ECLI:NL:RBAMS:2023:5332

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 april 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
22/5584
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag WIA-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid

In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 21 april 2023, zaaknummer AMS 22/5584, is het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een WIA-uitkering beoordeeld. Eiseres had zich op 2 oktober 2019 ziekgemeld en ontving een Ziektewetuitkering. De aanvraag voor een WIA-uitkering werd op 13 januari 2022 afgewezen, gebaseerd op rapporten van een verzekeringsarts en arbeidsdeskundige. Eiseres stelde dat haar beperkingen, met name ten aanzien van het carpaal tunnel syndroom en psychische klachten, niet correct waren ingeschat. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen voldoende gemotiveerd hadden dat er geen verdere beperkingen aangenomen hoefden te worden. De rechtbank concludeerde dat de rapporten aan de vereisten voldeden en dat de afwijzing van de WIA-aanvraag terecht was. Het beroep werd ongegrond verklaard, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontving.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 22/5584

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 april 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. S.A. Adjiembaks),
en
de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder ( [gem. verweerder] ).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag om een uitkering op grond van de Wet WIA [1] .
1.2.
Met het bestreden besluit van 7 oktober 2022 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 6 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Totstandkoming van het besluit

2. Eiseres heeft zich op 2 oktober 2019 ziekgemeld vanuit een uitkering op grond van de Werkloosheidswet wegens psychische en lichamelijke klachten. Vervolgens is met het besluit van 13 januari 2020 aan eiseres een Ziektewetuitkering toegekend.
3. Met het primaire besluit van 13 januari 2022 is de aanvraag van eiseres om een WIA-uitkering per 29 september 2021 geweigerd. Hieraan ligt een rapport van een arts, getoetst en akkoord bevonden door een verzekeringsarts, van 6 januari 2022 ten grondslag. De beperkingen van eiseres zijn door de arts vastgelegd in een functionele mogelijkheden lijst van 6 januari 2022. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens in een rapport van
11 januari 2022 geconcludeerd dat eiseres meer dan 65% van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd kan verdienen.
4. Met het bestreden besluit is het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Naar aanleiding van het bezwaar van eiseres heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep nogmaals naar haar medische klachten gekeken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft hierover een rapport van 30 september 2022 opgesteld. De arbeidsdeskundige heeft op 4 oktober 2022 een rapport opgesteld. De verzekeringsarts bezwaar en beroep en arbeidsdeskundige bezwaar en beroep zien geen aanleiding om af te wijken van de primaire beoordeling.

Beoordeling door de rechtbank

5. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de aanvraag van eiseres om een WIA-uitkering. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
6. De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
7. Verweerder mag zijn besluiten over arbeidsongeschiktheid in beginsel baseren op rapporten van zijn verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de conclusies moeten logisch voortvloeien uit de bevindingen. Als de rapporten aan deze voorwaarden voldoen, is het aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet juist zijn. De rechtbank gaat hieronder in op de vraag of de opgestelde medische en arbeidskundige rapporten voldoen aan de hierboven genoemde voorwaarden.
De medische beoordeling
8. Eiseres stelt dat haar beperkingen ten aanzien van het carpaal tunnel syndroom zijn onderschat. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft aangegeven dat de klachten slechts ten dele passen bij dit syndroom en overigens atypisch zijn, maar heeft die conclusie niet nader gemotiveerd. Volgens eiseres zouden meer beperkingen in reiken, buigen, hand- en vingergebruik en tastzin moeten worden aangenomen. Daarnaast had de verzekeringsarts bezwaar en beroep volgens eiseres meer beperkingen moeten aannemen ten aanzien van haar psychische klachten. De psychiater heeft aangegeven dat eiseres PTSS, een depressieve stoornis en een gegeneraliseerde angststoornis heeft. Op de zitting is door eiseres toegelicht dat in dit kader in ieder geval een beperking op het vasthouden en verdelen van de aandacht had moeten worden opgenomen.
9. Naar het oordeel van de rechtbank is door de artsen voldoende gemotiveerd dat er niet meer beperkingen aangenomen hoeven worden. Met betrekking tot de beperkingen die volgens eiseres moeten worden aangenomen wegens het carpaal tunnelsyndroom en de rugklachten overweegt de rechtbank als volgt. Eiseres heeft bij het onderzoek door de arts in de primaire fase aangegeven dat de klachten beiderzijds zijn afgenomen, maar zij nog wel pijn ervaart aan haar polsen bij zwaar tillen. Eiseres heeft verder aangegeven dat zij wegens haar rugklachten niet kan bukken, lang zitten of staan en zwaar tillen. Deze klachten worden bevestigd in de brief van 15 juni 2022 van de fysiotherapeut die eiseres in bezwaar heeft overgelegd. De arts heeft eiseres ook beperkt geacht in schroefbewegingen met hand en arm, buigen, tillen, dragen, zitten en staan. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep kunnen er geen verdergaande beperkingen worden aangenomen, omdat een deel van de klachten atypisch zijn en niet worden onderbouwd door objectieve medische gegevens. Uit de lichamelijke onderzoeken van de artsen volgt ook niet dat er meer beperkingen moeten worden aangenomen in het reiken, buigen, hand- en vingergebruik en in tastzin. Uit het lichamelijke onderzoek van de primaire arts volgt dat de knijpkracht van de handen niet beperkt is en er geen bewegingsbeperkingen in de handen of vingers zijn. Uit het lichamelijke onderzoek van de verzekeringsarts bezwaar en beroep volgt dat eiseres gerichte bewegingen uit angst voor pijn vermijdt, maar bij spontane bewegingen wel sprake is van een soepel bewegingspatroon van de handen, polsen en vingers. De rechtbank vindt de conclusie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dan ook logisch uit de bevindingen voortvloeien en kan de motivering op deze punten volgen.
10. Ten aanzien van de psychische klachten van eiseres overweegt de rechtbank als volgt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft aangegeven dat naast de in de functionele mogelijkheden lijst al aangenomen beperkingen, er geen aanvullende beperkingen kunnen worden onderbouwd. Uit de verklaring van de psychiater volgt namelijk niet wat voor behandeling eiseres volgt en waaruit blijkt dat eiseres concentratieproblemen heeft. Op grond van deze verklaring kunnen dus geen verdere objectief vast te stellen beperkingen worden aangenomen. Dat eiseres beperkt is in het verdelen en vasthouden van de aandacht wordt ook niet ondersteund door haar dagverhaal of het psychische onderzoek dat door de artsen is verricht.
11. Aangezien de rechtbank heeft geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht en de conclusies van de artsen logisch voortvloeien uit de bevindingen gaat de rechtbank uit van de juistheid van de beperkingen zoals die zijn opgenomen in de functionele mogelijkheden lijst.
De arbeidskundige beoordeling
12. Eiseres stelt dat de functies productiemedewerker industrie en inpakker te belastend zijn gezien het carpaal tunnel syndroom.
13. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd dat de functies productiemedewerker industrie en inpakker geschikt zijn voor eiseres. Er zijn geen signaleringen bij rubriek 4 in de functionele mogelijkheden lijst (dynamische handelingen). Ten aanzien van de functie productiemedewerker industrie is er wel sprake van een signalering op gebogen en/of getordeerd actief zijn, maar eiseres is niet beperkt op dit punt. Daarbij gaat het om een belasting van korte duur waardoor de hogere gevraagde frequentie gebogen en/of getordeerd actief zijn wordt gecompenseerd. Ten aanzien van de functie inpakker zijn er geen relevante signaleringen en zou eiseres deze functie met de beperkingen zoals die zijn vastgelegd in de functionele mogelijkheden lijst dus moeten kunnen vervullen.

Conclusie en gevolgen

14. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.A.E. Wijnker, rechter, in aanwezigheid van
mr. A. Vijn, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 april 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Voluit: Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen.