ECLI:NL:RBAMS:2023:5324

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
13/014879-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van overlevering op basis van terugkeergarantie in het kader van een Europees aanhoudingsbevel

Op 28 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de weigering van de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door Griekenland. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot inwilliging van het EAB, dat strekt tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van 13 jaar, opgelegd bij een niet onherroepelijk vonnis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft en dat de overlevering kan worden geweigerd op grond van artikel 6a van de Overleveringswet (OLW), indien de overlevering is gevraagd ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een onherroepelijk vonnis.

Tijdens de zitting op 14 maart 2023 heeft de rechtbank de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en is gebleken dat hij niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot het vonnis heeft geleid. De rechtbank heeft de garantie van de Griekse autoriteiten beoordeeld, die hebben verklaard dat de opgeëiste persoon na overlevering persoonlijk op de hoogte zal worden gesteld van het vonnis en zijn recht op verzet of hoger beroep. De rechtbank concludeert echter dat de garantie niet voldoet aan de eisen van artikel 6, eerste lid, OLW, omdat de Griekse autoriteiten niet kunnen garanderen dat de opgeëiste persoon zijn straf in Nederland zal mogen ondergaan.

Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering te weigeren op basis van de weigeringsgrond van artikel 6 OLW, en komt zij niet toe aan de beoordeling van de detentieomstandigheden in Griekenland. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken, waarbij tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel openstaat.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13/014879-23
Datum uitspraak: 28 maart 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 18 januari 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 11 december 2020 door de
Public Prosecutor’s Office of the Judges of Appeal of East Crete(Griekenland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het [adres]
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 14 maart 2023.
Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsvrouw,
mr. Y. Nieboer, advocaat in Amsterdam.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een
Decision no. 261-266 / 14.11.2017 issued by the Mixed Jury Court of Heraklion.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van 13 jaar, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde vonnis.
Dit vonnis betreft het feit zoals dat is omschreven in het EAB. [3]

4.Artikel 6a en de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Op grond van artikel 6a, eerste lid, OLW kan de overlevering van een Nederlander onder de nader in die bepaling omschreven voorwaarde worden geweigerd, indien de overlevering is gevraagd ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een hem bij onherroepelijk vonnis opgelegde vrijheidsstraf.
Deze bepaling is echter niet van toepassing, indien het vonnis nog niet onherroepelijk is, omdat daartegen nog een rechtsmiddel kan worden ingesteld of daartegen een rechtsmiddel is ingesteld waarop nog niet onherroepelijk is beslist.
De rechtbank stelt vast dat het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van een vonnis terwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot het vonnis heeft geleid, en dat – kort gezegd – is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan.
Op grond van artikel 12, sub d, OLW mag de rechtbank in dit geval de overlevering niet weigeren, als de uitvaardigende justitiële autoriteit heeft vermeld dat
(i) het betreffende vonnis na overlevering onverwijld aan de opgeëiste persoon zal worden betekend en hij uitdrukkelijk zal worden geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, die kan leiden tot herziening van het oorspronkelijke vonnis en
(ii) de opgeëiste persoon wordt geïnformeerd over de termijn waarbinnen hij verzet of hoger beroep dient aan te tekenen, als vermeld in het desbetreffende Europees aanhoudingsbevel.
In het EAB staat onder meer het volgende onder d) vermeld:
3.4.
the person was not personally served with the decision, but
- the person will be personally served with this decision without delay after the surrender, and
- when served with the decision, the person will be expressly informed of his or her right to a retrial or appeal, in which he or she has the right to participate and which allows the merits of the case, including fresh evidence, to be re-examined, and which may lead to the original decision being reversed, and
- the person will be informed of the timeframe within which he or she has to request a retrial or appeal, which will be 10 days.
De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft bij brief van 2 maart 2023 onder meer het volgende verklaard:
3) In the event that the wanted person is extradited to our country and handed over to the Greek authorities, he will be served personally the decision and he has the right to appeal against it. During the hearing of his appeal, the decision will be annulled and the case will be re-examined in its entirety, while he may also propose new evidence.
Zowel de officier van justitie als de raadsvrouw stellen zich op het standpunt dat de afgegeven garantie voldoet aan de eisen van artikel 12, sub d, OLW.
Naar het oordeel van de rechtbank voldoet de door de uitvaardigende justitiële autoriteit afgegeven verklaring aan de eisen van artikel 12, sub d, OLW. De in artikel 12 OLW bedoelde weigeringsgrond doet zich dan ook niet voor. Dit betekent dat de veroordeling niet onherroepelijk is zodat ook de weigeringsgrond van artikel 6a, eerste lid, OLW zich niet voordoet. In een geval als het onderhavige wordt, voor de toepassing van artikel 6, eerste lid, OLW, de overlevering geacht te strekken tot (verdere) vervolging.

5.Strafbaarheid

Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit aan als feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Dit feit valt op deze lijst onder nummer 27, te weten:
Verkrachting.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Griekenland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, indien naar het oordeel van de rechtbank is gewaarborgd dat, zo hij ter zake van het feit waarvoor de overlevering kan worden toegestaan in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in Nederland zal mogen ondergaan.
Bij brief van 2 maart 2023 heeft
the Public Prosecutor’s Office of the Court of Appeal of Eastern Crete(Griekenland), onder meer het volgende vermeld:
4) We cannot absolutely guarantee that, in the event that the wanted person after surrender is sentenced to an unconditional and irrevocable prison sentence in Greece, he will be allowed to serve that sentence in the Netherlands.
Standpunt van de raadsvrouw
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de overlevering moet worden geweigerd, omdat er geen onvoorwaardelijke terugkeergarantie is verstrekt.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de overlevering moet worden geweigerd vanwege het ontbreken van een onvoorwaardelijke terugkeergarantie.
Oordeel van de rechtbank
Uit de verstrekte informatie blijkt dat de Griekse autoriteiten niet kunnen garanderen dat de opgeëiste persoon, indien hij tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in Nederland zal mogen ondergaan. De rechtbank stelt dan ook vast dat een onvoorwaardelijke terugkeergarantie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW, ontbreekt. De rechtbank ziet geen aanleiding om af te zien van de toepassing van die bepaling. De rechtbank zal de overlevering daarom weigeren.

7.Slotsom

Nu is vastgesteld dat de weigeringsgrond van artikel 6 OLW van toepassing is en de rechtbank geen aanleiding ziet om af te zien van toepassing van die weigeringsgrond, moet de overlevering worden geweigerd. De rechtbank komt gelet op de weigering op grond van artikel 6 OLW niet toe aan de beoordeling van de Griekse detentieomstandigheden.

8.Toepasselijke wetsbepalingen

Artikel 6 OLW.

9.Beslissing

WEIGERTde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
Public Prosecutor’s Office of the Judges of Appeal of East Crete(Griekenland).
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M.M.L.A.T. Doll, voorzitter,
mrs. J.A.A.G. de Vries en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 28 maart 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.