ECLI:NL:RBAMS:2023:5355

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
20 augustus 2023
Zaaknummer
13/032529-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel voor Poolse verdachte

Op 3 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Poolse verdachte op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Poznań op 31 mei 2022, verzocht om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in 1986 in Polen. De zaak werd behandeld in het kader van de Overleveringswet (OLW).

De behandeling van de zaak vond plaats in verschillende zittingen. Tijdens de zitting op 4 april 2023 was de opgeëiste persoon niet aanwezig vanwege een ziekenhuisopname. Op 19 april 2023 werd de behandeling hervat, waarbij de raadsvrouw van de opgeëiste persoon, mr. A. Timorason, aanwezig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct was en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

De rechtbank heeft de inhoud van het EAB beoordeeld en vastgesteld dat de opgeëiste persoon in het verleden is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden wegens mishandeling. De rechtbank concludeerde dat er geen weigeringsgronden waren voor de overlevering en dat de feiten voldoen aan de eisen van dubbele strafbaarheid.

Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, waarbij de relevante wetsbepalingen zijn toegepast. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/032529-23
Datum uitspraak: 3 mei 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 6 februari 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 31 mei 2022 door
the Regional Court in Poznań(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1986
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP-adres]
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [P.I.]
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting van 4 april 2023
De voorgenomen behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 4 april 2023. Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Diependaal, officier van justitie. Zowel de opgeëiste persoon als zijn raadsvrouw, mr. A. Timorason, advocaat te Amsterdam, zijn niet ter zitting van de rechtbank verschenen. De behandeling van de zaak is op voorhand aangehouden aangezien de opgeëiste persoon in het ziekenhuis verbleef.
Zitting van 19 april 2023
De aangehouden behandeling van het EAB is hervat op de zitting van 19 april 2023. Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. In het dossier bevindt zich een verklaring van de opgeëiste persoon van 18 april 2023 dat hij afstand doet van zijn recht om ter zitting van de rechtbank aanwezig te zijn.
De opgeëiste persoon is ter zitting vertegenwoordigd door de gemachtigde raadsvrouw, mr. A. Timorason, advocaat te Amsterdam.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft.

3.Standpunt raadsvrouw

De raadsvrouw heeft opgemerkt dat er geen sprake is van weigeringsgronden of andere beletselen voor de overlevering.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een
decision of 18 september 2017 of the District Court in Oborniki ordering the execution of the custodial sentence of then (de Rechtbank leest: ten) months handed down in the judgment of 24 november 2014 of the District Court in Szamotuly – 8th Criminal Division Branch with the seat in Oborniki, reference II Ko 519/17 en VIII K 328/14.
Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat tot het vonnis van 24 november 2014 heeft geleid. Uit de aanvullende informatie van de Poolse autoriteiten van 17 april 2023 blijkt dat door
the District Court in Obornikivan
18 september 2017 de in eerste instantie opgelegde voorwaardelijke straf is omgezet in een onvoorwaardelijke straf van 10 maanden omdat de opgeëiste persoon de aan hem bij het vonnis van 24 november 2014 opgelegde voorwaarden van het reclasseringstoezicht niet is nagekomen.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze vrijheidsstraf voor de duur van 10 maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat.
Dit vonnis betreft de feiten zoals die zijn omschreven in het EAB. [2]

5.Strafbaarheid

Feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft de feiten niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, indien voldaan wordt aan de kaderbesluitconform uitgelegde eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, OLW juncto artikel 7, eerste lid, onder a 2°, OLW zijn neergelegd.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
De feiten leveren naar Nederlands recht op:
mishandeling
en
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn echtgenoot en zijn kind, meermalen gepleegd

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 300 en 304 Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Poznań(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. C. Klomp, voorzitter,
mrs. J.P.W. Helmonds en R.A. Sipkens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 3 mei 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie onderdeel e) van het EAB.