21 augustus 2023
Zaaknummer
13/752143-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in verband met ingetrokken Europees Aanhoudingsbevel

Op 16 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Hof van Beroep Antwerpen op 9 augustus 2021. De zaak betreft de vordering van het Openbaar Ministerie tot behandeling van het EAB, dat betrekking heeft op een opgeëiste persoon, geboren in 1974 en ingeschreven in de Basisregistratie Personen. De behandeling van de vordering vond plaats op een zitting op 14 maart 2023, waar de officier van justitie, mr. W.H.R. Hogewind, aanwezig was, en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door haar raadsvrouw, mr. M.C. Levy. Tijdens deze zitting werd het onderzoek geschorst om de officier van justitie de gelegenheid te geven een detentiegarantie bij de Belgische autoriteiten op te vragen. De rechtbank verlengde de termijn voor uitspraak op basis van de Overleveringswet met 30 en vervolgens met 60 dagen.

Bij de zitting op 16 mei 2023 werd de behandeling hervat, maar de opgeëiste persoon en haar raadsvrouw waren niet verschenen. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat deze de Nederlandse nationaliteit heeft. De officier van justitie vorderde de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, omdat de Belgische autoriteiten het EAB hadden ingetrokken. De rechtbank heeft deze vordering gehonoreerd en het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot behandeling van het EAB. Tevens werd vastgesteld dat de geschorste overleveringsdetentie was beëindigd. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. M.M.L.A.T. Doll, en de rechters mrs. P. van Kesteren en H.P. Kijlstra, in aanwezigheid van griffier mr. H.L. van Loon, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13/752143-21
RK nummer: 23/233
Datum uitspraak: 16 mei 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 24 januari 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 9 augustus 2021 door het
Hof van Beroep Antwerpen(België) strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1974,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP-adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 14 maart 2023
De behandeling van de vordering heeft plaatsgevonden op de zitting van 14 maart 2023.
Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door haar raadsvrouw,
mr. M.C. Levy, advocaat te Rotterdam. Het onderzoek is voor onbepaalde tijd geschorst om
om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen een detentiegarantie bij de Belgische autoriteiten op te vragen.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen en vervolgens met 60 dagen verlengd. [2]
Zitting 16 mei 2023
De behandeling van de vordering is hervat. Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. C.L.E. McGivern, officier van justitie. De opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw, mr. M.C. Levy, advocaat te Rotterdam, zijn niet verschenen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie vordert de niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie nu de Belgische autoriteiten het EAB hebben ingetrokken.
De rechtbank zal gelet op het bovenstaande het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk verklaren in de vordering tot behandeling van het EAB.

4.Beslissing

VERKLAARThet Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB
.
STELT VASTdat de geschorste overleveringsdetentie is beëindigd.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M.M.L.A.T. Doll, voorzitter,
mrs. P. van Kesteren en H.P. Kijlstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 16 mei 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste, derde en zesde lid, OLW.