ECLI:NL:RBAMS:2023:5325

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
13/270427-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van een Europees Aanhoudingsbevel voor een Colombiaanse verdachte

Op 28 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Colombiaanse verdachte op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de Spaanse autoriteiten op 12 september 2022, verzocht om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die momenteel in Nederland gedetineerd is. De behandeling van het EAB vond plaats op 14 maart 2023, waarbij de verdachte via videoverbinding aanwezig was en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.A.M. Karsten. De officier van justitie, mr. C.L.E. McGivern, vertegenwoordigde het openbaar ministerie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct is en dat hij de Colombiaanse nationaliteit bezit. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf van 10 jaar en 28 maanden moet ondergaan, waarvan nog 2.191 dagen resteren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, voldoen aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn.

De rechtbank heeft op basis van de Overleveringswet geoordeeld dat de overlevering van de opgeëiste persoon aan Spanje kan plaatsvinden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/270427-22
RK nummer: 23/308
Datum uitspraak: 28 maart 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 1 februari 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 12 september 2022 door de
Rechtbank voor strafzaken nr. 2 te Mataró(Spanje) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Colombia) op [geboortedag] 1981,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans uit anderen hoofde gedetineerd [detentieplaats]
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 14 maart 2023.
Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. C.L.E. McGivern, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen via videoverbinding en bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.A.M. Karsten, advocaat in Amsterdam en door een tolk in de Spaanse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Colombiaanse nationaliteit heeft.

3.Standpunt raadsman

De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB en de e-mail van 27 februari 2023 van de Spaanse autoriteiten vermelden een op
3 januari 2014 door de
Criminal Court number 2 in Mataró gewezen vonnis,met referentie 244/2014
.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van 10 jaar en 28 maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. Van deze straf resteren volgens het EAB nog 2.191 dagen.
De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde vonnis.
Dit vonnis betreft de feiten zoals die zijn omschreven in het EAB. [3]

5.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten, met uitzondering van het feit
het voorhanden hebben van een vervalst reisdocument, aan als feiten vermeld in de lijst van
bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder de nummers 14 en 18, te weten:

14. Moord en doodslag, zware mishandeling

18. Georganiseerde of gewapende diefstal

Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Spanje een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van deze feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
Rechtbank voor strafzaken nr. 2 te Mataró(Spanje) voor de feiten zoals deze zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M.M.L.A.T. Doll, voorzitter,
mrs. J.A.A.G. de Vries en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 28 maart 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.