In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 25 april 2023, betreft het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het realiseren van een dakterras en het dichtzetten van een balkon. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam afgewezen op 1 oktober 2021, en het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing werd op 27 september 2022 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 30 maart 2023 behandeld, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door twee personen en de gemachtigde van verweerder aanwezig was.
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de omgevingsvergunning terecht was. De aanvraag was in strijd met het bestemmingsplan, dat een maximale bouwhoogte van 3,5 meter voorschrijft voor het dichtzetten van het balkon. De rechtbank concludeert dat verweerder in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen weigeren, en dat de beroepsgronden van eiser niet slagen. Eiser's argumenten over de toepassing van het bestemmingsplan en het gelijkheidsbeginsel werden door de rechtbank verworpen. De rechtbank benadrukt dat de belangenafweging door verweerder correct is uitgevoerd en dat de weigering van de vergunning in overeenstemming is met de beleidsregels.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. Deze uitspraak biedt inzicht in de toepassing van het bestemmingsplan en de afweging van belangen bij de verlening van omgevingsvergunningen.